Een lastig te absorberen opera op papier
Corneille is boekhouder en woont in Parijs. Ooit was hij een gevierd dirigent en ook een tijd directeur van de Muntschouwburg in Brussel. Op de binnenplaats van de flat waarin hij nu woont, staat een grote plataan en Corneille is ervan overtuigd geraakt dat de boom wakker geworden is en hem in de gaten houdt. Tevergeefs probeert hij te bekomen dat de boom wordt omgehakt. Zijn zoon heeft hij al heel lang niet meer gezien en hij schrijft hem brieven die onbeantwoord blijven. In deze brieven vertelt hij hoe het tussen hem en de moeder van zijn zoon is misgelopen en waarom hij zijn carrière in de operawereld heeft stopgezet.
Tussen de vele brieven door krijgen we ook het verhaal van Ofelia te lezen, dat ogenschijnlijk (maar niet echt) losstaat van het eerste. Zij komt uit een muzikale familie, is sopraan en woont samen met Aviv, een Israëliër. In de hoop op een hoofdrol heeft ze Aviv met de dirigent van het orkest bedrogen, maar ze blijft de reservezangeres en voelt zich misbruikt. Ze verlaat het operagezelschap en ook Aviv, en verkast naar Berlijn op uitnodiging van de eigenaar van een nachtclub. Daar wil ze een nieuwe carrière beginnen. Het verhaal van Ofelia in het heden wordt afgewisseld met flarden uit haar jeugd die laten zien hoe afwezig haar ouders waren en hoe belangrijk haar oma voor haar was.
Annemarie Peeters is muzikante en dramaturg. Ze studeerde onder andere blokfluit aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. In de krant De Standaard schrijft ze over klassieke muziek en muziektheater. Ook bomen slapen is haar debuut en de inhoud past helemaal bij de wereld waarin ze vertoeft en die ze kent. Maar ook de vormgeving past daarin. Het boek is namelijk opgezet als een opera, bestaande uit een proloog en drie akten, en met als toegift nog een epiloog. Elke akte bestaat uit vele tientallen brieven van Corneille en een stukje proza waarin Ofelia belicht wordt. In de proloog vindt men wat poëzie terug en de epiloog bevat nog enkele laatste brieven van Corneille.
Opera’s zijn drama’s, uitingen van emotie worden bewust overdreven. De schrijfstijl geeft dat perfect weer. Alles is wee en smart, de personages leven zelfs het meest banale leven als een emotionele vulkaan. De brieven van Corneille zijn, het operagenre indachtig, langdradig, breedsprakig en uitgesponnen over tweehonderd bladzijden. Ofelia’s verhaal is wél in prozavorm geschreven maar ook deze stukken zijn zelden direct of met de voeten op de grond. Het geheel biedt de lezer weinig structuur maar dat is dan ook niet de bedoeling. Wie naar de opera gaat, weet dat de voorstelling in vorm mijlenver afstaat van de werkelijkheid. Zo dient ook dit boek gelezen te worden.
Binnen een operagebouw past deze stijl perfect. De aankleding van zaal en toneel, de kleding, de zang, de akoestiek, alles is tot in de puntjes op elkaar afgestemd en de bezoeker wordt in vervoering gebracht. In boekvorm valt het tegen. Uitgeverij Vrijdag plaatste enkele slogans op de achterzijde van het boek, komende uit de pen van Thomas Vanderveken, Marc Reugebrink en Koen Peeters, die de lezer ervan moeten overtuigen dat hij een meesterwerk in handen heeft. Louter kijkend naar de uitwerking is het boek inderdaad ook zeer compleet. Poëtisch geschreven, origineel opgebouwd, leest als een trein, gemaakt om een opera op papier te zijn. Inhoudelijk is het boek echter vrij mager. De vele brieven van Corneille waarin uiteindelijk amper wat staat, gaan snel tegensteken. De inhoudelijk iets vollere beschrijvingen van Ofelia’s worstelingen met haar eigen ik zijn niet sterk genoeg om dit te compenseren. De beslotenheid van de woonkamer straalt niet de sfeer uit van een operazaal en vult het geschrevene daarom niet aan. De lezer blijft op verre afstand observeren. In plaats van vervoering, dringt verveling zich al vrij snel op.
Reageer op deze recensie