Lezersrecensie
Het geheim van Veendijk
“Slechts één naam was ervoor nodig geweest om een verandering in gang te zetten. Ze was de eerste sneeuwvlok van een lawine.”
Deze zin zindert door de hele debuutroman Eerste reserve van Rijan van Leest (1980) heen. De zin verwijst naar de mysterieuze Neva, maar ook naar de onderhuidse spanning in het gesloten vissersdorpje Veendijk. Als je dit dorp als buitenstaander bezoekt ben je een indringer. Alles lijkt zijn gangetje te gaan in het dorp. Simon van Wijk, de hoofdpersoon, heeft altijd het dorp willen verlaten, willen reizen, maar het is er steeds maar niet van gekomen. Hij is nu, we schrijven 2014, de beste visfileerder van het dorp, is getrouwd met Tessa, heeft een puberzoon, een hond en werk. Een brave dorpeling, maar niet gelukkig. “Ons huwelijk is niet gebouwd op liefde, maar op verantwoordelijkheidsgevoel en schaamte.” Maar er is meer aan de hand in het dorp, er broeit iets onder de oppervlakte.
Op de cover prijkt een aalscholver. De natuur, de rivier, de visserij spelen een grote rol in de setting van het boek. De aalscholver is voor de palingvisser de grootste concurrent. De aalscholver kan ook gezien worden als een metafoor voor datgene wat het echte geluk van Simon in de weg heeft gestaan. De vogel lijkt zwart, maar als je goed kijkt is hij heel donkergroen. Een mooie nuance die de metafoor nog sterker maakt.
De personages in Eerste reserve worden levensecht neergezet. Thema’s als onderdanigheid, stilzwijgen, verdriet, je schikken in je lot, maar ook opkomen voor jezelf, zelfvertrouwen, de keuze tussen je eigen geluk en dat van je familie, knellende dorpsstructuren spelen in het boek. De auteur weet de spanning prima vast te houden, maar ook te doseren door humor te gebruiken, heeft in haar stijl van schrijven veel aandacht voor het detail. De lezer kan zich goed identificeren met het verhaal.
En dan is er die fantastische eerste zin die je meteen in het verhaal trekt: “Die ochtend leek niets er op dat de leugen die Simon leefde op instorten stond.” Op allerlei momenten weet de auteur zo’n zin uit haar pen te toveren, die je meteen weer op scherp zet.
Rijan van Leest weet op ingenieuze wijze twee grote verhaallijnen met elkaar te verbinden. De ene speelt zich af in 1998 en de andere in 2014. Na zestien jaar komt Neva in 2014 terug in het dorp en worden de grote geheimen van Veendijk afgepeld. In flashbacks krijgt de lezer steeds meer zicht op wat er in het dorp gebeurd is: de moeizame liefdesrelaties (over de moeder van Neva, de vader van Simon, de onbereikbare liefde van Walter, de opa van Neva) die er zijn, zaken die vermoed worden maar in de schoot van het dorp verborgen blijven. Het getal drie speelt een rol in het boek: drie liefdes, Simon loopt drie keer een forse ‘wond’ op en wordt drie keer door Neva gered, drie familieleden van Simon komen door verdrinking in de rivier om het leven, Neva verschijnt drie keer in zijn leven. Het is niet alleen het verhaal van Simon, maar eigenlijk een kroniek over de verborgen historie van Veendijk.
“Een vlucht ganzen naderde. Ganzen hoorde je alleen als er verandering op komst was, geloofde Simon.” Wederom zo’n zin die je meteen pakt.
Als tienjarige heeft Simon de twee jaar jongere Neva – een opvallend meisje met een skateboard onder de arm, met een neongroene pet met de klep naar links. “Dit meisje zag eruit alsof ze barbies scalpeerde.” Simon ziet haar een zak snoep in een winkel stelen en rent achter haar aan om haar te corrigeren. Hij raakt in de haven te water en het is Neva die hem redt van verdrinking. Gered worden door een jonger meisje leidt tot bespotting door zijn vrienden. Neva pikt dat niet en slaat de grootste pester een bloedneus. “Neva was slimmer en dapperder dan hij. Hij was veel beter in piekeren.” Er ontstaat een diepe vriendschap tussen Simon en Neva. Neva helpt een paar weken in de boekhandel van haar opa en als Simon ergens van houdt is het van boeken. Als ze elkaar een aantal jaar later weer tegen komen slaat de vonk over. Neva heeft al het nodige van de wereld gezien. Ze leert hem op een andere manier naar Veendijk kijken. Ze krijgen een relatie, maar dat wordt niet geaccepteerd. “Ze was dat ene dropje dat in de verkeerde (snoep)zak was gekomen.”
Als ze elkaar beloven in Londen, de plek waar Neva gaat studeren, te zien komt daar niets van. Iedere vorm van contact wordt door de moeder van Simon en zelfs door zijn beste vriend voorkomen.
Zoals dat in dorpen vaak gaat is er rivaliteit tussen twee voetbalclubs ‘de groenen en de blauwen.’ Maar achter deze strijd gaat een veel diepere historie schuil. Als Simons broer Thijs, de stervoetballer van de blauwen in eigen doel schiet in de derby tegen de groenen en er geruchten gaan dat hij naar de groenen gaat overlopen, omdat zijn vriendin daarbij hoort, wordt dat niet gewaardeerd. Simon wordt eerste reserve voor zijn broer in het team, maar het blijkt dat hij op allerlei andere manieren ook een eerste reserve is. Zo is Simon voor zijn moeder ook de reserve voor zijn broer Thijs, die twee jaar ouder is. Simon is ook de laatste visser uit het geslacht Van Wijk. Simon lijkt het sukkeltje, voelt zich overal schuldig over, totdat hij er via Neva achter komt dat zijn leven door anderen verwoest is. Hij neemt het heft in eigen hand en dat heeft gevolgen.
Eerste reserve is een roman die je aan het denken zet, die je lang bij blijft. Een mooi debuut.
Deze zin zindert door de hele debuutroman Eerste reserve van Rijan van Leest (1980) heen. De zin verwijst naar de mysterieuze Neva, maar ook naar de onderhuidse spanning in het gesloten vissersdorpje Veendijk. Als je dit dorp als buitenstaander bezoekt ben je een indringer. Alles lijkt zijn gangetje te gaan in het dorp. Simon van Wijk, de hoofdpersoon, heeft altijd het dorp willen verlaten, willen reizen, maar het is er steeds maar niet van gekomen. Hij is nu, we schrijven 2014, de beste visfileerder van het dorp, is getrouwd met Tessa, heeft een puberzoon, een hond en werk. Een brave dorpeling, maar niet gelukkig. “Ons huwelijk is niet gebouwd op liefde, maar op verantwoordelijkheidsgevoel en schaamte.” Maar er is meer aan de hand in het dorp, er broeit iets onder de oppervlakte.
Op de cover prijkt een aalscholver. De natuur, de rivier, de visserij spelen een grote rol in de setting van het boek. De aalscholver is voor de palingvisser de grootste concurrent. De aalscholver kan ook gezien worden als een metafoor voor datgene wat het echte geluk van Simon in de weg heeft gestaan. De vogel lijkt zwart, maar als je goed kijkt is hij heel donkergroen. Een mooie nuance die de metafoor nog sterker maakt.
De personages in Eerste reserve worden levensecht neergezet. Thema’s als onderdanigheid, stilzwijgen, verdriet, je schikken in je lot, maar ook opkomen voor jezelf, zelfvertrouwen, de keuze tussen je eigen geluk en dat van je familie, knellende dorpsstructuren spelen in het boek. De auteur weet de spanning prima vast te houden, maar ook te doseren door humor te gebruiken, heeft in haar stijl van schrijven veel aandacht voor het detail. De lezer kan zich goed identificeren met het verhaal.
En dan is er die fantastische eerste zin die je meteen in het verhaal trekt: “Die ochtend leek niets er op dat de leugen die Simon leefde op instorten stond.” Op allerlei momenten weet de auteur zo’n zin uit haar pen te toveren, die je meteen weer op scherp zet.
Rijan van Leest weet op ingenieuze wijze twee grote verhaallijnen met elkaar te verbinden. De ene speelt zich af in 1998 en de andere in 2014. Na zestien jaar komt Neva in 2014 terug in het dorp en worden de grote geheimen van Veendijk afgepeld. In flashbacks krijgt de lezer steeds meer zicht op wat er in het dorp gebeurd is: de moeizame liefdesrelaties (over de moeder van Neva, de vader van Simon, de onbereikbare liefde van Walter, de opa van Neva) die er zijn, zaken die vermoed worden maar in de schoot van het dorp verborgen blijven. Het getal drie speelt een rol in het boek: drie liefdes, Simon loopt drie keer een forse ‘wond’ op en wordt drie keer door Neva gered, drie familieleden van Simon komen door verdrinking in de rivier om het leven, Neva verschijnt drie keer in zijn leven. Het is niet alleen het verhaal van Simon, maar eigenlijk een kroniek over de verborgen historie van Veendijk.
“Een vlucht ganzen naderde. Ganzen hoorde je alleen als er verandering op komst was, geloofde Simon.” Wederom zo’n zin die je meteen pakt.
Als tienjarige heeft Simon de twee jaar jongere Neva – een opvallend meisje met een skateboard onder de arm, met een neongroene pet met de klep naar links. “Dit meisje zag eruit alsof ze barbies scalpeerde.” Simon ziet haar een zak snoep in een winkel stelen en rent achter haar aan om haar te corrigeren. Hij raakt in de haven te water en het is Neva die hem redt van verdrinking. Gered worden door een jonger meisje leidt tot bespotting door zijn vrienden. Neva pikt dat niet en slaat de grootste pester een bloedneus. “Neva was slimmer en dapperder dan hij. Hij was veel beter in piekeren.” Er ontstaat een diepe vriendschap tussen Simon en Neva. Neva helpt een paar weken in de boekhandel van haar opa en als Simon ergens van houdt is het van boeken. Als ze elkaar een aantal jaar later weer tegen komen slaat de vonk over. Neva heeft al het nodige van de wereld gezien. Ze leert hem op een andere manier naar Veendijk kijken. Ze krijgen een relatie, maar dat wordt niet geaccepteerd. “Ze was dat ene dropje dat in de verkeerde (snoep)zak was gekomen.”
Als ze elkaar beloven in Londen, de plek waar Neva gaat studeren, te zien komt daar niets van. Iedere vorm van contact wordt door de moeder van Simon en zelfs door zijn beste vriend voorkomen.
Zoals dat in dorpen vaak gaat is er rivaliteit tussen twee voetbalclubs ‘de groenen en de blauwen.’ Maar achter deze strijd gaat een veel diepere historie schuil. Als Simons broer Thijs, de stervoetballer van de blauwen in eigen doel schiet in de derby tegen de groenen en er geruchten gaan dat hij naar de groenen gaat overlopen, omdat zijn vriendin daarbij hoort, wordt dat niet gewaardeerd. Simon wordt eerste reserve voor zijn broer in het team, maar het blijkt dat hij op allerlei andere manieren ook een eerste reserve is. Zo is Simon voor zijn moeder ook de reserve voor zijn broer Thijs, die twee jaar ouder is. Simon is ook de laatste visser uit het geslacht Van Wijk. Simon lijkt het sukkeltje, voelt zich overal schuldig over, totdat hij er via Neva achter komt dat zijn leven door anderen verwoest is. Hij neemt het heft in eigen hand en dat heeft gevolgen.
Eerste reserve is een roman die je aan het denken zet, die je lang bij blijft. Een mooi debuut.
1
2
Reageer op deze recensie