Meer dan 5,8 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Cartoons waarmee niet valt te lachen

Koen Driessens 22 februari 2019 Hebban Recensent

Deze verzameling van een dikke 150 politieke cartoons van voornamelijk Syrische tekenaars, aangevuld met enkele (Engelstalige) beschouwingen, draagt nauwelijks bij tot het einde van de inmiddels al bijna acht jaar durende burgeroorlog in Syrië. En om te lachen zijn ze amper. Toch illustreren ze goed hoe pijn, onrecht en ellende een uitlaatklep nodig hebben.

“Er is nog steeds corruptie en armoede”, vertelde een paar jaar geleden Nadia Khiari, die sinds de val van de Tunesische dictatuur cartoons publiceert onder de naam Willis from Tunis, “maar er is toch verbetering: je kunt nu tenminste vrijuit zéggen dat je honger hebt.” Toch blijft ze kritische cartoons maken: “Ik heb letterlijk tekeningen op de barricades gemaakt. Ik heb zelfs een jongen zien doodgeschoten worden. Dan maak ik geen grappige, maar toch een aangrijpende tekening. Allicht om uiting te geven van mijn emoties, de cartoon als uitlaatklep. Spotten met je angst is een manier om deze de baas te zijn. Dat is wat veel Arabieren doen.”

Dat is ook wat veel van de Syrische cartoonisten doen om de miserie van de oorlog te kunnen verwerken. Ze verbeelden het geweld, de dwaasheid, het politieke cynisme. Ze illustreren het gevaar dat de vluchtelingen lopen, de strijd om te overleven onder een bommentapijt, het onvermogen van de internationale gemeenschap. De cartoons zijn vaker iconen van verdriet en verraad: de Dood met de zeis en een ballon voor een kindje, Assad in een zandloper van bloed, een korenaar van kogels, militaire epauletten van schedels, een portret van Assad in kogelhulzen, een uitgeknepen Syrische tube tandpasta waaruit enkel nog groene (vluchtelingen)bussen komen… Sommige thema’s (zoals het dode jongetje Alan Kurdi op een Turks strand) komen vaker terug. Opvallend is dat de cartoonisten meer bezig zijn met de gevolgen van de oorlog voor de geteisterde bevolking dan met de oorzaken ervan of het wrede geopolitieke spel.

Al zijn het hartenkreten, het merendeel van de cartoons is grafisch niet altijd even sterk, soms zelfs kinderlijk lelijk. Toch grijpen ze naar de keel, omdat de realiteit erachter onontkoombaar gruwelijk is. De sterkste cartoons zijn tegelijk wrang én grappig. Niet toevallig eentje bijvoorbeeld van Ali Ferzat, de (zeker bij cartoonisten) bekende dissidente tekenaar wiens vingers gebroken werden omdat hij te kritisch was: een militair tekent een smiley op het ingezwachtelde hoofd van een van zijn slachtoffers. Het doet de vraag rijzen of een cartoon altijd grappig moet zijn. Een westerse cartoonist als Lectrr, die publiceert in De Standaard, vindt van wel omdat humor de angst ontwapent. Werkt een grap altijd bevrijdend en leidt die zo naar de waarheid, zoals Rabelais meent? De waarheid achter de cartoons is echter allerminst grappig.

Ook confronterend zijn de enkele opgenomen cartoons van Akram Raslan, de cartoonist die eind 2012 werd opgepakt op de redactie van zijn krant en vermoedelijk kort daarna is omgebracht in de gevangenis. Zijn cartoons waren toonbeelden van helderheid en grafische kracht, maar – helaas voor hem – ook onmiskenbaar kritisch. Je vraagt het je af waarom cartoonisten een doelwit zijn van regimes als dat van Assad. In een van de beschouwende teksten geeft Fadwa Suleiman (kunstenaar en activist) een verklaring: ‘Cartoonisten zijn gevaarlijk omdat ze bewustzijn verspreiden onder de bevolking.’ Daarom zijn ze vaak gevaarlijker dan gewapende opstandelingen.

In de Engelstalige teksten in het boek, dat een aangevulde heruitgave is van een eerdere publicatie uit 2017, staan auteurs stil bij cartoonisten als Mwafaq Katt en Fares Garabet. Vooral die laatste is een fijnzinnig artiest, getuige daarvan zijn (Arabische) woordspelingen. Andere teksten beschouwen het gebruik van de Syrische landkaart in cartoons of gaan over de wekelijkse puntige banners van Kafranbel, een plaats die al sinds het begin van de oorlog blijk geeft van een kritische kijk op de dingen. De teksten lijken echter wat lukraak in het boek beland, net zoals de cartoons van de niet-Syriërs. Echt nodig waren ze niet.

1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Koen Driessens

Gesponsord

Onder leiding van miljonair Anne helpt Jessie in 1918 bij de Franse wederopbouw door kinderbibliotheken op te zetten in omgebouwde ambulances. Totdat ze op een dag spoorloos verdwijnt.

'Uniek aan Wondermond is de keuze van Goemans om een verwende, kortzichtige, mannelijke tiener als hoofdpersonage te nemen in een verhaal dat zo duidelijk stoelt op vrouwenstemmen en verborgen vrouwenleed.'

'Vanhauwaert weet een unieke literaire ervaring te creëren. De inhoud en vorm zijn zo met elkaar versmeed dat ze niet los van elkaar gezien kunnen worden,' zegt de vakjury over het debuut.

Een hartverwarmend verhaal over vasthouden en loslaten te midden van de storm, en een vriendschap die zelfs de diepste wonden heelt. Van de auteur van Onder de magnolia.