Lezersrecensie
Intrigerend verhaal over de koningin van de pulp
Een lot uit de loterij, een geniaal en getalenteerd schrijfster en geliefd door haar grote schare fans. Dat is hoe Angelica (Angel) Deverell zichzelf ziet. Dit in tegenstelling tot de rest van de wereld. Die ziet haar zoals ze werkelijk is: hautain, minzaam, excentriek maar bovenal tenenkrommend absurd. Maar Angel is enorm blij met zichzelf en heeft lak aan alles en iedereen die daar anders over denkt. Haar leven draait om haar en haar alleen zonder enige empathie voor anderen. Ze heeft alle trekjes van een narcist en ondanks dat ze eigenlijk onuitstaanbaar is, ga je toch van haar houden. Want tegelijkertijd is ze diep van binnen onzeker en bang en trekt ze hoge muren rond zichzelf op om zo de harde buitenwereld buiten te sluiten.
Elizabeth Taylor heeft hiermee voor haar roman Angel een enorm intrigerende hoofdpersoon geschapen die langzaam maar zeker elke vorm van realiteit kwijt raakt en steeds verder wegzakt in haar eigen fantasiewereld, die volkomen buiten de werkelijkheid staat. Hoewel Angel een fictief persoon is, heeft Taylor haar geportretteerd naar een mix van verschillende schrijfsters van het melodramatische, romantische genre uit het begin van de 20e eeuw. Taylor beschrijft het leven van Angel met een vleug fijnzinnige humor. Het excentrieke karakter van Angel is soms zo bizar dat je er, ondanks dat het eigenlijk heel triest is, toch om moet lachen. Zo geeft Angel haar haar eigen draai aan als mensen haar niet langer herkennen omdat haar beroemdheid tanende is:. Citaat: “Ze verwachtte niet dat ze een buiging voor haar maakten, zei ze tegen zichzelf, maar die norse blikken begreep ze niet. De mensen van de cottages hadden natuurlijk te veel ontzag voor haar, bedacht ze, want ze was niet alleen de vrouw van de landheer, zoals ze gewend waren, maar ook een beroemdheid, een vrouw van de wereld. Dat ze niet wisten hoe ze zich moesten gedragen was te begrijpen. Met haar potten jam en haar runderbouillon ging ze op pad om hun de weg te wijzen. Ze begon een gevreesde verschijning te worden in de streek”. Door de aansprekende schrijfstijl van Elizabeth Taylor zie je gewoon voor je hoe ze “een of andere weerloze invalide uit haar werk zit voor te lezen” en “het hele dorp afstruint, mensen lastigvalt die zich niet lekker voelen, en die arme kleine Doris Nott schrik aanjaagt als ze met hoge koorts in bed ligt, haar gaat zitten voorlezen totdat ze radeloos is van angst”. Op het eind weet Taylor je echt te raken als ze het treurige eind van Angels leven beschrijft.
Ondanks dat het boek al in 1957 is gepubliceerd, doet het heel modern aan en heb je niet het gevoel dat je een boek aan het lezen bent dat 60 jaar geleden uitgegeven is. Dat zegt wel iets over de tijdloosheid van het boek en wellicht ook over de vaardige vertaling door Mieke Prins. Angel is een mooie roman over een bijzondere tot de verbeelding sprekende vrouw. Een vrouw waar je in het echte leven gillend gek van zou worden, maar als romanfiguur een warm plaatsje in je hart inneemt.
Elizabeth Taylor heeft hiermee voor haar roman Angel een enorm intrigerende hoofdpersoon geschapen die langzaam maar zeker elke vorm van realiteit kwijt raakt en steeds verder wegzakt in haar eigen fantasiewereld, die volkomen buiten de werkelijkheid staat. Hoewel Angel een fictief persoon is, heeft Taylor haar geportretteerd naar een mix van verschillende schrijfsters van het melodramatische, romantische genre uit het begin van de 20e eeuw. Taylor beschrijft het leven van Angel met een vleug fijnzinnige humor. Het excentrieke karakter van Angel is soms zo bizar dat je er, ondanks dat het eigenlijk heel triest is, toch om moet lachen. Zo geeft Angel haar haar eigen draai aan als mensen haar niet langer herkennen omdat haar beroemdheid tanende is:. Citaat: “Ze verwachtte niet dat ze een buiging voor haar maakten, zei ze tegen zichzelf, maar die norse blikken begreep ze niet. De mensen van de cottages hadden natuurlijk te veel ontzag voor haar, bedacht ze, want ze was niet alleen de vrouw van de landheer, zoals ze gewend waren, maar ook een beroemdheid, een vrouw van de wereld. Dat ze niet wisten hoe ze zich moesten gedragen was te begrijpen. Met haar potten jam en haar runderbouillon ging ze op pad om hun de weg te wijzen. Ze begon een gevreesde verschijning te worden in de streek”. Door de aansprekende schrijfstijl van Elizabeth Taylor zie je gewoon voor je hoe ze “een of andere weerloze invalide uit haar werk zit voor te lezen” en “het hele dorp afstruint, mensen lastigvalt die zich niet lekker voelen, en die arme kleine Doris Nott schrik aanjaagt als ze met hoge koorts in bed ligt, haar gaat zitten voorlezen totdat ze radeloos is van angst”. Op het eind weet Taylor je echt te raken als ze het treurige eind van Angels leven beschrijft.
Ondanks dat het boek al in 1957 is gepubliceerd, doet het heel modern aan en heb je niet het gevoel dat je een boek aan het lezen bent dat 60 jaar geleden uitgegeven is. Dat zegt wel iets over de tijdloosheid van het boek en wellicht ook over de vaardige vertaling door Mieke Prins. Angel is een mooie roman over een bijzondere tot de verbeelding sprekende vrouw. Een vrouw waar je in het echte leven gillend gek van zou worden, maar als romanfiguur een warm plaatsje in je hart inneemt.
2
Reageer op deze recensie