Terug naar het verleden
Wim Kieft: de terugkeer is wederom het resultaat van de samenwerking tussen oud-voetballer Wim Kieft en schrijver Michel van Egmond. Vier jaar na het eerste boek Kieft keert de man van de titel terug naar zijn tijd in Italië en richt hij zich met herziene focus op niet alleen zijn drank- en drugsproblemen, maar ook zijn angstaanvallen en neuroses. In gesprek met Van Egmond worden alle kanten van Kieft belicht en besproken zonder ergens voor terug te deinzen.
Het boek begint met een proloog waarin de totstandkoming van het vorige boek ruwweg wordt samengevat. Van Egmond vertelt hoe hij het idee van een boek ooit opperde aan Kieft en dat dat na wat aarzelen werd geaccepteerd. Er volgden toen interviews met een verwarde, haast paniekerige Kieft die regelmatig naar de wc’s verdween – maar niet altijd voor een sanitaire stop. Ook werd er eens om 250 euro gevraagd ‘voor de schoolboeken van zijn dochters.’ Al met al was duidelijk dat Kieft diep in de problemen zat en de royalties van het boek goed kon gebruiken. Maar dat maakte het praten over zijn onstuimige leven, doorspekt met een gebrek aan zelfvertrouwen en eenzaamheid, er niet makkelijker op. Eén ding valt vooral op: Kieft dronk een paar jaar terug nog regelmatig een wijntje. En meestal nog wel veel meer dan dat.
In dit boek worden Kiefts problemen wederom aangekaart en uitgebreid besproken op een confronterende manier zonder filters. Kiefts leugens en de aparte situaties waarin hij verzeild raakte door het vele drinken en drugsgebruik worden zonder pardon neergezet. Er is geen plek meer voor smoesjes en excuses – het is duidelijk dat er iets moest veranderen en snel ook.
Kieft keerde daarnaast voor dit tweede boek na ruim dertig jaar weer terug naar Pisa en Turijn waar hij een aantal jaren heeft gespeeld bij respectievelijk SC Pisa en Torino. Veel herinnerde hij zich niet meer, maar door weer rond te lopen in het gebied waar hij zoveel heeft meegemaakt kwam er veel terug. Slechte herinneringen, maar volgens eigen zeggen ook veel mooie herinneringen die boven water komen. Aan het begin van de reis merkt Van Egmond op dat hoe verder Kieft van zijn laatste snuif cocaïne verwijderd raakt, hoe milder en positiever hij terug begint te kijken naar zijn carrière. Daaruit blijkt dat Kieft jarenlang in een vicieuze cirkel heeft gezeten en er nu eindelijk uitbreekt.
Helemaal op het einde van het boek staan alle clubs waar Kieft ooit voor heeft gevoetbald en hoe lang – of kort – hij daar is geweest. Ook zijn aanzienlijke voetbalprestaties worden even op een rijtje gezet. Maar zijn echte prestatie is natuurlijk hoe hij na vele jaren eindelijk zijn demonen onder ogen lijkt te kunnen komen en therapie volgt. Het boek biedt een nóg openhartigere kijk in het persoonlijke leven van Kieft dan het eerste deel. Er wordt niet om zijn problemen heen gedraaid, maar het wordt ook nooit te zwartgallig. De combinatie van serieuze en humorvolle momenten zorgt voor een heel toegankelijk verhaal over een man die nooit echt van zijn succes heeft kunnen genieten, maar die nu – hopelijk – eindelijk op het goede pad is.
Reageer op deze recensie