Een debuut van hoge kwaliteit
Nico en Kine zijn twee zussen die voornamelijk bij hun moeder wonen. Alleen de weekends brengen ze bij hun vader door. Ze zijn erg op elkaar aangewezen want hun moeder drinkt en schiet tekort in haar opvoeding. Het lijkt wel alsof ze meerdere moeders hebben, zo vinden ze. De eerste moeder is diegene die haar kinderen verzorgt, hen wel eens verrast en niet drinkt. De tweede is diegene die haar kinderen vertelt hoe de wereld in elkaar zit en vindt dat haar kinderen voor zichzelf moeten opkomen en laten zien dat ze bestaan. Moeder nummer drie is de moeder waarover de zussen hebben afgesproken nooit te praten, ook niet met elkaar, ook niet met hun vader. Zij is de dronken moeder die haar kinderen midden in de nacht wakker maakt en lastigvalt. Kine meent dat er nog een vierde moeder is. Dat is diegene die spijt heeft omdat ze is zoals ze is, en die volgens Kine moe is omdat het vermoeiend moet zijn om vier moeders tegelijk te zijn.
Het boek vangt aan wanneer Nico 14 is en Kine 11. Het is dan 1997. Via een opeenvolging van losse gebeurtenissen vertelt Kine haar visie op de feiten en laat ze zien hoe haar moeder zich gedraagt en hoe het voor de twee zussen is om in dit gezin op te groeien. Haar verhaal is schrijnend maar wordt niet triest verteld, waardoor het helemaal niet zwaar op de hand ligt. Twee jaar later wordt de fakkel aan Nico doorgegeven en vertelt zij hoe ze als zestienjarige binnen dit gezin leeft. Haar belangrijkste droom op dat ogenblik is geld bijeensparen voor een scooter. In 2001, 2004 en 2014 mogen respectievelijk Kine, Nico en weer Kine nogmaals hun kijk op het leven met hun moeder geven, waarbij het opvalt hoe beide zussen hun jeugd heel anders verwerkt hebben. Tegelijk is men getuige van de verwaarlozing door, en de aftakeling van een alcoholische moeder.
Mirthe van Doornik (1982), journalist en documentairemaker, debuteert overtuigend met dit boek. Dat heeft ook de uitgever blijkbaar door want vooraan op de cover prijkt een ronde sticker met daarop ‘Debuut van formaat.’, woorden van collega-schrijver Thomas Rosenboom. De woorden van Rosenboom zijn terecht. Hou toekomende debuutprijzen in de gaten want dit boek zou hierbij wel eens heel hoog kunnen scoren.
Moeders van anderen is integer geschreven en is zeer zeker geen aanklacht of beschuldiging. Van Doornik observeert de feiten en laat verder Nico en Kine aan het woord, die beschrijven wat ze zien en meemaken en hoe ze zich daarbij voelen. Beide zussen leggen andere accenten. Kine blijft geloven in het leven en heeft humor, terwijl Nico want angstiger is en controle nodig heeft. Nico is de oudste en ontfermt zich over Kine, maar op een bepaald punt in hun leven lijken die rollen zich te gaan omdraaien. Beiden hebben ze ook een eigen leven dat vooral om opgroeien draait en erbij horen, zoals dat voor alle tieners geldt. Scooters, muziek, vriendjes en school maken de dienst uit, ook in dit gezin. Door dat erbij te nemen, vermijdt van Doornik dat het een somber boek wordt dat alleen maar over het drankprobleem van de moeder gaat. Somber is het geenszins. Het laat zien dat ook kinderen uit probleemgezinnen een plaats kunnen vinden in het leven en dat ze niet altijd de weg op hoeven te gaan van de ouders.
Er valt niets op het boek aan te merken dat niet goed is. Het verhaal zit goed in elkaar en is bovendien ook heel erg boeiend, het is vlot en aangenaam geschreven, en het belicht een probleem dat een heel gezin ontwricht, op originele en heel luchtige wijze. Dus ja, nogmaals, Thomas Rosenboom heeft gelijk: een debuut van formaat.
Reageer op deze recensie