Geen bevrijding maar een Hongerwinter
In de serie Leven in bezet Nederland is 1944 zoals de titel aan geeft het jaar van de Verstoorde Verwachtingen. In plaats van een snelle bevrijding na de geallieerde landing in Normandië op 6 juni volgen bizarre maanden waarin verschrikking regeert met als dramatisch slotstuk een Hongerwinter. Jan van Oudheusden en Erik Schumacher geven een gedetailleerd beeld.
Het jaar zet al dramatisch in met 800 doden in Nijmegen als gevolg van een bombardement door Amerikaanse eskadrons die de weg kwijt zijn. De Duitsers verliezen terrein, maar houden veel langer vol dan Nederland in de zomer van dit jaar verwacht. Ze beroven het land van nagenoeg alles wat resteert. Weliswaar neemt het verzet toe, maar dat legt het met een harde kern van 25.000 mensen uiteraard af tegen een nietsontziende vijand. Als het verzet één Duitser doodt, volgt een wraak met het tienvoudige aantal slachtoffers. In plaats van schijnprocessen, die toch al weinig rechtvaardigheid in zich dragen, gelijk de kogel.
De geallieerde opmars wordt door diverse omstandigheden vertraagd met als dieptepunt Market Garden waarbij miscommunicatie de boventoon voert. De vijand krijgt de kans om zich te hergroeperen, houdt verbeten stand. Opnieuw krijgt Nijmegen de volle laag, net als Arnhem. De bevrijding van het zuiden kost immense offers. Zeeland krijgt de volle laag. Het loopt deels onder water. Het ‘Eens zal ook Walcheren in bloei weer staan’ ligt de oudste Nederlanders nog vers in het geheugen.
Voor het minste geringste gaan mensen aan de galg. De voorbeelden van onmenselijkheid stapelen zich in hoog tempo op. Bij de beschrijving ervan draait de maag zich om. In het zuiden heeft de vrijheid een slechte afdronk. Bittere armoede met zelfs stakingen als gevolg het gevoel er niets mee opgeschoten te zijn. De enige troost is dat het boven de rivieren allemaal een graadje erger is. Wrevel over het Militair Gezag dat als een slappe bureaucratische hap de dienst uit maakt en het verzet een toontje lager laat zingen. Complete ontregeling met een zuiden dat vrijt en een het noorden dat lijdt. Arnhem met name, waar van de 24.000 woningen er slechts 145 onbeschadigd blijven. De bevolking evacueert.
‘Het spoor’ danst heel lang naar de pijpen van de bezetter. Als het uiteindelijk staakt, levert dat meer nadelen dan voordelen op. De samenklontering van het verzet in de Binnnenlandse Strijdkrachten gaat gepaard met frustratie bij de Raad van Verzet, de Landelijke Knokploeg en de Ordedienst. De witte boorden in Londen krijgen het voor het zeggen. De mannen die onze vrijheid bevochten, voelen zich aan de kant geschoven. Aandacht ook voor een vorstin die het allemaal niet meer op een rijtje heeft en die de zwakke regering wel even zal laten zien wie de blankste billen heeft.
En dan volgt voor veel jonge Nederlandse mannen na vijf jaar oorlog in eigen land drie jaar Nederlands Indië: 2,5 miljoen slachtoffers van Japans geweld op een bevolking van 50 miljoen. Dat veel mensen desondanks de Jappen het voordeel van de twijfel geven, zegt iets over Nederland als koloniale mogendheid. Beide auteurs bewijzen hun deskundigheid in het verklaren van ontwikkelingen en hun samenhang. Bijzonder beeldmateriaal, waa van veel niet eerder gepubliceerd, zet hun verhaal kracht bij. De lijst van gebeurtenissen achterin het boek is een prima geheugensteuntje.
Reageer op deze recensie