De laatste Schuiten
Dit buitenbeentje in de reeks Blake en Mortimer is niet enkel een geslaagd eerbetoon aan hun geestelijke vader Edgar P. Jacobs, maar ook aan het heerlijk chaotische en monumentale Brussel. Ook al wordt de stad vernietigd, en niet voor het eerst door François Schuiten. Wel voor het laatst, want de grootmeester kondigde aan zijn pen aan de wilgen te hangen.
Edgar P. Jacobs, operazanger en medewerker van Hergé, overleed in 1987 na 11 Blake en Mortimer-albums. Inmiddels zijn er al meer post-Jacobs verschenen, dankzij de diverse schrijf- en tekenteams die sinds 1996 regelmatig een nieuw boek uitbrengen. Los van deze voortzetting van Jacobs’ oeuvre werd drie jaar geleden De laatste farao aangekondigd, met een ‘vers’ en eenmalig Belgisch auteursteam: de romancier Thomas Gunzig en cineast Jaco Van Dormael (die samen het anarchistische en ontroerende Le Tout Nouveau Testament maakten) en de meest grijze eminentie van de Belgische strip, François Schuiten. Met scenarist Benoît Peeters verrijkte hij de stripwereld met de reeks Duistere steden. In die reeks, die speelt in een parallel, maar herkenbaar universum, duikt Brussel (als Brüsel) regelmatig op.
Brusselaar Jacobs daarentegen kreeg van zijn uitgever het verbod zijn stad herkenbaar in beeld te brengen, want hij moest vooral de Franse markt plezieren. Toch ontdekte men in Jacobs’ nalatenschap een aanzet om iets te doen met Brussel. Meer bepaald met het Brusselse Justitiepaleis. Ook Schuiten heeft een architecturale fascinatie voor dit gigantische monument – waarvoor in de 19de eeuw een halve volkswijk moest wijken. Samen met de oorspronkelijke plannen van architect Poelaert om geen koepel maar een piramide boven op het paleis te zetten, vormde dat de vonk die de vlam van dit verhaal deed branden.
In dat verhaal ontketent een onbekende kracht vanuit de krochten van het Justitiepaleis de shutdown van Brussel, dat in allerijl door een hoge muur omgeven wordt. Een andere knipoog naar vandaag is hoe de auteurs Mortimer de straling laten stabiliseren door een enorme kooi van Faraday rond het gebouw op te trekken: het Justitiepaleis staat in werkelijkheid al decennia in restauratiesteigers, die inmiddels zelf zo oud zijn dat ze aan renovatie toe zijn. Bewoners trekken weg uit de stad waarin geen elektronica of verbrandingsmotor het meer doet en de natuur neemt over. De ecologische boodschap is onmiskenbaar, maar niet pessimistisch: uiteindelijk breidt de black-out zich wereldwijd uit, wat volgens Mortimer de wereld ‘een tweede kans’ geeft. Aangezien Schuiten en co. het verhaal in een tijd situeren dat de old chaps echt oude jongens zijn geworden, staat de klimatologisch-technologische dreiging van hun verhaal dichter bij de hedendaagse lezer dan de andere verhalen, die in de jaren 1950 en 1960 plaatsvinden, Jacobs eigen tijd.
Ondanks het leentjebuur dat de auteurs speelden – door elementen uit Jacobs’ oeuvre te gebruiken, van de monsterlibellen tot de Grote Piramide – is De laatste farao meer een Schuiten dan een Jacobs geworden: de sfeer is donker en afstandelijk, Mortimer een speelbal van de omstandigheden, het Justitiepaleis het echte hoofdpersonage. En we zien sommige van Schuitens stokpaardjes terugkeren: zowel grafisch (bijvoorbeeld de levensechte maquette) als thematisch (onbuigzame autoriteit). Schuiten is nooit een kampioen geweest in gelaatsuitdrukkingen, maar het resultaat van de drie jaar die hij hieraan besteed heeft, is toch fenomenaal: het realisme van deze irreële wereld is verbluffend. Ook zijn cadrage en enscenering zijn sterk. Bepaalde platen zijn nu al iconisch. Spijtig van het slordige tijdsverloop: Mortimer kondigt aan nog ‘een uur’ tijd te hebben voor kernwapens Brussel vernietigen, waarop ze ‘ruim een uur lang’ naar beneden afdalen, om dan ‘binnen het uur’ iets te moeten bedenken… Overigens: de koepel werd niet in 1945, maar in 1944 in brand gestoken. Maar dat zijn spijkers op laag water. Een bijzondere pluim verdient inkleurder Laurent Durieux, die faam maakte met zijn alternatieve filmaffiches: zijn werk tilt dit boek naar een niveau zo hoog als de paleiskoepel.
Reageer op deze recensie