Smakelijk ecologisch sprookje
Na enkele graphic novels in diverse genres en op scenario van anderen waagt Wauter Mannaert zich aan een soloproject dat mikt op een jonger publiek, maar dat volwassen lezers ook kunnen smaken. Gezonde voeding en een verstandige omgang met onze verduurde aarde belangen immers jong en oud aan. Dit ecologische sprookje getuigt alvast van een rijke fantasie en een goed gevoel voor grafische timing.
Yasmina woont alleen met haar vader in een flatgebouw. Ze hebben het niet breed. Papa werkt in een fastfoodzaak en er hangt een constante walm van friet rond hem. Zijn dochter echter is een chef-kok-in-de-dop: met alle mogelijke ingrediënten tovert zij elke avond een eenvoudige doch voedzame maaltijd op tafel en vult ze elke ochtend haar vaders lunchbox. De nodige groenten krijgt ze van twee kleurrijke figuren die, op haar weg naar school, elk op hun manier een volkstuintje onderhouden: de een in keurige rijtjes, maar gewapend met verdelgingsmiddelen, de ander in een verwilderde ‘natuurtuin’, gebeten om zijn buurman te bekeren, desnoods met ‘seedbombs’. Hun voortdurende gekibbel is een bron van amusement voor de lezer. Ze lijden echter allebei onder een konijnenplaag. Yasmina heeft, dankzij haar kruidenkennis, echter de oplossing. Een oplossing die later nog van pas komt, wanneer er vreemde dingen gebeuren met de mensen van de stad die de nieuwe voedingsmiddelen kopen van een malafide fabrikant met dollartekens in zijn ogen. Erger nog, hij palmt de stadstuintjes in met zijn industriële landbouw. Maar Yasmina waakt!
Een graphic novel voor jonge kinderen is ongebruikelijk. De Franse uitgeverij Dargaud moet echter flink wat vertrouwen hebben in de Belgische tekenaar Wauter Mannaert om dit verbeeldingsrijke en vrolijke verhaal in één boek van 145 pagina’s uit te brengen. Mannaert publiceerde eerder het donkere, biografische Weegee (over een Amerikaanse misdaadfotojournalist), het opmerkelijke El Mesias (een geëngageerd politiek verhaal) en het wat onopgemerkt gebleven fantasieverhaal Ondergronds.
Yasmina tapt uit een heel ander vaatje. Niet alleen is het doelpubliek duidelijk jonger, het verhaal leest ook erg vlot. Het wordt nauwelijks opgehouden door tekst. De eerste tekstballon verschijnt zelfs pas op pagina 14. Ook de proloog is woordloos. Dit getuigt van Mannaerts kunde in zijn tekeningen voldoende kracht te steken om het verhaal over te brengen. Mannaert schuwt ook het experiment niet, met paginagrote tekeningen waarin de lezer het verloop moet volgen of die de actie wat vertragen. Zijn gebruik van woordloze plaatjes (allemaal zonder kader) – bijvoorbeeld als Yasmina zonder verse groenten zit en zelf geen eten heeft – laten ook zien dat hij een meester van timing is: het verhaal wordt niet op een holletje verteld, maar de auteur laat voldoende ruimte voor de lezer om zelf aan te vullen en stil te staan bij het verhaal. Zowel de lezer met enige als zonder veel leeservaring kan het verhaal volgen waarin niet elke scène meteen duidelijk is. Net als Yasmina legt de lezer de puzzelstukjes bij elkaar.
Eigenlijk zouden we het hier niet over moeten hebben, want het zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar knap is hoe Mannaert zijn hoofdpersonage bewust een allochtone afkomst geeft zonder er ook maar één keer naar te verwijzen of enigszins op te alluderen. De Marokkaanse achtergrond van Yasmina speelt totaal geen rol in het verhaal – ze had net zo goed een wit kind kunnen zijn – en zo hoort het. Deze onderhuidse bevestiging van de multiculturele maatschappij, die vandaag de dag een realiteit is, komt bij jonge lezers ongetwijfeld heel gewoon en natuurlijk over.
Omdat de auteur het hart duidelijk op de juiste plaats heeft – ook al met zijn impliciete ecologische boodschap – vergeef je hem graag de wat geforceerde en ongeloofwaardige finale. Voor het verhaal, iets voor halfweg, de wel erg fantastische weg opgaat, is het tegelijk indrukwekkend en ontroerend. Als Mannaert dat tot het eind had kunnen volhouden, was dit een instant-klassieker geweest.
Reageer op deze recensie