Een liefdesverhaal tussen de plooien van onrechtvaardigheid
James Baldwin (1924-1987) was een Amerikaanse schrijver en zoon van een voormalige slaaf. Het grootste deel van zijn volwassen leven woonde hij met zijn vriend in Parijs. Zwart en homo en aldus behorend tot twee minderheden, verklaart waarom de problemen waar deze groepen in het Amerika van het midden van de twintigste eeuw mee werden geconfronteerd, de voornaamste thema’s zijn in zijn boeken, essays en toneelstukken. Als Beale Street kon praten dateert van 1974 en speelt zich ook in die periode af. Het kwam ook meteen in 1974 in het Nederlands op de markt en kreeg nu een nieuwe, eigentijdse vertaling mee. Baldwin is opnieuw erg populair. Zijn thema’s zijn nog steeds zeer actueel, en Als Beale Street kon praten is dan ook niet het enige boek van de auteur dat door uitgeverij De Geus werd heruitgebracht. Ook Niet door water maar door vuur kreeg een nieuwe vertaling en bovendien hebben beide boeken covers die bij elkaar passen. Een aantal vertaalkeuzes van de uitgeverij zijn doorgevoerd ondanks uitdrukkelijk protest van vertaler Harm Damsma. Zo wordt nigger onvertaald gelaten en wordt white niet meer door blank, maar door wit vertaald. Waarom hij deze zelfcensuur geen goede zaak vindt, mocht Damsma in een nawoord zelf verdedigen. Erg jammer dat de uitgeverij dat nawoord alleen in Niet door water maar door vuur heeft opgenomen.
Het boek wordt verteld door Clementine (roepnaam: Tish), negentien jaar oud en aan het begin van het boek zwanger van Alonzo (roepnaam: Fonny). Tish en Fonny gaan samenwonen op een bewoonbaar gemaakte zolderverdieping. Fonny komt ongewild in het vizier van een racistische agent die vervolgens wacht op een kans om hem een loer te draaien. Enige tijd later wordt hij beschuldigd van verkrachting en komt onschuldig in de gevangenis terecht. Tish en haar familie doen er alles aan om Fonny vrij te krijgen. Omdat de families zwart zijn, worden ze hierin sterk benadeeld.
Tish is een rasvertelster die de gebeurtenissen in het heden (zijnde: 1974) voortdurend doorspekt met wat eraan voorafging. Ze begint bij de eerste ontmoeting tussen haar en Fonny, toen ze nog kinderen waren en meteen door iedereen Romeo en Julia werden genoemd. De band tussen Tish en Fonny vormt de hoofdmoot van haar verhaal maar tijdens het vertellen gaat ze niet voorbij aan de moeilijkheden die de levens van de beide families overheersen en aan hoe ze allen heen en weer worden geslingerd tussen hoop en wanhoop.
Zelfs in de vertaling blijft de authenticiteit van Baldwins boek overeind. Ook als personages Nederlandse woorden in de mond worden gelegd, blijven ze inwoners van Harlem met hun typische taal en omgang. In dit boek praten mensen echt met elkaar, met echte woorden, en niet met woorden die je alleen in boeken terugvindt. De mentaliteit van de straat die hun habitat is, komt duidelijk naar voren, en ook de omgang tussen de familieleden onderling is bijzonder helder verwerkt. De onrechtvaardigheid die een constante is in de levens van deze mensen, is nooit ver weg maar Baldwin schrijft geen klaagzang. Hoop op beterschap overheerst. Racisme en onrechtvaardigheid zijn wel sterk aanwezige thema’s, maar het valt op dat de zwarte bevolking dit gewend is. Het ontmoedigt hen niet, het maakt hen niet boos, zelfs niet in het post-Martin Luther King-tijdperk waarin het boek speelt. Ze gaan ermee om en maken er het beste van. Die gelatenheid shockeert veel meer dan wanneer Baldwin zijn personages wel boos had laten worden. Bovenal creëerde de schrijver een liefdesverhaal. Geen flauwe romance bovendien maar een liefde over een hobbelig pad die Tish en Fonny toch de kracht geeft om door te gaan en te blijven vechten voor elkaar.
Waard om weten: op 25 december 2018 komt de verfilming van dit boek in de VS in de zalen.
Reageer op deze recensie