Openhartig verslag van verrukking en verval
De Franse auteur Benoîte Groult (1920-2016) is vooral bekend van haar ‘overspelroman’ Zout op mijn huid. Dat boek is enigszins gebaseerd op haar eigen buitenechtelijke verhouding met een Amerikaanse piloot. In Iers dagboek, samengesteld door haar dochter Blandine de Caunes en vertaald door Nele Ysebaert, vertelt de schrijfster in dagboekfragmenten openhartig over deze relatie en andere aspecten van haar leven.
Vanaf 1977 tot 2003 brengt Benoîte - meestal met haar derde echtgenoot, Paul Guimard, en soms met haar Amerikaanse minnaar Kurt - vrijwel jaarlijks een deel van de zomer en/of lente door in het vierde huis van het echtpaar in Kerry, Ierland. Daar vissen ze samen, scharrelen ze wat rond het huis en ontvangen ze hun vrienden. Gedurende hun verblijf houdt Benoîte een visserijlogboek bij. Dat logboek is nu gecombineerd met de passages uit haar dagelijkse logboek en haar reguliere “ongekuiste” dagboek over die periodes. Het resultaat is een soort vakantie-verslag dat zich niet beperkt tot het verblijf daar maar dat bericht over allerhande zaken die er in die 25 jaren in haar leven speelden.
Het voorwoord, geschreven door Blandine, is een tikkeltje flets. Zeker vergeleken met haar moeder. Zodra Benoîte de pen ter hand neemt, straalt haar uitbundige persoonlijkheid je namelijk tegemoet. Soms uit haar enthousiasme zich in een veelvoud aan uitroeptekens, waardoor je welhaast zou kunnen denken dat je het dagboek van een tienermeisje in je handen hebt. Af en toe moet je gewoon even terugbladeren om te bevestigen dat, ja, deze vrouw écht bijna zestig is bij aanvang van het boek. Benoîte brengt veel – en graag – tijd in afzondering door, wat terugkomt in haar beschrijvingen van Ierland. “Het is een natuur die alleen wil zijn”, zegt ze erover. Het gure Ierse weer en ruwe landschap echoot zo haar grillige karakter. Vanwege haar schrijverschap verwijst Benoîte regelmatig naar citaten uit de Franse literatuur. De vertaling verschaft gelukkig voetnoten waarin deze referenties geduid worden. De vele grapjes over de Franse cultuur, beroemdheden en politiek zullen echter grotendeels langs je heen gaan als je geen Francofiel bent.
Met voortschrijdend inzicht, geeft Benoîte een inkijkje in haar huwelijk. Haar man Paul is ook een schrijver en intellectueel, terwijl haar minnaar eenvoudiger van geest is. Seks speelt daarom een grotere rol in haar verhouding dan in haar huwelijk. Ze schrijft zonder schroom over haar seksuele verlangens. Leuk om te lezen dat die niet opeens opdrogen zodra je de zestig gepasseerd bent! Voorheen was Paul degene die affaires had en zij degene die daaronder leed, maar in de loop der jaren merkt ze dat de balans kantelt. Nu is hij het die er moeite mee heeft dat ze emotioneel niet meer zo afhankelijk is van hem. Daardoor gaat hij haar steeds meer claimen, wat zij vervelend vindt. Het is verfrissend dat deze problemen vrijuit besproken worden. Benoîte doet dit eerlijk zonder zichzelf te sparen.
Ten slotte is Iers dagboek ook een verhaal over lichamelijke aftakeling. Bij aanvang van het boek is Benoîte 57 jaar oud en bij afloop is ze inmiddels 83. Ze beschrijft het ongemak van ouder wordende lichamen en medische klachten onomwonden. Hun liefde voor de visserij zorgt voor steeds meer moeilijkheden. Vooral Paul gaat op een gegeven moment schrikbarend hard achteruit. Hun verblijven (en de verslagen daarvan) worden bijgevolg steeds korter in latere jaren. Opeens denkt Benoîte elke keer als ze hun huisje bezoeken dat dit weleens hun laatste zomer in Ierland zou kunnen zijn. Je hoeft niet bijzonder gevoelig te zijn om dit confronterend te vinden. Vanaf een bepaalde leeftijd gaat het alleen maar bergaf. Zo is het leven.
Iers dagboek is niet bedoeld om in een ruk uit te lezen. Beter ga je ervoor zitten en lees je op je gemak telkens een paar dagboekaantekeningen. Zo kun je de levenslust van Benoîte, haar huwelijksstrubbelingen en haar onverwachts schrijnende relaas over het toeslaan van de ouderdom optimaal op waarde schatten.
Reageer op deze recensie