Een boek van iets
Tijdens een gesprek met Fotini Markopoulou, een theoretisch natuurkundige waarvan - o, schande! - de Nederlandse Wikipedia nog nooit gehoord heeft, moet Amanda Gefter aan de volgende regel uit een gedicht van Jorge Luis Borges denken:
"Voorzijde zonder keerzijde, munt met één kant, de kant van dingen".
Deze regel schiet haar te binnen op het moment dat Markopoulou uitlegt dat zij van plan is om "het probleem van de kwantumkosmologie aan de orde te stellen zonder in de val van die vervloekte vergelijking te trappen, en met Smolins uitspraak in gedachten dat het eerste principe van de kosmologie 'Er is niets buiten het universum om' moet zijn."
Die Borgeaanse munt met één kant, hoe moeilijk voorstelbaar dat ook is, verbeeldt exact wat het eerste principe van Smolin inhoudt en maakt verdere uitleg overbodig. Wat de Schrödingervergelijking precies zegt of bewijst is voor iemand die, net als ik, wis- en natuurkunde met de snelheid van het licht heeft laten vallen op de middelbare school, absoluut onbegrijpelijk totdat het wereldberoemde gedachtenexperiment met die levenddode kat in een kist langskomt.
Gefter bespreekt geen formules, berekeningen of vergelijkingen, en krijgt het desondanks voor elkaar om kristalhelder duidelijk te maken wat Markopoulou bedoelt en wil bereiken. Dat lukt haar niet alleen met Markopoulou, maar ze legt de ideeën van John Wheeler, Richard Feynman, Henri Poincaré, Raphael Bousso, Stephen Hawking, Edward Witten, Leonard Susskind, Steven Weinberg, Carlo Rovelli, en vele, vele andere natuurkundigen net zo elegant en ondubbelzinnig helder uit. Slechts voor Einstein maakt ze een uitzondering; dan staat daar in volle glorie E=mc2. Maar die formule mag, want wat daar staat weet iedereen: iets met massa en energie en dat dat hetzelfde moet blijven...
Het formule-arme en waarschijnlijk mede daardoor (ook) voor alfa’s uitermate begrijpelijke en plezierig te lezen In Einsteins achtertuin begint met het hoofdstuk Het ultiemewerkelijkheidsfeestje partycrashen waarin Gefter vertelt hoe zij, samen met haar vader, John Wheelers Science and ultimate reality-feestje binnenglipt als gevolg van haar vaders voorstel om op zoek te gaan naar het "niets", of - anders gezegd - de ultieme werkelijkheid. En naar hoe "iets" uit "niets" kon ontstaan.
Geïnspireerd door alles wat ze op dit feestje horen, maken ze een lijst van "dingen" waarvan ze vermoeden dat die in aanmerking komen voor de titel "ultiem werkelijk"; alle "dingen" die altijd hetzelfde zijn, nooit veranderen, oftewel invariant zijn. Wie of wat er, wanneer, waarvandaan ook naar kijkt, "ze" zijn overal en altijd hetzelfde.
Wat volgt is het verslag van een jarenlange zoektocht die niet alleen Gefters leven vormgeeft, maar haar tevens de gelegenheid geeft om haar eigen 'schrijversstem' te vinden, met als resultaat dit belachelijk spannende en onbegrijpelijk leesbare boek over ideeën die in de loop der tijd geleefd hebben en leven in ... de theoretische natuurkunde! In Einsteins achtertuin leest bij tijd en wijle bijna als een thriller waarin dan wel geen menselijke slachtoffers vallen, maar waarin een kwamtumrat wel zijn staart kwijtraakt, er een bende ultieme werkelijkheidsdingen het onderzoek niet overleven en – waarschijnlijk - een olifant in een zwart gat verdwijnt.
Natuurkunde zoals Gefter het vertelt, is levend, begrijpelijk en spannend. Wat een avonturen zijn daar te beleven, en wat een fantastische puzzels om op te lossen! Met terugwerkende kracht verwijt ik de docenten op mijn middelbare school dat ze me niet op dezelfde manier hebben laten zien en ervaren hoe raadselachtig en vooral uitdagend natuurkunde is.
Dankzij Amanda Gefter, én vertalers Ingrid Ottevanger en Wim Scherpenisse die voor een geweldige vertaling hebben gezorgd, is het mij vergund om dan misschien wel geen natuurkundige te worden, maar ga ik wel Gödel, Escher en Bach uit de boekenkast halen, om het stof eraf te blazen en open te slaan, omdat ik nu eindelijk het lef heb om dat boek te lezen.
Reageer op deze recensie