Lezersrecensie
Een schijnbaar gevaarlijk subjectief beroep
Ze is irritant en onweerstaanbaar tegelijk, Stella, een jonge Borderline-patiënte die gemiddeld eens in de twee weken een zelfmoordpoging doet. In De psychiater en het meisje van Erik Rozing drijft ze haar eveneens jonge, onervaren psychiater Edgar bijna tot wanhoop. Edgars leven is al een puinhoop. Sterker nog, hij hééft eigenlijk geen leven meer. Het is uit met zijn vriendin en zijn geliefde oma wil dood. Liefst met zijn hulp. Stella dringt vrijpostig Edgars leven binnen en er ontstaat een bizarre driehoeksverhouding tussen hen en Stella’s ‘kloon’, Nel, een andere Borderline-patiënte die Stella in alles navolgt.
Quasi-absurde situaties hier worden niet zelden gecreëerd door verwarring en irritatie wanneer Edgar niet gewoon zegt waar het op staat, geen grenzen trekt. Het maakt pijnlijk merkbaar hoe moeilijk de lijn tussen geestelijk ‘normaal’ en ziek te duiden is. Het morele aspect van de arts/patiëntrelatie heeft de overhand: moet Edgar Stella afhouden? Er zijn momenten waarop de leek wil uitroepen “Wat doe je toch, sukkel?!” of Edgar voor ‘laffe moraalridder’ wil uitmaken. Zijn beroep schijnt gevaarlijk subjectief, maar ondanks Edgars met de lezers gedeelde gebrekkige vertrouwen in een juiste diagnose heeft hij het vaak wel degelijk bij het juiste eind.
De psychiater en het meisje is het verhaal van een psychiater in wording, een coming-of- age roman. Een drama, beleefd door een psychiater die daarna pas aan zijn éigen genezing en leven kan beginnen. Opgeschreven in een losse, wat rommelige schrijfstijl zonder mooischrijverij, op een enkele sterke oneliner na. Meestal met onbedoeld, maar soms ook bewúst absurdisme, waardoor het soms afstoot, soms vertedert, maar hoe dan ook de gemoederen om schoffelt. Het is precies deze fenomenale stilistische en inhoudelijke onevenwichtigheid van De psychiater en het meisje die de ondoorgrondelijke psyche van de mens misschien nog niet te bevatten, maar in elk geval wel vatbaarder maakt.
Quasi-absurde situaties hier worden niet zelden gecreëerd door verwarring en irritatie wanneer Edgar niet gewoon zegt waar het op staat, geen grenzen trekt. Het maakt pijnlijk merkbaar hoe moeilijk de lijn tussen geestelijk ‘normaal’ en ziek te duiden is. Het morele aspect van de arts/patiëntrelatie heeft de overhand: moet Edgar Stella afhouden? Er zijn momenten waarop de leek wil uitroepen “Wat doe je toch, sukkel?!” of Edgar voor ‘laffe moraalridder’ wil uitmaken. Zijn beroep schijnt gevaarlijk subjectief, maar ondanks Edgars met de lezers gedeelde gebrekkige vertrouwen in een juiste diagnose heeft hij het vaak wel degelijk bij het juiste eind.
De psychiater en het meisje is het verhaal van een psychiater in wording, een coming-of- age roman. Een drama, beleefd door een psychiater die daarna pas aan zijn éigen genezing en leven kan beginnen. Opgeschreven in een losse, wat rommelige schrijfstijl zonder mooischrijverij, op een enkele sterke oneliner na. Meestal met onbedoeld, maar soms ook bewúst absurdisme, waardoor het soms afstoot, soms vertedert, maar hoe dan ook de gemoederen om schoffelt. Het is precies deze fenomenale stilistische en inhoudelijke onevenwichtigheid van De psychiater en het meisje die de ondoorgrondelijke psyche van de mens misschien nog niet te bevatten, maar in elk geval wel vatbaarder maakt.
1
Reageer op deze recensie