Misdaadsoap met veel spektakel maar gebrek aan inleving
Actie en spektakel. Kriskras reizen door Europa en naar verre oorden als Colombia en Rusland. De opvolger trekt alle registers open. Een tweede boek over heftige perikelen rond een Zweedse maffiafamilie, die in De vuurdoop al zwaar onder vuur kwam te liggen. Mocht dit klinken als een veelbelovend concept voor een televisiemisdaadserie, dan kan dat kloppen. Auteur Alexander Söderberg was al een bekend scenarioschrijver voor hij zich aan het schrijven van thrillers waagde.
Dat hij zijn vak beheerst blijkt in zijn boeken uit een bombardement aan bedrijvigheid en een reeks personages die naar believen ten tonele wordt gevoerd of verwijderd, springend van de ene cliffhanger naar de andere, alles flink gelardeerd met geweld.
De hoofdlijn van het verhaal gaat over verpleegster Sophie Brinkman die in het nauw zit wanneer gangsterbaas en tevens haar geliefde Hector Guzman na een aanslag in coma raakt. Zij is in de ogen van zijn compagnons de aangewezen persoon om op de loer liggende leveranciers annex rivaliserende maffiabendes een rad voor ogen te draaien. Steeds weer moet zij opdraven: “Geen sprake van een crisis binnen de organisatie, Hector zit tijdelijk ondergedoken.” Als zowel haar zoon als de verzwegen bastaardzoon van Hector door onbekenden worden ontvoerd volgt een kat-en-muisspel tussen alle betrokken Zweedse, Duitse en Colombiaanse partijen. Wie heeft wie, en hoe kunnen eventuele troeven tegen elkaar worden uitgespeeld? Tussen alle bedrijven door rommelt ook nog een team van de Zweedse politie rond, waarvan een lid een essentiële, zij het niet bepaald wenselijke bijdrage heeft geleverd aan de neergang van de Zweedse clan.
Het lezen van De opvolger is lekker achteroverleunen en alle sensatie over je heen laten komen. Het eerste deel hoef je niet gelezen te hebben, Söderberg vat geregeld samen wat zijn personages eerder hebben beleefd. Hij maakt eigenlijk voortdurend duidelijk hoe de vork in de steel zit en een beroep doen op je thrilleranalytische brein is dan ook vooral nodig om vlot te schakelen tussen de verhaallijnen. Want behalve dat het er veel zijn, is er nog een reden waarom zij verwarrend zijn: de personages willen niet echt tot leven komen. Niet alleen dankzij op elkaar lijkende namen (stoere mannen Miles en Michael, de misdaadbroers Ralf en Roland Gentz) maar ook door zwak typerende kenmerken en motieven lijken de personages inwisselbaar. Als lezer voel je weinig betrokkenheid en bots je regelmatig tegen een groot gebrek aan inleving, zoals in: “Zij wist iets dat zij niet wisten […], wist ook dat ze dat niet kon zeggen omdat de gevolgen dan niet te overzien waren”. De dubio waarin Sophie staat is in dit geval niet echt voelbaar. Wanneer er wordt opgemerkt: “Hij herkende haar nieuwsgierigheid. Die was er voortdurend, als een ziekelijke dwang” komt dat behoorlijk als verrassing, aangezien die bewuste nieuwsgierigheid tot dan toe niet echt noemenswaardig was. En dan is er ook nog het totale gebrek aan morele beleving. Niet één van de personages, good noch bad guy, hoe degelijk ook neergezet met achtergrond inclusief besognes, staat ook maar een moment stil bij de ethiek van zijn daden. Geen sprake van verklaringen of goedpraterij, laat staan wroeging. Zelfs de dodelijke ziekte van de vrouw van een van de slechteriken maakt van hem geen door wanhoop gedreven man. Haar ziekte is weinig meer dan nog een mooi, wreed plotje in de misdaadsoap.
Het hoge scenariogehalte van De opvolger is zowel een plus- als minpunt. Söderberg is met woorden goed in het toveren van flitsende beelden voor het geestesoog. Minder goed slaagt hij erin feeling te creëren en om inherent informatie over te brengen zonder de dingen te noemen. ‘Show don’t tell’ werkt in boeken anders dan op een beeldscherm. Het resultaat is als het kijken naar een serie waar je per ongeluk in valt. Lekker tijdverdrijf, maar een volgende aflevering hoeft niet per se.
Reageer op deze recensie