Portret van een gewelddadig huwelijk
“… Dit is niet het verhaal van één persoon, maar van miljoenen vrouwen in India die mishandeld worden, weet je. Mensen hebben het over de bescherming van koeien, niemand heeft het over de bescherming van vrouwen tegen geweld… “ Deze uitspraak van Meena Kandasamy in een televisie-interview met NDTV, te vinden op Youtube, is beslist niet bedoeld als grap.
In haar boek When I Hit You, een gefictionaliseerde roman over haar huwelijk, vertelt Kandasamy hoe zij, een feministische, politiek actieve, sensuele jonge schrijfster, tot haar eigen schrik en schaamte belandde in een huwelijk met een gewelddadige echtgenoot. Als ze met hem verhuist naar een regenachtig stadje in het zuiden van India waar hij doceert aan de universiteit, raakt ze meer en meer geïsoleerd. Zij spreekt de taal niet en hij gaat steeds meer haar sociale leven controleren: ze moet haar Facebook-account opschorten, hij eist toegang tot haar e-mailaccount, computer en telefoon en beperkt haar toegang tot internet. En dat is nog maar het begin: ze moet zich onopvallend kleden, het huishouden en het eten perfect verzorgen en een in alle opzichten dienstbare echtgenote worden. Het gaat van kwaad tot erger. Discussies en tegenspraak leiden tot fysiek geweld en uiteindelijk tot gruwelijke verkrachtingen. Het feit dat ze vóór hem met andere mannen samen is geweest verschaft hem het excuus om haar op alle mogelijke manieren te vernederen. Juist door het feit dat ze een geëmancipeerde vrouw is, lijkt dit hem des te meer voldoening te geven. Dat ze in het Engels schrijft maakt haar, in de ogen van deze stiekeme mislukte communist, tot een hoer in dienst van de oude koloniale onderdrukker. Schrijnend is dat haar ouders, die ze eenmaal per week mag bellen, haar aansporen om zich beter aan te passen en vooral bij hem te blijven, omdat zij zich anders voor haar zouden moeten schamen. Pas als hij haar met de dood bedreigt kan zij weg bij hem, terug naar haar ouders.
Hoe gruwelijk dit verhaal ook is, dat maakt het niet tot een lezenswaardig boek. Het zou het zoveelste arme-ik-verhaal kunnen zijn. Het zou ook een feministisch pamflet kunnen zijn, een pamflet dat in India heel hard nodig is. De kracht van dit boek is, dat Kandasamy dwars door alle ellende heen een schrijfster is en blijft; iemand die zichzelf en de ander kan observeren, die afstand en ironie en de wetten van de literatuur en het theater gebruikt om dit relaas tot een fascinerend literair werk te maken. Kandasamy begint het boek met het verhaal dat haar moeder later vertelt over haar ontsnapping uit dit huwelijk, en neemt vervolgens het narratief over door op soms ironische, soms sarcastische, soms op poëtische wijze te vertellen over haar leven voor en tijdens dit huwelijk. Ze doet dat zo goed dat je je echt in haar kunt inleven. Dan gaat ze over op de talloze manieren waarop ze in deze omstandigheden het hoofd boven water trachtte te houden: door dissociatie, door rebellie, door schijnaanpassing en vooral door te observeren en te beschrijven en steeds meer zichzelf te worden. Van dit alles een fascinerende roman maken is haar ultieme overwinning op deze man. Terecht kwam dit indrukwekkende boek op de shortlist voor de Women’s Prize for Literature.
Na haar eerste artikel over de mishandeling in haar huwelijk werd Kandasamy zwaar bekritiseerd door feministen binnen en buiten India: ze had het geweld niet moeten pikken, beter voor zichzelf moeten opkomen, kortom, blaming the victim. Maar huiselijk geweld is overal ter wereld een risico, nog steeds. Kandasamy laat, vijf jaar na haar huwelijk, met deze roman zien dat het mogelijk is een dergelijk drama te overleven en uiteindelijk de macht over jezelf en je eigen stem terug te veroveren. Ze blijft zelfs geloven in de liefde.
Reageer op deze recensie