Niet voor tere zieltjes
Joyce Carol Oates (1938) is een alleskunner en veelschrijver. Ze pende onder andere al poëzie, romans, korte verhalen, non-fictie en toneelstukken. Hoewel ze ondertussen tachtig is, schrijft ze vrolijk verder. Met de zes verhalen verzameld in Night-Gaunts and Other Tales of Suspense laat Oates zien dat ze het kunstje nog steeds niet verleerd is.
Het boek opent met het gedicht ‘Night-Gaunts’ van H. P. Lovecraft wiens invloed ook duidelijk voelbaar is in het verhaal, eveneens genaamd ‘Night-Gaunts’, waarmee de bundel eindigt. Deze laatste vertelling druipt van de gothic horror. Het is niet een stijl waar Oates gebruikelijk in schrijft, maar daar is niets van te merken. De donkere, klassieke sfeer drukt subtiel zijn stempel op de verslechterende gemoedstoestand van de hoofdpersoon.
Het eerste verhaal uit de bundel, ‘The Woman in the Window’, gaat over een vrouw die naakt wacht op de komst van haar minnaar. Wie een zoetsappig avontuurtje verwacht, komt echter bedrogen uit. De liefde is allang vervlogen. Minachting en woede zijn de overgebleven emoties die de voormalige tortelduifjes nu voor elkaar koesteren. Het verhaal is gebaseerd op het schilderij Eleven A.M., 1926 van Edward Hopper waarop een vrouw, enkel gekleed in een paar schoenen, in een blauwe stoel zit en uit het raam kijkt. Des te vreemder is het dat er voor de cover van de bundel gekozen is voor een foto van een reconstructie van dit tableau in plaats van voor een afbeelding van het schilderij zelf. Vooral omdat er in het verhaal gesproken wordt over een blauwe stoel terwijl er op de (overigens prachtige) cover een rozig rode fauteuil prijkt.
Oates hanteert verschillende stijlen om in essentie dezelfde alledaagse onderwerpen te bespreken: lust, wrok en geweld. Moeiteloos verhaalt ze over de lelijke kanten van mensen. Wat gaat er schuil achter een glimlach? Wat gebeurt er zodra de gordijnen gesloten worden? Oates legt het genadeloos bloot. Karakters hebben regelmatig geen naam en als ze tóch een naam hebben dan worden ze desalniettemin vaak aangeduid met een omschrijving - the wife, the experimental subject etc. – of alleen de beginletter van hun naam. Hiermee creëert Oates afstand tot de personages, terwijl ze tegelijkertijd universeler worden. Ze worden gebruikt, bedrogen, uitgelachen, door ziekte geteisterd en nu slaan ze om zich heen. Soms worden de wreedheden behoorlijk beeldend beschreven, maar ook waar dit niet het geval is, is deze bundel absoluut niet geschikt voor ‘the faint of heart.’
Voor lezers die houden van een flinke dosis literaire crime en horror doorspekt met rake observaties over onprettige emoties, is deze bundel een absolute aanrader. Het meest schokkende is misschien wel hoe herkenbaar sommige van de meest weerzinwekkende gedachten en gebeurtenissen worden omschreven. Dat is het kenmerk van een ware meester.
Reageer op deze recensie