Zomaar beter geworden
In 1999 zag het De genezing van de krekel van Toon Tellegen voor het eerst het licht en werd direct een succes. Het werd het jaar daarop bekroond met de Gouden Uil en is nog altijd een geliefd boek voor (niet al te) jong en oud. Een van de fans van Toon Tellegens dierenverhalen is kunstenaar en illustrator Gwen Stok. Geen leesliefhebber, althans niet van boeken die vrijwel uitsluitend uit letters bestaan. Zij denkt in beelden en niet in woorden, zo vertelt ze in een interview met het Nederlands Dagblad, waardoor ze moeite heeft om haar aandacht erbij te houden als ze leest in boeken zonder letterlijke beelden. De verhalen van Toon Tellegen zijn echter meestal kort, maar vooral zo beeldend dat Stok daar haar aandacht wel bij kan houden, en bovendien herkent ze zich erg in de olifant: “een karakter dat steeds opnieuw in een boom klimt en daar weer uit valt. Hij toont doorzettingsvermogen. Een creatief beroep hebben is ook vaak een kwestie van vallen en opstaan.”
De genezing van de krekel is niet het eerste boek van Tellegen dat Stok tekent, ze heeft eerder al Een verre reis omgezet in een interactieve strip in de vorm van een app. Het verhaal komt uit de bundel Niemand was er. Voor het eerst zien we daar de dieren uit het dierenbos van Tellegen: allemaal even groot, allemaal mensen voorzien van een masker... of dieren voorzien van een mensenlijf. In tegenstelling tot Een verre reis gebruikt Stok in het verhaal van de genezing van de krekel nauwelijks kleur. Eén kleur slechts: geel of goudgeel eigenlijk, zoals op de cover van het boek is te zien, waar de krekel ná genezing is afgebeeld. Bijna dezelfde krekel als voordat hij somber werd, maar niet helemaal...
Het grootste deel van het verhaal is getekend in zwart wit en grijstinten. Het zijn stevige tekeningen, met veel beweging en vooral dat bonkende, stampende, kloppende, grommende monster in het hoofd van de krekel is een forse naarling.
Hoewel alle dieren hun best doen om de sombere krekel op te vrolijken blijft de krekel somberen, thee drinken helpt niet, aan de lamp slingeren levert niets op (behalve een kapotte lamp), een uitstapje met de olifant naar de top van een van zijn geliefde bomen is vergeefs en zelfs een feest met alle dieren uit het bos zorgt er niet voor dat de krekel oplicht. Heel even, na een rumoerig en vooral hardhandig bezoek aan de boktor lijkt de krekel weer zichzelf te zijn, maar het duurt slechts een paar minuten voordat de somberte weer in zijn hoofd kruipt. Toch komt het, zoals het moet, allemaal wel weer grotendeels in orde. De eekhoorn grijpt de kans om dat zwarte monster uit het hoofd van de krekel te trekken, nadat iedereen daarvoor op eigen wijze al een handpootje heeft toegestoken en de rest blijkt de krekel zelf op te kunnen lossen zonder dat hij weet hoe. Want daar naar gevraagd is het antwoord, op aanraden van de mier:
Om het boek voor jongeren met dyslexie makkelijk(er) te maken om te lezen, is onderzocht of de vormgeving en de handgeletterde typografie van Frits Jonker voor hen goed leesbaar is. Gelukkig bleek dat het geval want, zoals elke fan van Tellegen weet schrijven de dieren in het bos regelmatig brieven naar elkaar, en die hebben natuurlijk allemaal een eigen handschrift.
Misschien dat een enkeling, die het verhaal al twintig jaar kent en er zelf stevige beelden bij gemaakt heeft, zich niet kan vinden in de wijze waarop Stok Tellegens vertelling heeft weergegeven, maar alle anderen zullen genieten van al die verschillende dieren in het dierenbos, en vooral van de treurige, dappere krekel met dat vermaledijde zwarte monster in zijn hoofd.
Reageer op deze recensie