Constant balanceren tussen nachtmerrie en wakker zijn
Beginnen alle verhalen werkelijk in een kamer? Voor auteur en dichter Wouter Godijn (1955) is het een vaststaand feit. Daarom ook heet zijn nieuwe roman De kamer waar alle verhalen beginnen. In welke kamer, om precies te zijn? In de slaapkamer, waarin het hoofdpersonage er stevig op los droomt.
“De meeste dromen ben je al vergeten als je wakker wordt, maar er zitten exemplaren tussen die je je zelfs tientallen jaren later nog herinnert. Dit zou er zo een kunnen zijn. Het was wat ik een ‘troostdroom’ noem.”
Hij is een drieënzestigjarige redacteur thrillers, fantasy en sciencefiction; bezeten door zijn werk. Literatuur is voor hem een definitief afgesloten hoofdstuk. De man is ervan overtuigd dat hij al oud is. Zijn dromen staan allemaal in functie van de drie bovengenoemde genres die hij beheerst. In zijn slaap keert hij terug naar zijn jeugdjaren, waarbij hij opnieuw de trauma’s beleeft die hem hebben getekend. Vader is veel te vroeg overleden. Voor zijn zus heeft de protagonist een heel bijzondere – bijna ongezonde - adoratie. Moeder lijdt aan depressies, toch doet ze haar uiterste best voor haar kinderen. De vrouw loopt op dramatische wijze in de val van het leven. Zal de redacteur het redden?
Dit verhaal wordt beschenen door felle, ingekleurde lampen; specifiek die van thrillers, fantasy en sciencefiction. Tijdens het lezen stuit je op een aantal vragen, zoals: zijn het lugubere dromen, waanbeelden? Wie blijft een leven lang opgezadeld met het gevoel schuld aan iets te hebben? Wat is realiteit, wat niet? Heeft het menselijk bestaan echt wel enige zin? Ontspoort hij, of toch niet? Hoe is de verhouding tussen broer en zus?
An sich is dit een zwaar beladen roman; toch slaagt schrijver en dichter Wouter Godijn er wonderbaarlijk in, zijn verbeelding te vertalen naar een intrigerend boek. De emoties, spanningen, humor, verbazing en verwarring strijden om te kunnen zegevieren.
“Er werd gedanst, Sanne danste ook. Ze wiegde met – álles waar ze mee kon wiegen, wat was ze prachtig! Vervolgens danste ik opeens met het meisje met de zwarte vlecht.”
De redacteur – of is het de auteur zelf - schetst het leven als een enorme janboel, waarbij slechts sporadisch ruimte is gemaakt voor wat schoonheid en plezier. De lezer krijgt heel wat contradictoire gevoelens aangereikt door Wouter Godijn. Het boek vergt een doorgezette inspanning van je brein.
Ook met De kamer waar alle verhalen beginnen, pakkend en ironisch tegelijk, etaleert Godijn nogmaals zijn stilistische talenten, alsook zijn spetterende taal.
Constant balanceren tussen nachtmerrie en wakker zijn.
Reageer op deze recensie