Vriendschap en solidariteit onder katten
De twee zwerfkatten Krabbel en Nies proberen zo goed ze kunnen voor elkaar te zorgen. Ze zijn constant op zoek naar voedsel en een goed plekje om te slapen. Wanneer ze op een verlaten huis stuiten, trekken ze in de kelder. Er is één probleem, het huis ligt in het territorium van Poelie de Verschrikkelijke, een grote zwarte en vooral gemene kater. Met hulp van hun vriend IJtje de ekster en het hondje Buster doen ze hun best om hem zoveel mogelijk te ontwijken. Ook maken ze kennis met de andere katten uit de buurt.
Krabbel en Nies is een leuk voorleesboek waarin katten de hoofdrol spelen. De twee hoofdpersonages zijn weggelopen bij hun baasje, omdat ze vrijheid wilden. Ze hielden er niet van om een hele dag opgesloten te zitten in een klein kamertje. De katten in het boek leven echter niet allemaal op straat. Er is bovendien veel diversiteit. Bonbon en Truffel zijn twee Siamese raskatten die in een huis met zwembad wonen en alleen het beste voer krijgen. Picasso moet het dan weer stellen met heel wat goedkoper eten, Oidipoes woont in een Grieks restaurant en Bowie trekt rond met een groep muzikanten. Aan het boek komen amper mensen te pas, ze figureren als verzorgers op de achtergrond. De katten staan centraal en beleven dolle avonturen terwijl ze elke dag weer op zoek moeten naar iets om hun buikje mee te vullen.
Auteur Pieter Feller is bij het jonge publiek vooral bekend door zijn reeks over Kolletje, het meisje met de toversokken, maar hij schreef ook enkele boeken voor tieners en non-fictie voor volwassenen. Met Krabbel en Nies schreef hij een verhaal voor jonge kinderen. Het gaat niet over huisdieren op de sukkel, maar wel over vriendschap en solidariteit. Het boek is opgedeeld in middellange hoofdstukken. Ze beslaan telkens ongeveer zeven bladzijden. De lettergrootte is prettig om voor te lezen, maar niet op elke bladzijde staat een prent, waardoor de kans bestaat dat de jongste kinderen even afgeleid raken terwijl er wordt voorgelezen. Het boek leest prettig, maar vraagt dus wel het nodige concentratievermogen. Lezertjes jonger dan vijf jaar zullen het daar nog moeilijk mee hebben.
Gelukkig gebeurt er in elk hoofdstuk genoeg om het boeiend te houden en is het niet moeilijk om mee te leven met de katten. Vanaf de leeftijd van zeven jaar is het boek door de eenvoudige opmaak en de aangename regelafstand ook prima zelfstandig te lezen. De taal is heel behapbaar en de zinnen zijn niet onnodig ingewikkeld. De dialogen tussen de katten en hun vrienden komen natuurlijk over en zijn bondig geformuleerd.
De illustraties in Krabbel en Nies zijn van de hand van Marieke Nelissen. Onlangs stond ze nog op de shortlist van de World Illustration Awards. De meeste tekeningen zijn paginagroot, maar hier en daar vrolijken ze ook de pagina’s met tekst op en trekken automatisch de aandacht van de lezer. Jammer dat Nelissen niet voor elke dubbele pagina een prent gemaakt heeft, dat had de leeservaring nog aangenamer gemaakt. Nelissen weet de vele poezen immers tot leven te brengen en schetst een mooi beeld bij het verhaal zonder dat het ten koste gaat van de fantasie van het kind. Door diverse schildertechnieken met potlood te combineren creëert ze expressieve prenten die aanspreken en stimuleren om verder te lezen.
Krabbel en Nies is niet alleen een heerlijk boek voor de kleine kattenliefhebbers, ook voor iedereen die van een boek met wat meer inhoud houdt. Het is nergens moraliserend, blijft speels en heeft geen uitgesproken boodschap, maar tussen de regels door valt er heel wat te leren.
Reageer op deze recensie