Scherpzinnig en stoutmoedig romandebuut
“Zwarte hartjes in het witte stof.
Twee vingers, dezelfde beweging.
Boogje boogje punt.
Boogje boogje punt.
Boogje
Boogje
Punt”
Het is heel duidelijk dat de Vlaamse Siel Verhanneman (1989) graag speelt met taal. De Kortrijkse dichteres schrijft met Of iedereen gaat dood haar debuutroman. Duizenden volgers op Instagram lezen en becommentariëren haar gedichten. Ze droomt ervan ooit voltijds te kunnen schrijven.
Hoe een psychotherapeute in de ban raakt van de duistere hersenkronkels van haar cliënt. Na het overlijden van zijn vader werkt het brein van Lander op volle toeren. Het verlies van zijn schepper hakt er stevig bij hem in; daarom gaat hij in therapie bij Saskia. Zij verneemt steeds meer en meer over Landers vader. Het gevolg hiervan is dat ook zij afdwaalt in een obscure wereld.
Afscheid nemen van iemand die je dierbaar is; voor Verhanneman is dit geen onbekend fenomeen. Sinds de dood van haar vader en zus concentreert ze zich nog meer op het schrijven. Wellicht om het gemis op te vullen; schrijven als een therapie, in de hoop om te kunnen gaan met verdriet en het rouwproces. De twee protagonisten hebben angst en voelen zich geïsoleerd.
Of iedereen gaat dood is helemaal geen vrolijk maar wel een heftig verhaal. Het is een korte roman die broosheid uitstraalt. Op een krachtige wijze schetst de auteur de menselijke band tussen Saskia en Lander. Er staat iets te gebeuren, maar wat? Hoe ver willen ze beiden gaan? Tevens krijgt de lezer een idee over hoe de therapeute zelf de behandeling ervaart. De typering van de belangrijkste karakters is in ieder geval geslaagd.
“Als je niemand in de buurt hebt om mee te overleggen, overleg je met jezelf. Ze zucht. Afschudden, Saskia. Maar ze weet dat het helpt.”
Verlies, isolement, angst en pijn versus liefde. Het zijn belangrijke, maar tegelijk ernstige en forse thema’s uit het boek. Toch slaagt Siel Verhanneman erin dit alles weer te geven in een heldere, hedendaagse taal. Op die manier wordt het nooit loodzwaar. Opmerkelijk toch dat dit boek - bij momenten - te fel neigt naar poëzie. Ook komen sommige beschrijvingen ietwat gekunsteld over. Het zijn slechts enkele beginnersfouten, die in een volgende novelle of roman meer dan waarschijnlijk niet meer tevoorschijn gaan komen.
In West-Vlaanderen zou men het dankwoord van de schrijfster bestempelen als ‘skitterend’ (schitterend). Dat is het zeker en pakkend eveneens; vooral wanneer ze haar vader en zus zaliger toespreekt.
“Nu, achter onze ogen kies ik voor het laatste maar ik weet dat je daarna heel je adresboek zou mailen dat jouw dochter een boek heeft geschreven.”
Een scherpzinnige en stoutmoedige debuutroman, neergeschreven door een veelbelovende romancier.
Reageer op deze recensie