Liefde voor het vak spat ervan af!
De naam Gerardo Soto y Koelemeijer zal niet bij iedereen een lampje doen branden. Toch heeft hij twee romans op zijn naam staan, Wiskundigen mogen niet huilen is zijn derde boek. Hij heeft literatuurwetenschap gestudeerd en is gepromoveerd in de wiskunde, een vak dat hij doceert op een middelbare school. In Wiskundigen mogen niet huilen blijkt hij ook een groot sportliefhebber te zijn en filosofie draagt hij ook een warm hart toe. Een man met veel interesses kortom, die mooi samenkomen in dit boek.
Wiskundigen mogen niet huilen bevat vijf essays over wiskunde, een vak dat door velen is verafschuwd, soms gehaat, en nou niet bepaald een vak waarvan je bij voorbaat verwacht dat daar een interessant boek over te schrijven valt, tenzij voor de liefhebbers. De auteur laat zien dat het wel degelijk mogelijk is. Het zijn stuk voor stuk zeer boeiende verhalen geworden die het lezen en herlezen meer dan waard zijn.
Het begint met de vraag wat wiskunde nou eigenlijk is. Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. Vergelijk het met vragen als wat is wetenschap, wat is literatuur? Lastige vragen, moeilijk te beantwoorden. Zijn eigen antwoord vindt hij door een fragment uit een boek van Octavio Paz. In diens ode aan poëzie vervangt hij het woord poëzie door wiskunde. Dat maakt op fraaie wijze heel duidelijk hoeveel liefde hij voor het vak wiskunde heeft.
Een ander essay gaat over twee supertalenten: de fenomenale schaker Bobby Fischer en de geniale wiskundige Alexander Grothendieck. Hun levens kennen veel parallellen. Van jongs af aan zijn zij monomaan op zoek naar de schoonheid van hun vak, met een bezetenheid om de beste te willen zijn, die voor gewone stervelingen niet te bevatten is. Maar ook: het ontsporen op latere leeftijd, gevolgd door een zelfverkozen isolement en een ronduit onmaatschappelijke houding.
Het voetbalgenie Maradona komt ook langs. In het essay dat aan hem en aan de wiskundige Wiles, beroemd door het bewijzen van het vermoeden van Fermat, is gewijd, is ook de verklaring te vinden voor de bijzondere titel. En het is prachtig, alleen dat al maakt het boek de moeite waard.
Gerardo Soto y Koelemeijer heeft een hele toegankelijke stijl. Hij slaagt er wonderbaarlijk goed in om complexe problemen heel helder weer te geven. Het idee om de levens, de werken en de toewijding van geniale wiskundigen te koppelen aan dat van dito sporters is een schot in de roos. Wiskundigen mogen niet huilen is, ondanks het weinig toegankelijke van de hogere wiskunde, een voor velen geschikt boek geworden. Hoewel hier en daar wel wat vergelijkingen, formules en bewijzen voorbij komen is het niet erg technisch.
Uit alles blijkt dat de auteur een enorme liefde heeft voor het vak. Dit maakt hij vooral duidelijk in zijn slotpleidooi over het onderwijs, een pleidooi voor een andere vorm van doceren van dit vak. Het is een hartstochtelijke liefdesverklaring aan de schoonheid van de wiskunde, een pleidooi waardoor je spontaan zin krijgt in differentiaalvergelijkingen en integraalrekeningen.
Reageer op deze recensie