Lezersrecensie
Nog steeds boos om het verlies
22 juli 2015
Wat een overdonderend en fantastisch boek. Het valt in het begin niet mee, omdat je 'moet' wennen aan de wijze waarop de mensen (nomaden en chinezen) zo nu en dan in plaats van een gesprek, redevoeringen lijken te houden, maar dat is eigenlijk het enige kritiekpunt dat ik heb. En dat valt weg tegen al het andere dat dit boek geeft.
Het is zo nu en dan gruwelijk, het beschrijft het (echt) keiharde overleven van mensen en dieren op de Mongoolse steppen. Je leest niet alleen over het 'grote en het kleine leven'.. je beleeft het, je voelt het. Met elke pagina die je omslaat wordt je er verder in getrokken en ga je het meer beleven.
Prachtig, zoals de religie of filosofie of - zo je wilt - de symboliek van de nomaden ervoor zorgt dat de steppe de steppe blijft en ervoor zorgt dat je je grootste vijand, tevens als je grootste medestander, zelfs totem beschouwt. Deze religie/filosofie in zijn context, in zijn tijd heeft zin... zoveel zin dat het werkt voor allemaal: de mensen, de wolven, de gazellen, het gras, de muizen, de koeien, schapen en paarden van de nomaden. Alles houdt elkaar in evenwicht.
Totdat de mens, in dit geval de (han-)chinezen het eigenlijk allemaal maar jammer en verspilling vinden. Zo weinig mensen, zoveel land, dat moet beter kunnen. Hoe dat 'beter' in zijn werk gaat en wat de gevolgen zijn, moet iedereen zelf maar tot zich nemen.
Ik bleef aan het eind van het boek over met een gevoel van verlies.. Verlies op allerlei niveau's, omdat het ook op zoveel niveau's in het boek aan de orde komt. Van het verlies van de zwanen, de wolvenwelp, de wolvenroedels, de gazellen, het gras, het leven. En boosheid, ook boosheid om datzelfde verlies. Het is inmiddels al een tijdje geleden dat ik het boek uitgelezen heb en helemaal nu ik dit schrijf voel ik het verdriet en die boosheid weer opkomen.
Gelezen (en recensie geschreven) in september 2008. En weer, nu, op 21 juli 2015, schieten de tranen in mijn ogen om het verlies. En ben ik boos. Om het verlies.
Het is zo nu en dan gruwelijk, het beschrijft het (echt) keiharde overleven van mensen en dieren op de Mongoolse steppen. Je leest niet alleen over het 'grote en het kleine leven'.. je beleeft het, je voelt het. Met elke pagina die je omslaat wordt je er verder in getrokken en ga je het meer beleven.
Prachtig, zoals de religie of filosofie of - zo je wilt - de symboliek van de nomaden ervoor zorgt dat de steppe de steppe blijft en ervoor zorgt dat je je grootste vijand, tevens als je grootste medestander, zelfs totem beschouwt. Deze religie/filosofie in zijn context, in zijn tijd heeft zin... zoveel zin dat het werkt voor allemaal: de mensen, de wolven, de gazellen, het gras, de muizen, de koeien, schapen en paarden van de nomaden. Alles houdt elkaar in evenwicht.
Totdat de mens, in dit geval de (han-)chinezen het eigenlijk allemaal maar jammer en verspilling vinden. Zo weinig mensen, zoveel land, dat moet beter kunnen. Hoe dat 'beter' in zijn werk gaat en wat de gevolgen zijn, moet iedereen zelf maar tot zich nemen.
Ik bleef aan het eind van het boek over met een gevoel van verlies.. Verlies op allerlei niveau's, omdat het ook op zoveel niveau's in het boek aan de orde komt. Van het verlies van de zwanen, de wolvenwelp, de wolvenroedels, de gazellen, het gras, het leven. En boosheid, ook boosheid om datzelfde verlies. Het is inmiddels al een tijdje geleden dat ik het boek uitgelezen heb en helemaal nu ik dit schrijf voel ik het verdriet en die boosheid weer opkomen.
Gelezen (en recensie geschreven) in september 2008. En weer, nu, op 21 juli 2015, schieten de tranen in mijn ogen om het verlies. En ben ik boos. Om het verlies.
1
Reageer op deze recensie