Is alles in balans?
Op de cover van De Aanloopman, de tweede roman van Martine de Jong (1975), lijkt alles perfect in balans: een cirkel waarop op de middellijn een gestileerd huisje staat, heel alleen, ongerept. Om het huisje staat een halve beschermde cirkel en er onder de dreiging van de ‘ondergrondse’ wereld. Er is een boven- en een ondergrondse verhaallijn die uiteindelijk elkaar ontmoeten. Er gebeurt iets waardoor het evenwicht verstoord wordt. Het leidt tot een kettingreactie.
Johanna Schoonbrood, de ik-verteller in het boek, is twintig jaar weduwe en woont geïsoleerd op het Groningse platteland, boven op de gasbel van Slochteren. “Zelfs bij preventieve ruimingen van de vogelgriep hebben ze haar links laten liggen.” Ze mist haar plotseling overleden man erg. Ze heeft geen werk, geen relatie en het contact met haar twee in Amsterdam wonende dochters is minimaal. Lisanne, de jongste is getrouwd met haar oud-docent, Mischa, een professor die negenendertig jaar ouder is. Dat steekt Johanna. Johanna accepteert het leven zoals het is. Rust, leegte.
“Met licht ging ik slapen en met licht werd ik dan wakker, alsof de nacht zich verstopte in zichzelf. (…) Het was maart, het was koud en mijn adem veranderde in wolkjes”
Dan komt Kasper de Vries aanlopen, de aanloopman. Hij is op zoek naar werk en een plek om te wonen. Johanna laat hem binnen. Kasper repareert alles wat kapot is, weet zich een centrale plek in het leven van Johanna te verwerven en langzamerhand krijgen ze een relatie. Johanna krijgt weer perspectief, verandert, is verliefd. Zij laat alles over zich heenkomen en is gelukkig met Kasper, hoewel het tweetal elkaar eigenlijk niet echt goed kent. De liefde lijkt wederzijds. Er gebeuren bijzondere dingen rondom het huis. De aarde beeft soms. Er blijken ontzettend veel mieren te zijn, die een gigantisch nest hebben gebouwd en ook andere dieren zijn buitenproportioneel groot. De lezer wordt meegetrokken in een apocalyptisch scenario, waarbij de gevolgen van de aardgaswinning zich manifesteren. Hoe veilig is dan de grond waar je zo zorgeloos op woont? Is alles nog in balans?
“Er was niets angstiger dan het niet kunnen vertrouwen op de grond waarop je leefde.”
Martine de Jong weet de figuren – er is met alle personages iets aan de hand – reliëf te geven door gedoseerd informatie, vaak via flashbacks, over hen aan te reiken. Je zou De Aanloopman een tragisch-komische liefdesroman kunnen noemen. Liefde is het centrale thema. Toch is ieder personage op zijn manier eenzaam, maar niet alleen, leeft zijn eigen leven. De liefde blijkt steeds te overwinnen, ervoor te zorgen dat er samenhang is. De aardbevingen in Groningen zijn ook een metafoor voor wat zich in het leven van Johanna voltrekt: het leven dat door haar nieuwe liefde op zijn kop komt te staan, de toenadering tot haar kinderen. Haar leven verandert totaal. Overwint de liefde/het evenwicht uiteindelijk?
De auteur heeft een lichte manier van schrijven, schrijft heerlijke dialogen, weet met kleine cliffhangers en flashforwards de spanning goed vast te houden en de lezer aan het denken zetten. Zo opent Koningin Beatrix een tentoonstelling over de gasbel in Slochteren en vraagt ze Johanna of zij het ook zo afschuwelijk vindt om te wonen op de gasbel: “Mijn warme medeleven.” De spanning wordt steeds afgewisseld met humor. Zo loopt een verliefde Johanna met ingehouden buik langs de schuur waar Kasper in woont. Kasper slaapt onder een dekbed met een Minnie Mouseovertrek!
Het boek roept vragen op over de gevolgen van het menselijk handelen, over wat we mogen weten en wat niet. Het gaat over waarheid en fictie. Is iedereen wie hij ook werkelijk is en wat is er toch met Kasper aan de hand? Wat is het grote geheim? Is uiteindelijk de balans verstoord? Zet de Groninger Apocalyps door en slokt de aarde alles op? Vragen die de lezer zich constant stelt. Wat gebeurt er met dat huisje op de cover? Huiver mee richting de ontknoping.
Reageer op deze recensie