Lezersrecensie
Olijven zijn lekker maar je hebt ze in zoveel smaken en soorten...
05 september 2016
Dit weekend kon ik in de bib nog enkele boeken verlengen (niet gereserveerd) en daardoor kreeg ik tijd vooraleer met Ariel van Sylvia Plath verder te gaan (nav het boek Jij zegt het van Connie Palmen), om eerst dit boekje te lezen. Aangenaam verrast was ik als schrijfster dezes, Ellen Deckwitz, deze bundel aanraadt als zo ongeveer de beste van Plath. Heb ik het even getroffen dan!
Het boekje van Deckwitz is vrij kort maar zou beter wat trager gelezen worden dan wat ik wederom deed, ook perfect toepasbaar op gedichten trouwens. Ook ik heb namelijk de neiging om een boek snel uit te lezen, ook al vraagt het af en toe om meer tijd. Dit boekje wil uiteraard iets overbrengen, dus neem je best ook de tijd de ideeën en tips van Deckwitz tot je te nemen. Ze doet dit gelukkig in een vermakelijke en toegankelijke stijl, waardoor je zeker geïnteresseerd blijft. Ik noteerde heel wat van haar leestips om ‘ooit eens op te zoeken’. (* -*)
Haar uitleg dat ‘gedichten niet alles kunnen betekenen, duh’, over enjambementen, eindrijm maar ook binnenrijm en klinkerrijm, witregels, vertaalde gedichten, het nut van poëzie of de gelijkenis ervan met wiskunde, enz. werkt aanstekelijk om meer poëzie te gaan lezen, maar helpt me niet echt om een lijn te vinden in wat ik mooi vind, en wat ik nog mooi kan vinden eerlijk gezegd.
Ik heb Tomas Tranströmer gelezen, Pablo Neruda, Maarten Inghels, en Bart Moeyaert en nog wel enkele andere dichtbundels, maar er lijken wel meer dichters in Vlaanderen en Nederland te zijn dan lezers ervan. En in die hooiberg de naalden vinden die je mooi vindt, of het kaf van het koren kunnen scheiden, blijft iets om jezelf uit te dagen. De leukste poëzietip die Deckwitz geeft, is dan ook volgens mij een bundel van Gerrit Komrij met de slechtste gedichten van ons taalgebied: Bombast en Larie. Daar ben ik nu eens benieuwd naar zie!
Het boekje van Deckwitz is vrij kort maar zou beter wat trager gelezen worden dan wat ik wederom deed, ook perfect toepasbaar op gedichten trouwens. Ook ik heb namelijk de neiging om een boek snel uit te lezen, ook al vraagt het af en toe om meer tijd. Dit boekje wil uiteraard iets overbrengen, dus neem je best ook de tijd de ideeën en tips van Deckwitz tot je te nemen. Ze doet dit gelukkig in een vermakelijke en toegankelijke stijl, waardoor je zeker geïnteresseerd blijft. Ik noteerde heel wat van haar leestips om ‘ooit eens op te zoeken’. (* -*)
Haar uitleg dat ‘gedichten niet alles kunnen betekenen, duh’, over enjambementen, eindrijm maar ook binnenrijm en klinkerrijm, witregels, vertaalde gedichten, het nut van poëzie of de gelijkenis ervan met wiskunde, enz. werkt aanstekelijk om meer poëzie te gaan lezen, maar helpt me niet echt om een lijn te vinden in wat ik mooi vind, en wat ik nog mooi kan vinden eerlijk gezegd.
Ik heb Tomas Tranströmer gelezen, Pablo Neruda, Maarten Inghels, en Bart Moeyaert en nog wel enkele andere dichtbundels, maar er lijken wel meer dichters in Vlaanderen en Nederland te zijn dan lezers ervan. En in die hooiberg de naalden vinden die je mooi vindt, of het kaf van het koren kunnen scheiden, blijft iets om jezelf uit te dagen. De leukste poëzietip die Deckwitz geeft, is dan ook volgens mij een bundel van Gerrit Komrij met de slechtste gedichten van ons taalgebied: Bombast en Larie. Daar ben ik nu eens benieuwd naar zie!
1
1
Reageer op deze recensie