Een vlot en spannend verhaal met dubbele bodem
Klasreünies. Voor de ene zijn ze een waar feest en een triomftocht, voor de andere een te mijden evenement. Sommigen hebben niets dan goede herinneringen aan de schooltijd, die zorgeloos was, plezierig, omringd door vrienden. Anderen herinneren zich pesterijen, uitgesloten worden, eenzaamheid. Het is een periode die velen een leven lang met zich meedragen en die bepalend is voor hoe de rest van dat leven verloopt. Meerdere regisseurs maakten er al een film of zelfs een volledige tv-serie over, meerdere auteurs verwerkten het onderwerp in een boek. Dimitri Casteleyn (1966) voegt met Het feest een nieuwe variant op dit thema aan onze gezamenlijke literaire erfenis toe.
Maurits Matthys wordt vijftig. En met hem de vier anderen waarmee hij in de klas zat op de middelbare school. Maurits heeft het gemaakt, is stinkend rijk geworden dankzij enkele ideeën die hij jaren geleden had en waarvoor hij nog steeds royaal octrooigeld opstrijkt. Hij besluit de andere vier uit te nodigen voor een reünie. Ze zijn hierover verbaasd en Maurits heeft wat overtuigingskracht nodig, want ze weten allemaal heel goed dat Maurits de pineut van de klas was. Hij was de jongen die gepest werd door de andere vier en ze zagen elkaar nooit meer terug. De vraag is dan ook waarom ze nu door Maurits worden uitgenodigd.
Casteleyn laat elk van de vijf klasgenoten om en om aan bod komen in hoofdstukken die hun naam dragen: Maurits, Jacob, Thomas, Eva en Leonie. In het inleidende gedeelte krijgen ze ieder met Maurits te maken die hen ervan probeert te overtuigen om naar de reünie te komen. Maurits zelf haalt herinneringen op aan zijn jeugd. De lezer voelt al snel aan dat er dingen staan te gebeuren en langzaam wordt spanning opgebouwd. Als de reünie van start gaat, worden de vier gasten apart ontvangen en van elkaar gescheiden gehouden. Aan het aantal glazen dat klaarstaat te zien, is er ook nog een zesde, onbekende gast uitgenodigd. Men heeft het raden naar wat er te gebeuren staat, en Het feest kan tot op dit punt vlotjes in de boekenkast naast bijvoorbeeld Tien kleine negertjes van Agatha Christie. Dit beoogt geen thriller te zijn, maar toch knettert de spanning van het papier af.
Het verdere hoe en waarom is natuurlijk aan de lezer om te ontdekken, maar vast staat wel dat Casteleyn zich een talentvol verteller toont die meer doet dan alleen maar teren op het thrillereffect dat hij in het eerste deel van het boek creëert. In een snelle opeenvolging van korte hoofdstukken, laat hij de personages interageren met vlotte en realistische dialogen die in werkelijkheid zouden klinken zoals ze ook gedrukt staan. De personages waren drieëndertig jaar geleden klasgenoten en kenden elkaar goed, maar ondertussen is daar veel tijd overheen gegaan en draaien ze onwennig om elkaar heen. Dit samenspel tussen onwennigheid en vriendschappelijkheid komt perfect uit de verf. Er wordt gelachen en vlot gebabbeld als er teruggedacht wordt aan vroeger, er vallen stiltes als er over nu gepraat wordt, oude conflicten steken al snel weer de kop op ook. Ondertussen blijft – ook voor de lezer – de vraag hangen: wat staat er te gebeuren?
In dit vlotte verhaal is echter ook ruimte voor wat reflectie en een boodschap. Zijn tieners die pesten te jong om te beseffen wat ze aanrichten of niet? In welke mate zijn docenten die pesterijen stilzwijgend negeren medeplichtig? Hoe beïnvloeden pesterijen de latere levens van slachtoffers, én van daders? Is spijt na de zonde betekenisvol? Het zijn vragen waarover de auteur zich buigt en waarop hij, binnen de beperkte context van dit ene verhaal, antwoorden zoekt. Het staat de lezer vrij om die reflectie op te pikken en te laten bezinken. Wie dat niet wil, kan eenvoudig genieten van een verhaal dat nooit inzakt. Casteleyn schrijft ook jeugdboeken en poëzie, maar in de categorie literatuur is Het feest in ieder geval voorlopig zijn beste boek.
Reageer op deze recensie