Fluisterende stilte is zo mooi!
La Muta is een schilderij van de Italiaanse schilder Rafaël (1483-1520). Zijn echte naam was Rafaello Sanzio en hij werd geboren in Urbino, een van de belangrijkste steden in de renaissance. La Muta (de doofstomme) is het enige schilderij van Rafaël dat in zijn geboortestad te zien is. Onder het schilderij, dat dateert uit 1507-1508, heeft men een tekening aangetroffen van een jonge vrouw.
Dit schilderij is inspiratiebron voor Fluistering, de eerste roman (dat staat op de cover, terwijl op de achterflap over novelle gesproken wordt) van Lien van Horen (1950). Het is een juweel van een roman, vol gevoel, met aandacht voor detail en met veel subtiliteit geschreven.
Van Horen weet twee verhaallijnen, de ene speelt in 1507 en de andere in 2014, ingenieus, maar organisch met elkaar te verbinden. Daardoor creëert ze een mooie spanningsboog. De wisselingen in tijd zijn allerminst storend. Ook de bijfiguren zijn met gevoel beschreven. De dialogen zijn natuurlijk.
Anna is kunsthistorica én accordeonist. ‘Fluisterende stilte’ is haar specialiteit.
“Voordat de laatste tonen voorgoed wegsterven, blijven ze even zweven in de lucht. Ze treuzelen, willen nog geen afscheid nemen.”
Ze verspeelt op een concours de hoofdprijs omdat ze op het moment van de fluisterende stilte wordt afgeleid door een opzettelijke niesbui van een van de juryleden, Bruno. Ze vertrekt naar Urbino waar ze stage gaat lopen. Daar treft ze twee mannen: Dedrick, een jonge drummer uit Schotland waarop ze gesteld raakt en het jurylid én womanizer Bruno, van wie ze niets van moet hebben. Anna heeft een geheim, draagt een verdriet met zich mee. Niet voor niets heet haar favoriete muziekstuk ‘Whispers of heavenly death.’ Ze zoekt vooral zelfvertrouwen en ontdekt het schilderij van Raffaello, La Muta. Daarmee raakt ze als het ware in gesprek.
De tweede verhaallijn speelt in 1507. Maria verblijft aan het hof van haar oom, wachtend om uitgehuwelijkt te worden. Raffaello moet een portret van haar maken als het ware een foto avant la lettre. Zo krijgt een potentiële echtgenoot een beeld van zijn toekomstige bruid. Maar ook Maria houdt iets verborgen. Dat geheim leidt ertoe dat zij nooit meer zal spreken en dat Raffaello een tweede schilderij moet maken, La Muta.
“Een vrouw die de woorden voorbij is, die spreekt met haar houding, haar gelaatsuitdrukking. Enigmatisch.”
Subtiel werkt Van Horen de parallellen tussen de twee vrouwen uit. Beiden hebben ambities die in de knop geknakt worden. Ze willen alle twee iemand hebben voor wie ze belangrijk zijn. Beiden hebben een traumatische ervaring gehad en kunnen daar niet over spreken. Anna spreekt door haar accordeonspel, fluistert als het ware. Maria spreekt via haar beeltenis op het schilderij. Zij kijkt de toeschouwer niet recht aan. Ze kijkt je aan en toch ook niet. Onder ‘de laag’ van het accordeonspel en die van het schilderij zit een diepere laag. Bij Maria verwijst dat naar de ondertekening op het schilderij.
De auteur vertelt een universeel verhaal, dat van alle tijden is: de zoektocht naar wie men eigenlijk is en de innerlijke strijd die daarbij komt kijken.
“Ik ben de weg kwijt, mezelf, mijn hele leven. In ben verdwaald in mijn leven. Welke kant moet ik op. Zeg het me, met je mysterieuze blik, wat zit daaronder, zedig bedekt, welke kant moet ik op?”
Steeds meer weet Anna zich te identificeren met Maria. Heel mooi is de passage waarin de vrouwen met elkaar in gesprek zijn. Van grote schoonheid is de slotscène waarin Anna concerteert onder het portret van Maria. Ze lossen als het ware in elkaar op. Pas dan wordt het verrassende plot van de roman duidelijk en snapt de lezer ook waar de proloog over gaat.
Lien van Horen heeft een prachtige compositie gemaakt, met veel aandacht voor de historie, muziek, emoties, natuur en taal. Alle stukjes van de compositie kloppen.
“Zou Anna een geschilderde versie van zichzelf zijn en zit er onder de laklaag iemand anders, iemand die bevrijd moet worden?”
Reageer op deze recensie