Saaie mannen vertellen kabbelend verhaal
Drie mannen die elkaar niet kennen maar door hun namen met elkaar verbonden zijn. Caspar, Balthasar en Melchior. De drie wijzen uit het oosten die Jezus kwamen vereren met geschenken: mirre, wierook en goud. De geschenken die Désanne van Brederode (1970) haar romanhelden in Vallende vorst laat brengen zijn van een andere orde. Casper besluit een boek te schrijven over het bedrog dat zijn vriendin Désirée door haar man Hero is aangedaan. Melchior redt een motorrijder uit de gracht. En Balthasar besluit zich na een leven lang journalistieke onpartijdigheid in te zetten voor oorlogsslachtoffers.
Wat de verhalen verbindt is het thema bedrog. Hero heeft jaren tegen zijn vrouw gelogen en blijkt een tweede gezin te hebben. De motorrijder dringt zich op aan Melchior, maar blijft een mysterie en waarschijnlijk een bedrieger. Balthasar neemt geld aan voor het goede doel van een crimineel en moet dat geheim houden. Hoewel dit drie volledig verschillende verhaallijnen zijn lijken de mannen op elkaar, zelfs zoveel dat het soms moeilijk te volgen is. De mannen, hun achtergrond, hun uiterlijk, alles wordt uitgebreid beschreven. Toch blijven ze inwisselbaar.
"Zijn leven was gelukt. Dat wel. Min of meer. Weinig echte zorgen, zeker niet langdurig. En nog veel minder last van dwingende wensen of verlangens."
Deze omschrijving van Caspar op de eerste bladzijde zet de toon voor het hele boek. Alle drie de verhalen kabbelen voort, een beetje kalm en beschouwend en met vooral veel innerlijke monoloog. Daardoor ontbreekt het aan spanning, er lijkt ondanks achtervolgingswaan, dubbel bedrog, scheiding en verlies van vriendschap uiteindelijk toch weinig op het spel te staan voor de hoofdpersonen.
Pas als Désirée, de bedrogen vrouw, aan het woord komt, staat er een werkelijk personage op. Zij legt voor zichzelf genadeloos bloot wat het betekent om de bedrogene te zijn. Ze is documentairemaakster van beroep en pakt het bedrog in eerste instantie op als een nieuw project. Steeds dieper graaft ze in haar eigen verleden, dat van haar man en dat van zijn minnares. Alles wil ze weten om zich haar eigen verleden toe te kunnen eigenen en de regie over haar leven weer op te pakken.
"Er zijn bakkenvol waarheid over mij heen gegooid, te veel waarheid - waarheid die vloekte bij wat ik geloofde dat de waarheid was. De waarheid over mijn eigen leven. Op mijn eigen verzoek."
Maar hoe meer ze weet, hoe verder ze van haar doel af lijkt te komen. Uiteindelijk laat ze de film liggen. En dan komt Caspar met het idee om er een roman over te schrijven en wisselt zijn verhaal af met wat hij omschrijft als "de stem van Désirée". Die stem had de basis van het boek mogen zijn, de drie mannen blijven ondanks hun einde gewoon oninteressant.
Reageer op deze recensie