Uitzonderlijk mooi

Tijdens de zomervakantie ontstaat er een vriendschap tussen twee elfjarige jongens. Op het eerste gezicht verschilt het duo als dag en nacht van elkaar. Pietro is een Milanese stadsjongen terwijl Bruno opgroeit in een dorpje in de Italiaanse Alpen. Samen maken de jongens flinke bergwandelingen, verzorgen ze de koeien van Bruno’s familie en kunnen ze eindeloos ravotten in de natuur. Op latere leeftijd verliezen de vrienden elkaar geregeld periodes uit het oog, maar wanneer het er écht op aankomt weten de twee elkaar telkens weer te vinden.

De acht bergen is een prachtig verhaal over een bijzondere vriendschap, geschreven door Paulo Cognetti (1978) en in het Nederlands vertaald door Yond Boeke en Patty Krone. Pietro en Bruno bewandelen ieder hun eigen levenspad waarop zij geconfronteerd worden met universele thema’s als liefde, familierelaties en de dood. Hun ontmoetingen vinden plaats in het schitterende Noord-Italiaanse berglandschap, een gebied dat inspiratie en sereniteit biedt in de zonnige zomermaanden maar ook grillig en gevaarlijk kan zijn in de wintertijd.

Pietro’s vader is een moeilijke man. Het stadsleven maakt hem gefrustreerd en ongelukkig. Tijdens familievakanties in de bergen laat hij een andere, zachtere kant van zichzelf zien. Ook Pietro en zijn moeder genieten dan van de stilte en de natuur. Het is liefde op het eerste gezicht wanneer het gezin Grana ontdekt, een bergdorpje in Noord-Italië. Voortaan brengt de familie iedere zomervakantie in dit gebied door. Op deze plek ontmoeten Pietro en Bruno elkaar.

De jongens trekken er iedere dag samen op uit en Pietro’s ouders ontfermen zich over Bruno als een verloren zoon. Pietro omschrijft de verstandhouding tussen Bruno en zijn vader als volgt:

"… Aan de andere kant gebeurde het ook wel dat ik, als ik hem zo samen met mijn vader zag, een zeker begrip tussen hen bespeurde en het gevoel had dat hij een goede zoon voor hem zou zijn geweest; niet beter dan ik, misschien, maar in zekere zin geschikter. Hij zat vol vragen en stelde die onbevreesd. Hij had de zelfverzekerdheid die nodig was om met mijn vader op vertrouwelijke voet te geraken, en benen die hem overal zouden zijn gevolgd. Dat soort denkbeelden kwamen bij me op en dan verjoeg ik die weer, alsof het gedachten waren waarvoor je je moest schamen."

Als volwassenen blijkt opnieuw hoe sterk Pietro en Bruno van elkaar verschillen. Bruno blijft in het dorp en gaat met zijn vader in de bouw werken. Pietro is onrustig en zoekende. Hij gaat studeren en op reis. Ook daar zoekt hij de bergen op, in Nepal en Tibet. Een dramatische gebeurtenis in Pietro’s familie zorgt er uiteindelijk voor dat de vrienden elkaar weer opzoeken.

De acht bergen is een schitterende roman over twee mannen die proberen om iets van het leven te maken. Ieder op zijn eigen manier. Het contrast in de wijze waarop Pietro en Bruno hier invulling aan geven is interessant en inspirerend. Maar het allermooist aan deze roman zijn Cognetti’s beschrijvingen van het Italiaanse berglandschap: werkelijk adembenemend mooi.