Zwarte mistoestanden in Brugge
Wat verbinden satanische zwarte missen en de 19de-eeuwse priester-dichter Guido Gezelle met elkaar? Antwoord: de fantasie van politiethrillerauteur Pieter Aspe en kranten- en weekbladencartoonist Marc De Cloedt (Marec). Hun eerste stripsamenwerking is erg ambitieus, want niemand minder dan de duivel is het onderwerp van hun dossier. De duivel is echter niet onder de indruk. Wij ook niet.
Eigenlijk is het niet helemaal waar, dat van die eerste samenwerking: in 2017 publiceerden beiden samen al een eerste boek. Afscheid van een muze was een eerbetoon in de vorm van een graphic novel aan de overleden echtgenote van Aspe, die haar man daadwerkelijk in zijn carrière bijstond, tot ze getroffen werd door kanker. Dat de bekende cartoonist, die in populaire bladen publiceert, dit deed, was verrassend, maar een mooi bewijs van hun vriendschap. De twee bevriende Bruggelingen baten inmiddels gezamenlijk een koffiehuis-annex-boekhandel-slash-uitgeverij uit, waar de gevierde Vlaamse auteur nu zijn Duvels drinkt/Van Ins laat verschijnen, en dus nu ook dit beeldverhaal.
Ook niet helemaal waar is dat Dossier van de duivel de duivel aandoet: het verhaal draait vooral rond de Brugse kapelaan Ludovicus Van Haecke, een collega en vriend van Guido Gezelle, maar ook een man met een ongezonde belangstelling voor andere mannen en het occultisme. Ook van tel in dit op waargebeurde feiten gebaseerde verhaal is een beeldschone en verleidelijke Franse courtisane die zichzelf leent voor zwarte missen (dat wil zeggen: missen als in mis, eredienst, geen missen als in miss.). De auteurs betrokken nog een aantal historische literaire personages bij hun verhaal, tot zelfs de overgrootmoeder van Marec, een Brugs volksfiguur. De kwalijke invloed van een vader en zoon lakenhandelaars is dan weer een aanvulling door de fantasie van Aspe, die ook in zijn policiers rond inspecteur Van In graag al eens geheime en sektarische bewegingen opvoert. Sfeer en fragmenten uit het verhaal doen dan ook heel sterk denken aan zijn eigen oeuvre, onder meer aan Het oor van Malchus (met daarin ook naakte vrouwen en een radicale katholieke sekte).
Dat een cartoonist als Marec, die veelal spotprenten van Belgische politici op papier zet, zich nu – soms erg expliciet – aan vrouwelijk naakt waagt, is niet zo verrassend als het lijkt: Marec heeft al eerder uit zijn erotische schetsboeken gepubliceerd. De keuze en vormgeving van dit verhaal door deze twee auteurs liggen dus binnen de verwachtingen. Dat maakt het al moeilijk die te overtreffen. Temeer omdat het vreemd blijft aanvoelen dat een cartoonist, die mikt op de lachspieren, zo’n duister verhaal brengt in precies dezelfde tekenstijl als in de krant – zij het zonder het bloed en bloot dan. Marecs intuïtieve tekeningen, die heel soepel en vlot rechtstreeks uit zijn pen komen (een krantencartoonist is het zichzelf verplicht snel te kunnen tekenen – in slechts in één scène, met steigerende paarden, zie je dat hij eerst met potlood naar het juiste beeld gezocht heeft), zijn te slordig voor een op grauw realisme drijvend verhaal als dit. Zijn weergaven van historische bouwwerken zijn haastig en onaf. Maar bovenal: je blijft bij zijn cartooneske tekeningen onbewust wachten op de punchline.
Dat Aspe al lang gebiologeerd is door de historische roddel over de kapelaan en de hoer is wel duidelijk, maar dat garandeert nog geen spannend verhaal. De raamvertelling is interessant en komt de plot goed uit, maar de finale komt te plots uit de lucht vallen om geloofwaardig te zijn. Ook is de motivatie van de kapelaan, die zich laat bewegen tot het bijwonen van zwarte missen, nergens duidelijk. Een mysterieus boek waarin onfrisse geheimen van jan en alleman staan en dus het voorwerp wordt van een bloedige jacht, is overigens een cliché zo hoog als het Brugse belfort. Inkleuring en vormgeving zijn dan weer heel verzorgd. Al bij al blijft de samenwerking tussen thrillerauteur en cartoonist intrigeren en doet ze uitkijken naar meer. Naar meer en beter.
Reageer op deze recensie