Prachtige roman over leren liefhebben en leren loslaten
Medeleven, het vinden en verliezen van de ware liefde, onzekerheid; dit zijn maar enkele thema’s die naar voren komen in de debuut roman Vertel de wolven dat ik thuis ben van schrijfster Carol Rifka Brunt. Het boek heeft vooral in Amerika lovende kritieken gekregen en dat blijkt meer dan terecht.
Hoofdpersoon is de veertienjarige June Elbus. June heeft een oudere zus Greta die door haar acteer- en zangtalent populair is op school en hardwerkende ouders die zich als boekhouders te pletter werken. June is zelf niet populair en heeft weinig tot geen contacten met leeftijdgenootjes. Ze trekt zich ook regelmatig terug op haar eigen plekje in het bos zodat ze zich onbekommerd in haar favoriete tijd, de Middeleeuwen, kan wanen. Behoefte aan vriendinnen heeft June ook niet want er is maar één door wie ze zich echt begrepen voelt: haar oom Finn, een beroemd schilder. Wanneer hij sterft aan aids, voelt June zich alleen op de wereld. Ze weet dan nog niet dat dit snel zal veranderen. Op de begrafenis merkt ze een man op die zich wat afzijdig van de menigte houdt en de herdenkingsdienst ook niet bijwoont. Haar ouders lijken hem te kennen maar negeren hem totaal. Enkele dagen later ontvangt ze een pakje via de post. Hierin zit de theepot uit het appartement van haar oom Finn, samen met een briefje. Het briefje is van Toby, de man bij de begrafenis, die haar graag wil ontmoeten. Wanneer de twee na een aarzelend begin regelmatig met elkaar afspreken, blijkt dit onbewust gevolgen te hebben voor de relatie met haar ouders, maar vooral voor de relatie met haar zus.
Het boek begint wanneer June en haar zus zich door haar oom Finn laten portretteren. Dit is direct een heel krachtig hoofdstuk waarin duidelijk wordt hoe de verhoudingen binnen het gezin Elbus liggen en wat hierin de rol June’s peetoom Finn is. Als lezer begrijp je direct dat er onderhuids veel meer speelt dan dat de hoofdpersonen laten zien en daardoor word je meteen het verhaal in gesleurd. De schrijfster neemt je via de tiener June mee langs alle karakters van het verhaal. Aan de hand van June leert de lezer langzamerhand steeds meer van de emoties die bij haar familieleden spelen. Hierdoor krijgt de roman een boeiend opbouwend karakter. En net als je denkt dat alles duidelijk en uitgewerkt is, brengt Rifka Brunt de mooiste omwenteling van het boek waardoor het hele verhaal zowel figuurlijk als letterlijk gaat kloppen.
Maar niet alleen de verhaallijn maakt het boek een boeiende ervaring; de wijze waarop de schrijfster in de huid van June kruipt is bijna autobiografisch. De beschrijving van haar onzekerheden, de ruzies met haar zus en de observaties van de omgeving; ze lijken zo uit haar eigen tienerdagboek gekopieerd. Dit alles maakt het boek een intense ervaring over hoe mededogen ons weer één kan maken.
Reageer op deze recensie