Lezersrecensie
Een wie-heeft-het-gedaan-puzzel
Ongeveer tien maanden na het verschijnen van zijn debuut Het bos van de legenden is er van Kevin de Haan een nieuwe Islasec-detective verschenen. Ook hierin is de Achterhoek, een streek in het oosten van Nederland, het decor. Zijn voorliefde voor volksverhalen en detectiveseries zijn ook nu weer van doorslaggevend belang geweest bij het schrijven van De schat in het klooster, dat in januari 2019 is verschenen.
De pastoor van een woongemeenschap in een voormalig klooster vraagt Laufey Gísladóttir, eigenaar van het beveiligingsbedrijf Islasec, om voor het gasthuis en het aangrenzende kerkhof beveiliging aan te leggen. Er gebeuren de laatste tijd vreemde dingen, maar er is ook sprake van vandalisme. De bewoners beweren dat er een oude schat op het terrein begraven ligt en dat indringers hiernaar op zoek zijn. Een legende lijkt dit te bevestigen. Laufey komt erachter dat er meer speelt, vooral omdat er tien jaar eerder een man verdwenen is. Terwijl ze met haar haar eigen onderzoek bezig is, vindt haar tante een belangrijke aanwijzing die de verdwijning kan verklaren.
Het klooster dat in De schat in het klooster figureert, heeft echt bestaan. Het lag echter niet bij ’s-Heerenberg, waar het verhaal zich afspeelt, maar bij Bredevoort. Deze vrijheid heeft De Haan zich verworven om het verder geheel fictieve verhaal te schrijven. Daarbij maakt hij overigens dankbaar gebruik van de legende dat er op de plek waar dit klooster stond een schat begraven ligt. Dit, maar ook de new age-winkel in ’s-Heerenberg en zijn wat excentrieke eigenaresse, geven het verhaal, zonder dat het zweverig wordt, iets mystieks.
Na de proloog, die een aantal vragen oproept, is het eerst een korte – eventueel hernieuwde – kennismaking met de personages. De auteur doet dit op een luchtige en speelse wijze, en eigenlijk gaat dat wel ook op voor het hele verhaal. Hierdoor leest het erg gemakkelijk en heeft het geen ingewikkelde en ondoorgrondelijke verhaallijn. Gedurende deze plot doet zich wel een aantal wendingen voor waardoor het verhaal een lichte spanningsboog heeft. Als lezer wil je te weten komen wat er precies aan de hand is, maar ook hoe alles afloopt.
Dat de meeste personages ook in het eerste boek over Islasec voorkwamen, is niet storend. Er wordt voldoende over hen verteld om De schat in het klooster afzonderlijk van dat boek te lezen. Wie hoe dan ook toch meer achtergronden over hen wil weten, doet er verstandig aan om bij het debuut te beginnen, maar nogmaals, noodzakelijk is het niet.
Zoals gezegd heeft het verhaal een licht spanningsveld, maar de echte spanning die kenmerkend kan zijn voor een thriller blijft achterwege. Er zijn wel enkele momenten waarop het wat meer geïntensiveerd wordt, maar omdat het speurwerk enigszins achterblijft ten opzichte van het beveiligingswerk en de mystiek, laat dat iets te wensen over. Mogelijk dat dit ook niet de bedoeling van de auteur was. Hij legt voornamelijk de nadruk op het oplossen van de wie-heeft-het-gedaan-puzzel. En dat is hem zonder meer gelukt.
Aan het eind dreigt het verhaal als een nachtkaars uit te gaan, maar de auteur zorgt juist dan voor een onverwachte verrassing en wordt het anders dan de lezer zou kunnen vermoeden. Deze plotwending komt het verhaal hoe dan ook ten goede en krijgt het een ontknoping die het wel verdient. Al met al is De schat in het klooster een waardig opvolger van het debuut van De Haan.
De pastoor van een woongemeenschap in een voormalig klooster vraagt Laufey Gísladóttir, eigenaar van het beveiligingsbedrijf Islasec, om voor het gasthuis en het aangrenzende kerkhof beveiliging aan te leggen. Er gebeuren de laatste tijd vreemde dingen, maar er is ook sprake van vandalisme. De bewoners beweren dat er een oude schat op het terrein begraven ligt en dat indringers hiernaar op zoek zijn. Een legende lijkt dit te bevestigen. Laufey komt erachter dat er meer speelt, vooral omdat er tien jaar eerder een man verdwenen is. Terwijl ze met haar haar eigen onderzoek bezig is, vindt haar tante een belangrijke aanwijzing die de verdwijning kan verklaren.
Het klooster dat in De schat in het klooster figureert, heeft echt bestaan. Het lag echter niet bij ’s-Heerenberg, waar het verhaal zich afspeelt, maar bij Bredevoort. Deze vrijheid heeft De Haan zich verworven om het verder geheel fictieve verhaal te schrijven. Daarbij maakt hij overigens dankbaar gebruik van de legende dat er op de plek waar dit klooster stond een schat begraven ligt. Dit, maar ook de new age-winkel in ’s-Heerenberg en zijn wat excentrieke eigenaresse, geven het verhaal, zonder dat het zweverig wordt, iets mystieks.
Na de proloog, die een aantal vragen oproept, is het eerst een korte – eventueel hernieuwde – kennismaking met de personages. De auteur doet dit op een luchtige en speelse wijze, en eigenlijk gaat dat wel ook op voor het hele verhaal. Hierdoor leest het erg gemakkelijk en heeft het geen ingewikkelde en ondoorgrondelijke verhaallijn. Gedurende deze plot doet zich wel een aantal wendingen voor waardoor het verhaal een lichte spanningsboog heeft. Als lezer wil je te weten komen wat er precies aan de hand is, maar ook hoe alles afloopt.
Dat de meeste personages ook in het eerste boek over Islasec voorkwamen, is niet storend. Er wordt voldoende over hen verteld om De schat in het klooster afzonderlijk van dat boek te lezen. Wie hoe dan ook toch meer achtergronden over hen wil weten, doet er verstandig aan om bij het debuut te beginnen, maar nogmaals, noodzakelijk is het niet.
Zoals gezegd heeft het verhaal een licht spanningsveld, maar de echte spanning die kenmerkend kan zijn voor een thriller blijft achterwege. Er zijn wel enkele momenten waarop het wat meer geïntensiveerd wordt, maar omdat het speurwerk enigszins achterblijft ten opzichte van het beveiligingswerk en de mystiek, laat dat iets te wensen over. Mogelijk dat dit ook niet de bedoeling van de auteur was. Hij legt voornamelijk de nadruk op het oplossen van de wie-heeft-het-gedaan-puzzel. En dat is hem zonder meer gelukt.
Aan het eind dreigt het verhaal als een nachtkaars uit te gaan, maar de auteur zorgt juist dan voor een onverwachte verrassing en wordt het anders dan de lezer zou kunnen vermoeden. Deze plotwending komt het verhaal hoe dan ook ten goede en krijgt het een ontknoping die het wel verdient. Al met al is De schat in het klooster een waardig opvolger van het debuut van De Haan.
2
Reageer op deze recensie