Ambitieus maar onevenwichtig
In 2013 werd een nieuwe immigratiewet van kracht in Australië. Deze wet bepaalt dat per boot illegaal het land trachten te bereiken automatisch uitsluiting van recht op vestiging tot gevolg heeft. Iedereen die op deze manier Australië binnenkomt, wordt in een van de detentiecentra op omringende eilanden opgesloten.
Van 2013 tot 2017 zat journalist en dichter Behrouz Boochani, een Koerdische Iranees, op Manus Island vast in dit systeem. In een serie WhatsApp-berichten beschreef hij zijn ervaringen tijdens zijn gevangenschap. In nauwe samenwerking met Omid Tofighian, die het boek van het Farsi naar het Engels vertaalde, komt zo No Friend But the Mountains tot stand.
Het boek begint voortvarend met een ‘Et tu, Australië?’ als de Australische auteur Richard Flanagan zich in het voorwoord afvraagt:
"What has become of us when it is we who now commit such crimes?"
(Een vraag die Westerlingen zichzelf weleens vaker zouden mogen stellen.)
Is No Friend But the Mountains dan een verschrikkelijk, ontluisterend verslag over hoe het eraan toegaat binnen deze detentiecentra, waar vluchtelingen behandeld worden als vuil en pogingen tot zelfmoord bijna dagelijkse kost zijn? Nee. In zekere zin stelt Boochani deze moedwillige misstanden aan de kaak, maar hij heeft gekozen voor een hele andere benadering. Hij wil de gebruikelijke 'refugee tropes' vermijden en is meer geïnteresseerd in het beoogde doel van het wrede Australische immigratiebeleid en het effect hiervan dan in individuele verhalen (inclusief dat van hemzelf). De vertaler plaatst het boek daarom in een geheel nieuw genre: 'horrific surrealism'.
Het verlangen van Boochani om iets alomvattends te zeggen, leidt ertoe dat hij het eigenlijk vooral over de gevangenen in het algemeen heeft. Het gevolg is dat vrijwel alles verandert in een (abstracte) theorie in plaats van een (persoonlijke) ervaring. Boochani bestudeert als een soort antropoloog mensen binnen de gevangenisstructuur als van een afstand, terwijl hij er, als slachtoffer van het systeem, onderdeel van uitmaakt. Gezien zijn masterdiploma’s op het gebied van political science, political geography en geopolitics is deze interesse in de praktische aspecten van het politieke klimaat - dat binnen de gevangenismuren wordt gecreëerd door allerlei ontwrichtende regels - logisch. De keuze voor deze unieke invalshoek betekent wel dat andere facetten van zijn opsluiting er bekaaid vanaf komen. Zo wordt een bijtend commentaar op het wrede immigratiebeleid van Australië ondergesneeuwd door een analyse van politieke machtsstructuren.
Dikwijls neemt Boochani zijn toevlucht tot het schrijven van gedichten. Soms raakt hij daarmee de juiste snaar, zoals bij zijn aankomst:
A skeletal man with light-coloured eyes /
Holding a soaking book of poetry /
His feet held tightly in a pair of flip-flops /
This is all there is.
Veel vaker zijn deze gedichten, waar het boek mee doorspekt is, echter onorigineel en overbodig.
In de addenda aan het einde van het boek wordt uitgelegd waarom gekozen is voor deze ongemakkelijke combinatie van poëzie en politiek. Boochani is duidelijk uiterst zorgvuldig tewerk gegaan. Dat neemt niet weg dat No Friend But the Mountains het wankele midden houdt tussen een wetenschappelijk artikel en een persoonlijk verhaal. Het verblijf op Manus Island dient eigenlijk alleen als springplank voor wat Boochani op academisch niveau wil aantonen. Zo heeft hij weliswaar de door hem verguisde ‘refugee tropes’ weten te omzeilen, maar boet het boek ook aan kracht in door het gebrek aan aandacht voor zijn eigen ervaring.
Reageer op deze recensie