Biografie van John Feskens houdt het gezellig
De Tilburgse cultspeler John Feskens kreeg zijn eigen biografie en natuurlijk heet die D’n Beitel. Maar wordt er ook gehakt?
John Feskens is volgens de fans van Willem II 'Mister Willem II' en dat is volgens veel Willem II-fans voldoende reden dat er een biografie over de markante voetballer verschijnt. Zoals een persoon bij een ongeautoriseerde biografie het niet zelf in de hand heeft of er een boek over hem of haar verschijnt, zo lijkt dat in dit geval ook. Feskens gaf in interviews toe dat wat hem betreft andere Willem II-boegbeelden eerder in aanmerking komen voor een biografie en zelfs voor de term Mister Willem II, maar gaandeweg het maken van de biografie kreeg hij er toch plezier in en groeide de trots. Het resultaat is vernoemd naar zijn beroemde bijnaam: D’n Beitel.
John Feskens is geen topspeler uit het Nederlandse betaalde voetbal. D’n beitel, een bijnaam die hij al vroeg in zijn voetballoopbaan kreeg vanwege zijn opvallende gelaat, is een clubheld en cultheld. De reden voor het maken van de biografie moeten veeleer daarin worden gezocht dan in de prijzenkast van de Tilburger. Feskens maakt pas op relatief late leeftijd de overstap naar de Tilburgse profclub. Als Broekhovense jongen ligt zijn hart bij clubs uit de Tilburgse volkswijk en wordt er zelfs met enige afkeer naar de profclub Willem II gekeken, omdat die de naam heeft een beetje elitair te zijn.
Dat hij toch uitgroeit tot publiekslieveling Mister Willem II met een recordaantal van 483 gespeelde wedstrijden voor de club – noemt hij zelf toeval. Zijn uiteindelijke vertrek – nota bene naar aartsrivaal NAC Breda – is ergens ook toeval, al komt hier ook het principiële karakter van de voetballer naar voren. Feskens karakteriseren als een ultieme pechvogel, omdat hij door zijn overstap net het meest succesvolle moment uit de recentere geschiedenis van de Tilburgse club (kwalificatie voor de Champions League in 1999) mist, doet echter geen recht aan zijn kwaliteiten. Daarvoor was hij te veel jaren een vaste waarde bij de clubs waar hij speelde. Mooi is bijvoorbeeld ook de brief – achterin in de bijlagen weergegeven - waarin hij wordt afgekeurd voor het Brabantse jeugdelftal, slechts enkele maanden voordat hij een profcontract tekent bij Willem II en grote buur PSV bovendien ook nog eens interesse had. De bescheidenheid van Feskens blijkt wel als hij zelf terugkijkt en concludeert dat het de juiste keuze was om voor Willem II te kiezen en niet voor de Eindhovense topclub, waar hij nu overigens werkzaam is als analist. Zo zijn veel passages in het boek. Gezellig terugblikken om de mooie en soms mislukte dingen in de carrière van de ‘Fes’.
Maar als het ongezellig of misschien zelfs pijnlijk dreigt te worden, trapt Feskens zelf op de rem. Een van de slothoofdstukken over het tweede vertrek van Mister Willem II bij de Tilburgse club, nu als assistent-trainer, gaat niet verder dan even schuren. 'Ik snap dat het in het boek komt, maar van mij hoeft het niet', zegt de hoofdpersoon zelf. Na enig aandringen laat hij wel wat los, maar weigert er verder op in te gaan, als het echt pijnlijk wordt. D’n Beitel is een boek van mensen rondom Willem II over Willem II. Ze durven zeer zeker kritisch te zijn, naar speler en club, maar Feskens zelf weigert de beerput echt open te trekken. Het zal een goede weergave van zijn karakter zijn. Resoluut en fel tegen onrecht, maar geen bikkelharde speler. Niet op het veld en niet erna in zijn carrière of in zijn biografie. Dat maakt van D’n Beitel een gezellige biografie van een cultspeler bij een gezellige club, maar ook een waar het echte vuurwerk niet tot ontploffing komt.
Reageer op deze recensie