Lezersrecensie
Een 'zwierig' en onderhoudend reisverhaal
15 augustus 2016
Dit was een heerlijk reisverhaal over mijn favoriete land, dus een feestje om te lezen! Gerrit-Jan Zwier is antropoloog en geograaf en heeft al jaren ervaring als reisverhalenverteller.
Dit is zijn tweede boek dat ik van hem lees, na De knoop van Ijsland, en ik heb er nog wel enkele van hem in mijn collectie.
Hier neemt Gerrit-Jan Zwier ons mee naar Zweden in de sporen van twee boeiende reisgidsen, enerzijds de natuurkundige Carolus Linnaeus oftewel Carl von Linné (1707-1778), en anderzijds Nils Holgersson die op de rug van de tamme gans Akka heel Zweden overvliegt, de beroemdste creatie van Selma Lagerlöf (1858-1940). Voor fans van Zweedse (noordelijke) literatuur en cultuur komen er trouwens nog heel wat andere referenties in voor: Ingmar Bergman, de beroemde Zweedse cineast krijgt ook een belangrijke rol toebedeeld, zowel op het eilandje Farö als in Dalarna waar hij is opgegroeid; de Noorse trilogie Eeuwig zingen de bossen wordt aangehaald net zoals een stukje uit een thriller van Henning Mankell en de dominee Gösta Berling, een ander bekend personage van Lagerlöf, de schrijver Karl-Ove Knausgård, een Noor die in Stockholm woont, en de Nederlandse Zweed Cornelis Vreeswijk worden ook niet vergeten.
Zwier schrijft zwierig, als ik het zo mag noemen. Hij neemt je met veel enthousiasme mee naar verschillende regio's die eruit steken voor hun landschap, een paradijs zijn voor vogelliefhebbers, een rijkdom aan fauna en flora bevatten, of net karig en de schoonheid moeten hebben van bergen en fjorden. Je hoeft dit boek dan ook niet te lezen om meer te weten te komen over de paleizen en de kunst in Stockholm, de handel van de havenstad Göteborg of de geschiedenis van de universiteitssteden Uppsala en Lund. Zweden zijn trouwens ook meestal natuurmensen: als ze al in steden wonen, zoeken ze voor het weekend of minstens voor hun vakantie het water, de bergen of het platteland op.
De volgorde van de bezochte regio's in het boek verloopt niet helemaal chronologisch, maar dat is niet erg. Het hangt wat af van zijn reisgezelschap en het is ook duidelijk aangegeven. Het gaat achtereenvolgens over Skåne, Gotland en het kleinere 'Ingmar Bergman'-eilandje Fårö, Lapland, Värmland, Småland, Kalmar, Öland, Blekinge, het Vänern- en Vättern-gebied, het prachtige gebied rond het Siljanmeer en Dalarna. Enkele dingen herken ik wel van enkele eigen reisjes maar vele andere zaken die in dit boekje aan bod komen ook weer niet.
Zwier noemt zichzelf geen echte Zweden-kenner hoewel hij dit verhaal schreef tijdens zijn derde reis ernaar toe. De Scandinavische taal die hij het eerst leerde, is het Noors. Vooraleer hij aan deze reis begon, volgde hij een cursus Zweeds wat hij best moeilijk en komisch vond met het Noors als achtergrond, en waar je als lezer ook wat van mee krijgt hier en daar. Zo kent hij het woord 'fika' bijv. niet, wat toch enigszins heiligschennis is voor Zweeds-sprekenden. (Fika = koffiepauze, altijd met iets zoets bij!) Hij weet daarentegen echter enorm veel van fauna (vooral vogels dan) en flora en verweeft dit met enkele feiten uit de geografie, geschiedenis, films van Bergman, andere grote literaire namen en anekdotes van vroegere reizen tot een zeer smakelijk en onderhoudend verhaal. Iets waar deze lezer enorm van kan genieten, maar waarvan de details jammer genoeg niet altijd zo lang in het hoofd blijven zitten. Het schijnt dat je je meer herinnert van dingen die je met eigen ogen hebt gezien. Nou, dat laat ik mij geen 2x zeggen! En voor diegenen die Zweden beter willen leren kennen, is dit de perfecte kennismaking!
Dit is zijn tweede boek dat ik van hem lees, na De knoop van Ijsland, en ik heb er nog wel enkele van hem in mijn collectie.
Hier neemt Gerrit-Jan Zwier ons mee naar Zweden in de sporen van twee boeiende reisgidsen, enerzijds de natuurkundige Carolus Linnaeus oftewel Carl von Linné (1707-1778), en anderzijds Nils Holgersson die op de rug van de tamme gans Akka heel Zweden overvliegt, de beroemdste creatie van Selma Lagerlöf (1858-1940). Voor fans van Zweedse (noordelijke) literatuur en cultuur komen er trouwens nog heel wat andere referenties in voor: Ingmar Bergman, de beroemde Zweedse cineast krijgt ook een belangrijke rol toebedeeld, zowel op het eilandje Farö als in Dalarna waar hij is opgegroeid; de Noorse trilogie Eeuwig zingen de bossen wordt aangehaald net zoals een stukje uit een thriller van Henning Mankell en de dominee Gösta Berling, een ander bekend personage van Lagerlöf, de schrijver Karl-Ove Knausgård, een Noor die in Stockholm woont, en de Nederlandse Zweed Cornelis Vreeswijk worden ook niet vergeten.
Zwier schrijft zwierig, als ik het zo mag noemen. Hij neemt je met veel enthousiasme mee naar verschillende regio's die eruit steken voor hun landschap, een paradijs zijn voor vogelliefhebbers, een rijkdom aan fauna en flora bevatten, of net karig en de schoonheid moeten hebben van bergen en fjorden. Je hoeft dit boek dan ook niet te lezen om meer te weten te komen over de paleizen en de kunst in Stockholm, de handel van de havenstad Göteborg of de geschiedenis van de universiteitssteden Uppsala en Lund. Zweden zijn trouwens ook meestal natuurmensen: als ze al in steden wonen, zoeken ze voor het weekend of minstens voor hun vakantie het water, de bergen of het platteland op.
De volgorde van de bezochte regio's in het boek verloopt niet helemaal chronologisch, maar dat is niet erg. Het hangt wat af van zijn reisgezelschap en het is ook duidelijk aangegeven. Het gaat achtereenvolgens over Skåne, Gotland en het kleinere 'Ingmar Bergman'-eilandje Fårö, Lapland, Värmland, Småland, Kalmar, Öland, Blekinge, het Vänern- en Vättern-gebied, het prachtige gebied rond het Siljanmeer en Dalarna. Enkele dingen herken ik wel van enkele eigen reisjes maar vele andere zaken die in dit boekje aan bod komen ook weer niet.
Zwier noemt zichzelf geen echte Zweden-kenner hoewel hij dit verhaal schreef tijdens zijn derde reis ernaar toe. De Scandinavische taal die hij het eerst leerde, is het Noors. Vooraleer hij aan deze reis begon, volgde hij een cursus Zweeds wat hij best moeilijk en komisch vond met het Noors als achtergrond, en waar je als lezer ook wat van mee krijgt hier en daar. Zo kent hij het woord 'fika' bijv. niet, wat toch enigszins heiligschennis is voor Zweeds-sprekenden. (Fika = koffiepauze, altijd met iets zoets bij!) Hij weet daarentegen echter enorm veel van fauna (vooral vogels dan) en flora en verweeft dit met enkele feiten uit de geografie, geschiedenis, films van Bergman, andere grote literaire namen en anekdotes van vroegere reizen tot een zeer smakelijk en onderhoudend verhaal. Iets waar deze lezer enorm van kan genieten, maar waarvan de details jammer genoeg niet altijd zo lang in het hoofd blijven zitten. Het schijnt dat je je meer herinnert van dingen die je met eigen ogen hebt gezien. Nou, dat laat ik mij geen 2x zeggen! En voor diegenen die Zweden beter willen leren kennen, is dit de perfecte kennismaking!
1
Reageer op deze recensie