De kracht van visualiseren
Wiskunde is overal. Het klinkt goed, maar is het ook zo? We hebben vast allemaal ooit gehoord dat de natuur een en al wiskunde is. Maar hoe veraf of dichtbij is de wiskunde als we een doorsnee dag in ons leven bekijken? Hoeveel wiskunde komen we dan tegen? Ben Orlin vertelt het op zijn eigen bijzondere manier. Waarom alleen droge tekst schrijven, als je dingen net zo goed kunt visualiseren, moet hij gedacht hebben. En dus maakt hij gretig gebruik van de bekende stokpoppetjes, figuurtjes waarbij de armen en benen uit slechts een paar strepen bestaan.
Ben Orlin is leraar wiskunde op een middelbare school en het brein achter de succesvolle blog Math with Bad Drawings, die in 2013 het levenslicht zag. Hij schrijft over wiskunde voor een paar grote Amerikaanse dagbladen en tijdschriften, waaronder de Los Angeles Times, de Chicago Tribune en The Atlantic. Hij heeft het tot zijn missie gemaakt om (vooral jonge) mensen te overtuigen van het nut en het mooie van wiskunde.
Wiskunde is overal is opgebouwd als een schoolboek. Zo kregen de zes delen waaruit het (loodzware) boek is opgebouwd elk een ander kleurtje toebedeeld. Helemaal op het einde vind je de ‘noten’, afgedrukt in een lettergrootte die pijn doet aan de ogen, met extra informatie over wat voorafging. Het boek begint vrij ludiek: hoe denken leerlingen over wiskunde? Maar ook: hoe kijken wiskundigen en natuurkundigen naar elkaar? Wat volgt is heel veel geometrie, kansberekening en statistiek. Wat kunnen dobbelstenen ons vertellen? Waarom mag je statistieken nooit (zomaar) vertrouwen? En we gaan, bijna vanzelfsprekend voor een boek dat wil aantonen dat wiskunde overal is, de economische toer op.
‘Je leert meer over wiskunde door secuur te denken dan door snel te denken, net zoals je meer over plantkunde leert door een grasspriet te bestuderen dan door als een gek door een korenveld te hollen.’
Wat mag je allemaal verwachten in dit boek? Een ode aan de driehoek, een resumé over papierformaten, een uitstapje naar het dierenrijk, loterijen en chromosomen. Orlin legt verzekeringen, hypotheken en zelfs belastingschijven onder de loep en vraagt zich af wat het nut van onderzoeksresultaten is. En taalliefhebbers worden net iets alerter wanneer hij statistieken loslaat op het woordgebruik en de grammatica in boeken.
‘Hoe kunnen we wijs worden uit een systeem waarin één onzichtbare stap gigantische en onmetelijke gevolgen kan hebben?’
Wiskunde is overal is in een zeer begrijpelijke taal geschreven. Wie geen Star Wars-fan is, hoort het alleen even donderen in Keulen wanneer het over de geometrie van de Death Star gaat… Het boek is heel Amerikaans, en dat is voor de doorsnee lezer in Nederland en Vlaanderen best jammer. Die is immers niet zo thuis in cricket, honkbal, slaggemiddelden, hits en runs. Hetzelfde geldt voor de Amerikaanse verkiezingen en bijvoorbeeld het systeem van de kiescolleges. Gelukkig komt de Zweedse Astrid Lindgren een keer om het hoekje kijken, wanneer het gaat over het betalen van belastingen. Het hele boek is doorspekt met humor, of zijn het gewild grappige uitspraken? Het is de stijl van Orlin, maar een meerwaarde is het niet.
Wanneer je Wiskunde is overal leest, heb je zelden het gevoel dat je een boek over wiskunde leest. Is dat positief of negatief? Iedereen zal dat anders aanvoelen. Het boek beperkt zich tot slechts een paar thema’s en toepassingen, je kunt je dus afvragen of de titel echt goed gekozen is. Op de vraag of je door het lezen van dit boek veel nieuws opsteekt, is het antwoord jammer genoeg nee. Tenzij je bedenkt dat de doelgroep voornamelijk jonge mensen zijn, die willen begrijpen hoe die saaie wiskunde van op school toch haar plekje in ons leven heeft.
Reageer op deze recensie