Lezersrecensie
Geluk is het opwaarderen van tevredenheid
'Babygehalte', het debuut van de in het Belgische Landen wonende Kobe Lecompte (1979) is een associatieve roman. Allerlei gedachten, persoonlijke ervaringen, reflecties komen bij elkaar, maar gaan ook weer uiteen. Lecompte diende onder meer in het Belgische leger, deed in psychiatrische instellingen vijf jaar lang onderzoek naar verschillende ziektebeelden om zicht te krijgen op de menselijke psyche, is op zoek naar de essentie van het leven.
Je komt dat allemaal tegen in deze roman. Lecompte associeert op een heel vrije manier. Het lijkt wel of hij zonder na te denken opschrijft wat hem te binnen schiet. Maar een auteur schrijft natuurlijk niet zomaar lukraak. Hij heeft een doel. De hoofdvraag, en meteen het belangrijkste thema van deze roman is de zoektocht naar het geluk. Hoe kun je mensen die diep ongelukkig zijn toch gelukkig maken? Hoe kun je echt mens zijn? Daarop verder associërend zou je kunnen zeggen dat Kobe Lecompte met deze roman het onderzoek naar zichzelf verbeeldt. Zijn zoektocht naar het geluk, zijn twijfels, zijn meningen, zijn overdenkingen over wat hij in zijn leven meegemaakt heeft. “Ik kan enkel opdienen wat ik leerde,” schrijft de auteur op de achterflap van het boek.
'Babygehalte' vergt veel van de lezer. Die moet zich kunnen verplaatsen in de soms absurde, hallucinerende denkpatronen en gedachtenspinsels van de auteur en/of de hoofdpersoon. Die twee perspectieven lopen constant door elkaar. De lezer moet openstaan om de associërende passages de ruimte te geven. Nu eens lijken het abstracte overwegingen, dan schakelt de auteur plotseling over naar zijn eigen emoties, ervaringen, bevindingen. Misschien verwarrend, maar daarmee doet Lecompte juist recht aan het associërende karakter van zijn verhaal, zijn twijfels, zijn zoeken.
Het verhaal kan spelen in 1900, 1920 of 2098, zo staat te lezen in het eerste hoofdstuk. Het is dus een universeel verhaal. Het gaat over een man, Winter, die zich in de hemel woont en zich tijdens zijn leven inzette voor anderen en zichzelf niet op de eerste plaats zette. Hij zit op een wolk te wachten op een volgend leven. Maar dat wil er maar niet komen. Dan wordt hij door God teruggezonden naar de aarde om mensen op te sporen en gelukkig te maken. Hij wordt dus ‘op missie’ gezonden. Was de auteur ook niet zelf op missie in Mali?
De roman valt in drie grote delen, missies uiteen. In het eerste deel gaat Winter in Parijs op zoek naar de meest ongelukkige persoon. Dat is Marianne Legrand die hij moet benaderen in een psychiatrische observatieafdeling van het ziekenhuis. Hij beschrijft dat proces van dag tot dag en de lezer krijgt associaties met het scheppingsverhaal uit de Christelijke traditie. Marianne ontspoort steeds, maar Winter weet haar vertrouwen te geven, blijft dichtbij haar. Je leert Marianne beter kennen en komt er achter waardoor haar leven zo ontspoord is, ze een gespleten persoonlijkheid is met al die wisselende stemmingen, emoties.
“Marianne had twee kinderen wiens vader reeds lang vergeten was. Ze stond er alleen voor.”
Die gespletenheid, die tegenstellingen komen steeds terug: dagen van geluk wisselen dagen van eenzaamheid af, agressie en toenadering. Het lijkt of Marianne echt door Winter gered gaat worden. Winter wordt weer in de hemel opgenomen.
In het tweede deel komen ook weer bijbelse verwijzingen naar voren. In de hemelvilla van God zijn er drie mannen die zijn voeten wassen voor hij naar zijn tweede missie gestuurd wordt. Die speelt zich af in het Engelse Chatham en Margaret is degene die naar het geluk begeleid moet worden. Margaret is getekend door het leven, staat alleen, omdat haar man in dronken toestand verdronken is, samen met haar kleinzoon. Winter helpt Margaret tot ze in het ‘ouderlingentehuis’ opgenomen wordt. Kobe Lecompte is ook alcoholoog en begeleidt mensen met een drankprobleem. Hij had zelf een drankprobleem en woorden als psychotisch, borderline, opnames in inrichtingen, Peter Pansyndroom, het verdriet dat hij zijn familie deed komen letterlijk terug in het boek. Lecompte spaart zichzelf niet, is volstrekt eerlijk. Weer zo’n koppeling van feiten en de fictionele verwerking daarvan. Als je dit weet snap je ook de compositie van het boek veel beter.
Het slotdeel gaat over de missie naar Plakmans. die vastgeplakt raakt op de vijfde streep van een zebrapad, losgezaagd wordt en in het Museum van Natuurwetenschappen in Brussel wordt tentoongesteld. Winter ontdekt samen met hem heel veel baby’s, die bij hun ouders verdwijnen als die slapen en een eigen project opzetten: kennis aan volwassenen door te geven. Ze moeten uit het project zodra ze het eerste woord kunnen spreken. Baby’s zijn puur, onbevangen. Misschien is de mensheid gebaat bij een hoger ‘Babygehalte’. Zie daar de titel van het boek.
Het is een interessante roman, die ontsiert wordt door veel fouten. Het begint al met de ondertitel. Er staat op de eerste bladzijde ‘Een levensgids in een verhaal gegoten’ en op de pagina ernaast ‘Een levensverhaal in een verhaal gegoten’. Soms lopen de zinnen niet of schort er iets aan de formulering: ‘de maan ging teweeg brengen’ of ‘men moet niet aardig ‘besten doen’ om samen te horen met iemand of bij groepen.’ De spelling is ook regelmatig niet correct: ‘geroesemoes’ in plaats van het correcte ‘geroezemoes’; ‘de tijd was in grote getalen aanwezig’; dat moet ‘in groten getale’ zijn; en het is ‘Royal Mail’ in plaats van ‘The Royal mail.’ Nu eens staat er een punt achter de titel van het hoofdstuk en dan weer niet. De uitgeverij had wel veel meer aandacht aan de redactie mogen geven.
Dan zijn er ook nog die ‘rustpunten’ in de roman, cursief gedrukte passages. Die dienen voor de reflectie in de roman.
Kernzin in het verhaal is ‘Geluk is het opwaarderen van tevredenheid.' Op de laatste pagina van de roman komt de alles mooi samen en wordt duidelijk wat Kobe Lecompte wil zeggen met deze roman.
Je komt dat allemaal tegen in deze roman. Lecompte associeert op een heel vrije manier. Het lijkt wel of hij zonder na te denken opschrijft wat hem te binnen schiet. Maar een auteur schrijft natuurlijk niet zomaar lukraak. Hij heeft een doel. De hoofdvraag, en meteen het belangrijkste thema van deze roman is de zoektocht naar het geluk. Hoe kun je mensen die diep ongelukkig zijn toch gelukkig maken? Hoe kun je echt mens zijn? Daarop verder associërend zou je kunnen zeggen dat Kobe Lecompte met deze roman het onderzoek naar zichzelf verbeeldt. Zijn zoektocht naar het geluk, zijn twijfels, zijn meningen, zijn overdenkingen over wat hij in zijn leven meegemaakt heeft. “Ik kan enkel opdienen wat ik leerde,” schrijft de auteur op de achterflap van het boek.
'Babygehalte' vergt veel van de lezer. Die moet zich kunnen verplaatsen in de soms absurde, hallucinerende denkpatronen en gedachtenspinsels van de auteur en/of de hoofdpersoon. Die twee perspectieven lopen constant door elkaar. De lezer moet openstaan om de associërende passages de ruimte te geven. Nu eens lijken het abstracte overwegingen, dan schakelt de auteur plotseling over naar zijn eigen emoties, ervaringen, bevindingen. Misschien verwarrend, maar daarmee doet Lecompte juist recht aan het associërende karakter van zijn verhaal, zijn twijfels, zijn zoeken.
Het verhaal kan spelen in 1900, 1920 of 2098, zo staat te lezen in het eerste hoofdstuk. Het is dus een universeel verhaal. Het gaat over een man, Winter, die zich in de hemel woont en zich tijdens zijn leven inzette voor anderen en zichzelf niet op de eerste plaats zette. Hij zit op een wolk te wachten op een volgend leven. Maar dat wil er maar niet komen. Dan wordt hij door God teruggezonden naar de aarde om mensen op te sporen en gelukkig te maken. Hij wordt dus ‘op missie’ gezonden. Was de auteur ook niet zelf op missie in Mali?
De roman valt in drie grote delen, missies uiteen. In het eerste deel gaat Winter in Parijs op zoek naar de meest ongelukkige persoon. Dat is Marianne Legrand die hij moet benaderen in een psychiatrische observatieafdeling van het ziekenhuis. Hij beschrijft dat proces van dag tot dag en de lezer krijgt associaties met het scheppingsverhaal uit de Christelijke traditie. Marianne ontspoort steeds, maar Winter weet haar vertrouwen te geven, blijft dichtbij haar. Je leert Marianne beter kennen en komt er achter waardoor haar leven zo ontspoord is, ze een gespleten persoonlijkheid is met al die wisselende stemmingen, emoties.
“Marianne had twee kinderen wiens vader reeds lang vergeten was. Ze stond er alleen voor.”
Die gespletenheid, die tegenstellingen komen steeds terug: dagen van geluk wisselen dagen van eenzaamheid af, agressie en toenadering. Het lijkt of Marianne echt door Winter gered gaat worden. Winter wordt weer in de hemel opgenomen.
In het tweede deel komen ook weer bijbelse verwijzingen naar voren. In de hemelvilla van God zijn er drie mannen die zijn voeten wassen voor hij naar zijn tweede missie gestuurd wordt. Die speelt zich af in het Engelse Chatham en Margaret is degene die naar het geluk begeleid moet worden. Margaret is getekend door het leven, staat alleen, omdat haar man in dronken toestand verdronken is, samen met haar kleinzoon. Winter helpt Margaret tot ze in het ‘ouderlingentehuis’ opgenomen wordt. Kobe Lecompte is ook alcoholoog en begeleidt mensen met een drankprobleem. Hij had zelf een drankprobleem en woorden als psychotisch, borderline, opnames in inrichtingen, Peter Pansyndroom, het verdriet dat hij zijn familie deed komen letterlijk terug in het boek. Lecompte spaart zichzelf niet, is volstrekt eerlijk. Weer zo’n koppeling van feiten en de fictionele verwerking daarvan. Als je dit weet snap je ook de compositie van het boek veel beter.
Het slotdeel gaat over de missie naar Plakmans. die vastgeplakt raakt op de vijfde streep van een zebrapad, losgezaagd wordt en in het Museum van Natuurwetenschappen in Brussel wordt tentoongesteld. Winter ontdekt samen met hem heel veel baby’s, die bij hun ouders verdwijnen als die slapen en een eigen project opzetten: kennis aan volwassenen door te geven. Ze moeten uit het project zodra ze het eerste woord kunnen spreken. Baby’s zijn puur, onbevangen. Misschien is de mensheid gebaat bij een hoger ‘Babygehalte’. Zie daar de titel van het boek.
Het is een interessante roman, die ontsiert wordt door veel fouten. Het begint al met de ondertitel. Er staat op de eerste bladzijde ‘Een levensgids in een verhaal gegoten’ en op de pagina ernaast ‘Een levensverhaal in een verhaal gegoten’. Soms lopen de zinnen niet of schort er iets aan de formulering: ‘de maan ging teweeg brengen’ of ‘men moet niet aardig ‘besten doen’ om samen te horen met iemand of bij groepen.’ De spelling is ook regelmatig niet correct: ‘geroesemoes’ in plaats van het correcte ‘geroezemoes’; ‘de tijd was in grote getalen aanwezig’; dat moet ‘in groten getale’ zijn; en het is ‘Royal Mail’ in plaats van ‘The Royal mail.’ Nu eens staat er een punt achter de titel van het hoofdstuk en dan weer niet. De uitgeverij had wel veel meer aandacht aan de redactie mogen geven.
Dan zijn er ook nog die ‘rustpunten’ in de roman, cursief gedrukte passages. Die dienen voor de reflectie in de roman.
Kernzin in het verhaal is ‘Geluk is het opwaarderen van tevredenheid.' Op de laatste pagina van de roman komt de alles mooi samen en wordt duidelijk wat Kobe Lecompte wil zeggen met deze roman.
1
Reageer op deze recensie