Een prima thriller van hoog niveau

Cotton Malone is een voormalig geheim agent die zich – nadat een missie fout afliep – als antiquair heeft teruggetrokken in de Deense hoofdstad Kopenhagen. Dat rustige leven wordt met enige regelmaat overhoop gegooid doordat hij betrokken raakt bij problemen waar hij een bijdrage aan kan leveren; hetzij uit hoofde van zijn vroegere beroep, hetzij vanwege zijn grote kennis van geschiedenis. Mysteries, vermissingen, zoektochten naar verloren gewaande schatten, schimmige organisaties die diep in het verleden wortelen; Malone heeft er allemaal mee te maken gekregen in de serie boeken die Steve Berry (Verenigde Staten, 1955) rondom zijn protagonist heeft geschreven. Ook in dit twaalfde deel, De verdwenen orde, is het van hetzelfde laken een pak. Je zou zeggen dat het toch een keer gaat vervelen, maar niets is minder waar. Berry blijft kans zien iedere keer een andere invalshoek te vinden waarbij historische feiten en fictie vakkundig worden vermengd met hedendaagse intriges. Het eindresultaat is bijna altijd een prima thriller van hoog niveau.   

In De verdwenen orde komt de geschiedenis wel heel dichtbij wanneer Cotton Malone te maken  krijgt met het verloren gewaande dagboek van zijn voorvader Angus Adams. Deze heeft een belangrijke rol gespeeld tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Hierbij heeft hij te maken gekregen met de Ridders van de Gouden Cirkel en hun fabuleuze schat, grotendeels bestaande uit gestolen goud en zilver en leeggeroofde mijnen. Die schat is inmiddels al honderden jaren zoek, maar niet vergeten. Cotton Malone wordt door de kanselier van het beroemde Smithsonian Institution gevraagd op zoek te gaan naar de schat en het lijkt hem een interessante zaak met een leuk honorarium, tot hij te maken krijgt met de Ridders van de Gouden Cirkel. Wanneer blijkt dat het dagboek van Angus de sleutel bevat voor het vinden van de schat en er doden vallen omdat er meer kapers op de kust zijn, bijt hij zich in de zaak vast.  

Het genre 'historische thriller' is niet echt vernieuwend. Wat je als lezer nodig hebt om toch geboeid te blijven is een auteur die weet hoe hij feiten en fictie zó moet vermengen dat het eindresultaat geloofwaardig is. Berry kan dat. Voor het boek De verdwenen orde heeft hij de Amerikaanse Burgeroorlog (feit) gekoppeld aan de legende van de Ridders van de Gouden Cirkel (fictie). Beide onderdelen zijn rijkelijk voorzien van details, waardoor de lezer helemaal meegaat in het verhaal. Die details, hoe belangrijk ook, kunnen echter verlammend werken op de vaart van het verhaal. Dat gevaar ligt wel op de loer, maar Berry weet het verhaal goed in de hand te houden. Hij temporiseert waar nodig en versnelt op tijd om de lezer verder mee te slepen in de avonturen van Angus Adams en zijn nazaat Cotton Malone.  

Het resultaat is een prima thriller, spannend en met veel oog voor detail voor een dramatisch deel van de Amerikaanse geschiedenis. Berry heeft zoals gewoonlijk gedegen onderzoek gedaan en brengt de feiten op imposante en tegelijkertijd terloopse wijze tot leven en weeft het heden er naadloos tussendoor. Voor wie dat interessant vindt, heeft de auteur in het nawoord een verantwoording van de vele genoemde feiten en fictie opgenomen. Heel leuk en leerzaam om ook dat door te nemen.  

En blijft het hierbij? Zeker niet! Inmiddels heeft Steve Berry nog 3 boeken met Malone in de hoofdrol geschreven. De liefhebbers die het Engels machtig zijn, kunnen direct aan hun trekken komen. Voor lezers die afhankelijk zijn van de Nederlandse vertaling rest de hoop (en eerlijk gezegd ook de verwachting) dat de uitgever hier niet al te lang mee zal wachten.