Mooie mix van theorie en praktijk
In Wijn van Nederlandse Bodem krijgen we antwoord op de vraag hoe goed het gaat met de Nederlandse wijn en of we de smaak van de bodem, de invloed van terroir kunnen proeven in de wijn van vaderlandse bodem. Het resultaat van het TNO-onderzoek dat geologen Geert-Jan Vis en Denise Maljers in samenwerking met wijngaardier/oenoloog Stan Beurskens uitvoerden heeft geresulteerd in dit prachtig vormgegeven boek. Naast de uitkomsten van het onderzoek zijn ook de tien wijngaardiers, die geheel belangeloos aan het onderzoek hebben meegewerkt, geportretteerd. Het onderzoek wordt in begrijpelijke taal toegelicht en duidelijk gevisualiseerd door het gebruik van kleurrijke grafieken, diagrammen en illustraties. Ook de verklarende woordenlijst van de gebezigde vaktermen, die achter in het boek is opgenomen is handig.
De nog steeds veel gehoorde opmerking dat Nederland geen wijnland is, wordt weersproken door de onderzoekers. Steeds vaker kunnen de wijnen van vaderlandse bodem de vergelijking met wijnen uit de traditionele wijnlanden als Frankrijk prima doorstaan. De Nederlandse bodems zijn landbouwkundig gezien dan ook prima geschikt. Niet voor niets zijn er inmiddels 148 commerciële wijngaarden in Nederland die hun wijn veelal afzetten in hun eigen regio. Nederlandse wijn is vooral in de toeristische sector als streekproduct in trek. Ondanks dat het Nederlandse klimaat spelbreker zou kunnen zijn, hebben Vis en Maljers geconstateerd dat samen met de juiste rassen, een flinke dosis doorzettingsvermogen en passie een wijngaardier ook in Nederland een goede wijn kan maken. En aan passie en doorzettingsvermogen is bij de geportretteerde wijngaardiers geen gebrek. Allemaal praten ze vol liefde en bezieling over hun levenswerk.
De portretten van de wijngaardiers vormen een mooi afwisseling met het ‘technische’ gedeelte van het onderzoek. In de hoofdstukken die betrekking hebben op het onderzoek is er o.a. aandacht voor de geschiedenis van de Nederlandse wijnbouw. In het hoofdstuk dat gewijd is aan de geologie wordt via de verschillende geologische tijdvakken van het Paleozoïcum, het oudste tijdvak, tot het meest recente tijdvak, het Kenozoïcum uitgelegd hoe de Nederlandse bodem is ontstaan. Ook het belang van de werking van de bodem voor de wijnbouw komt aan de orde net als de vraag welke aspecten van het klimaat precies van belang zijn. De wijngaardiers die meewerkten aan het onderzoek hebben hun wijngaard op verschillende gronden. In Zuid-Limburg is dat löss en kalksteen en in de Achterhoek is dat rivierklei en zandgrond. Met behulp van een eenvoudig experiment is ten slotte onderzocht of deze verschillende bodems van invloed zijn op de smaak van de wijn en wat de invloed van het gebruik van verschillende soorten gisten is. Ook wordt ingegaan op de toekomst van de Nederlandse wijn en de conclusie is dat Nederland behoefte heeft aan een eigen wijn met een eigen stijl om trots op te zijn.
Een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in wijn in het algemeen en de Nederlandse wijnbouw met al zijn aspecten in het bijzonder.
Reageer op deze recensie