Overvol verhaal mist diepgang en emotie
De Hindoestaanse Lakshmi Kanhai is als kind met haar moeder uit Suriname naar Nederland gekomen. Ze leiden een teruggetrokken bestaan en leren uit boeken hoe te leven en te praten. Vooral het verzameld werk van Bordewijk is hen lief. Het verhaal begint als Lakshmi, dertig jaar en psychotherapeut, in het Mauritshuis rust zoekt bij Vermeers schilderij ‘Meisje met de parel’. Daar ontmoet ze een oudere man, Hans, een vage figuur met wie ze een onstuimige relatie krijgt. Ze raakt zwanger, krijgt een kind, Hans vertrekt naar Suriname en ontmoet daar Lakshmi’s vader en halfzus. Na een aantal jaar bezoekt Lakshmi hen en het boek culmineert in de ontmoeting met haar vader.
Het verhaal is weinig boeiend door de oppervlakkigheid van de personages en de vele thema’s die Ellen Ombre in haar boek heeft willen stoppen. De Surinaamse emigratie naar Nederland, het zoeken naar een eigen identiteit van een Hindoestaanse jonge vrouw, gemankeerde vader- en moederliefde, de Nederlandse politiek, Wilders, de Surinaamse politiek, de decembermoorden. Op zichzelf interessante thema’s, maar deze opsomming is nog niet eens volledig en de samenhang in Erfgoed vaak gekunsteld. De personages worden gebruikt om een mening weer te geven, tot leven komen ze niet. Wat ook niet helpt is dat ze op dezelfde toon in een hoogdravend soort Nederlands praten. Voor lezers die interesse hebben in deze thematiek kan het boek interessant zijn, maar als literair werk krijgt het niet meer dan één magere ster.
Ombre valt vaak in herhaling. Emoties worden eerst beschreven, vervolgens herhaald in dialoog en tot slot nog een keer samengevat. Belangrijke momenten krijgen echter slechts terloops ruimte en zo ontneemt Ombre je als lezer de gelegenheid je in te leven. Een voorbeeld is de manier waarop Ombre beschrijft dat Lakshmi zwanger is. Als lezer ga je mee in haar gedachten, maar je weet pas wat er aan de hand is als ze het uitspreekt tegen haar moeder.
"Wat de ontmoeting met Hans teweegbracht kon ik niet anders dan voor mezelf houden. Alledaagse gedachten verzonken in het niets. (…) De misselijkheid die ’s ochtends kwam opzetten bracht ik in verband met mijn hunkering. (…) Ik voelde me landerig, duizelig, en overwoog maar weer eens naar de dokter te gaan."
Dan, op een ochtend voelt Lakshmi zich opeens doodziek. Ze gaat op haar bed liggen en haar moeder vraagt wat er is: "Sinds een paar dagen had ik zekerheid en ik kon haar niet langer in het ongewisse laten. Het kwam er hortend uit: ‘Ik… Ik ben zwanger.'" Het zorgt voor een lezer die terugbladert in het boek, zoekend naar het moment waarop het hoofdpersonage zich realiseert dat ze zwanger is en zoekend naar het gevoel dat dit haar geeft. Ombre vertelt het niet. Wel lees je allerlei alledaagse gedachten van Lakshmi, maar het bezoek aan de dokter wordt overgeslagen.
Het verhaal werkt toe naar een climax, de ontmoeting van Lakshmi met haar vader. Ook hier worden de emoties omschreven en zijn ze voor de lezer weinig invoelbaar:
"Het familiegevoel liet verstek gaan; er was geen verklaring voor te vinden. Bloedverwantschap is geen bindmiddel, bleek. Zeven dagen trok ik met hen op, de vader, de halfzuster Vera en Hans, die geen bloed was, maar als vader van ons kind verwant. En ik kon niet wachten ze achter te laten waar ze waren, om op adem te komen, thuis bij mijn moeder bij wie ik hoorde, en bij mijn dochter voor wie ik moest zorgen. Ik wilde naar huis. Ik wilde schuilen."
Erfgoed is een overvol boek, waarin geen enkel thema tot zijn recht komt.
Reageer op deze recensie