Geslaagde improvisatie-oefening
Olivier Pont had zin in een experiment: gewoon beginnen te tekenen en gaandeweg wel merken waar we uitkomen. Geen gedoe met uitgekiende scenario’s of maandenlange voorbereidingen. Een beetje zoals de dagbladstrip destijds: Willy Vandersteen en Marten Toonder wisten in hun dagelijks verschijnende krantenstrips vaak ook niet waar ze gingen uitkomen toen ze weer eens aan een nieuw verhaal begonnen. Toch valt in Losse eindjes alles mooi in de plooi.
In ons taalgebied kennen we tekenaar-filmmaker Olivier Pont als auteur van zorgvuldig geregisseerde en vrij ernstige strips als Over de grenzen van de tijd en de bundel korte feministische Ontboezemingen. Het spontane en komische Losse eindjes (oorspronkelijke titel: Bouts d’ficelles) heeft ermee gemeen dat ook hier de romantiek nooit ver weg is: Thibault is een wat timide dikkerd die het avontuur van zijn leven krijgt – al duurt het één lange, vermoeiende avond en nacht – wanneer in de Parijse metro een meisje oogcontact met hem maakt. Wat volgt is – onvermijdelijk bij een scenario dat er geen is – een chronologisch rechtlijnige, dolle opeenvolging van ontmoetingen op appartementen, in politiecellen en op daken, spectaculaire gebeurtenissen, vergissingen, verwikkelingen en gelukkige toevalligheden, met vette knipogen naar Disney’s aristokatten en de komische Franse Taxi-actiefilms. De verwijzingen en de humor zijn vaak subtiel: let bijvoorbeeld op de tickertape tijdens het tv-journaal, waarin onder meer een ‘oranje president’ blijkbaar een ‘Giant Catapult’ wil bouwen… Politici komen er overigens echt niet fraai uit, in deze strip.
Toch heeft Pont wel degelijk nagedacht tijdens zijn freewheelende tekenwerk. Rode draad door dit verhaal zonder tevoren bedachte plot is immers het Franse kinderrijmpje Trois p’tits chats, dat de tekenaar geïnspireerd heeft elementen eruit te gebruiken in zijn vertelling: van een dief met een strooien hoed tot een slaapwandelaar. In de Nederlandse vertaling is de vertaler er met zijn versie van het kinderrijmpje niet echt in geslaagd de verzen goed te doen kloppen met de betreffende fragmenten in het verhaal. Bijvoorbeeld het ‘bout d’ficelle’ (eindje touw) of het ‘cheval de Troie’ uit het liedje zijn helemaal verdwenen ondanks de letterlijke verwijzingen in de tekeningen. Zo gaat er toch wat van de kracht van de strip verloren.
Niettemin is het genieten van Losse eindjes. Niet meteen voor die arme Thibault, die opgepakt en bedreigd wordt, en van en door daken valt. Maar zelfs hij leert het leven wat meer waarderen na zijn ontmoeting met dakenloopster Mannie en zoekt het na die dolle nacht hogerop, letterlijk dan: zelden zijn de daken van Parijs zwieriger en aantrekkelijker in beeld gebracht. Olivier Pont heeft de veelal ingetogen tekeningen van Ontboezemingen dan ook verruild voor een uitbundiger en lossere stijl, die dichter dan ooit bij cartoons zit. Toch is hij niet totaal van register veranderd – hij blijft herkenbaar. Maar een wat zwieriger tekenwerk leent zich beter tot het soms karikaturale verhaal en de stereotiepe personages. Op die manier komt hij dan ook helemaal weg met een vandaag nogal eens scheef bekeken portrettering van zwarte personages met dikke lippen en neuzen. Iets wat zelfs bij Suske en Wiske niet meer kan zonder boze lezersreacties, laat staan bij het sinterklaasfeest.
Toch is het niet allemaal maar om te lachen. Naast de romantiek en de humor bevat Losse eindjes flink wat spanning en actie: achtervolgingen, overvallen, er vallen zelfs doden. Pont schuwt dus het hardere werk niet. Eigenlijk laat hij met deze improvisatie-oefening zijn kunnen goed blijken: deze auteur is in staat tot een onderhoudend, romantisch, komisch én avontuurlijk verhaal. En hij laat geen losse eindjes achter…
Reageer op deze recensie