Lezersrecensie
Prachtige schrijfstijl en een subtiele en meerlagige inhoud
04 november 2018
Marcel is schandalig genoeg het eerste boek van Erwin Mortier dat ik gelezen heb. Het is gelukkig ook zijn debuutroman, dus logisch is het wel een beetje. De boeken van Mortier in mijn kast kan ik met recht en reden dan ook wat ‘vergeten’ noemen. Godenslaap, De spiegelingen en nu ook zijn nieuwste Boeken van de troost staan dan ook nog op mijn wil-ik-lezen-lijst. Na de lezing van dit eerder dunne boek ben ik daar nog meer overtuigd van geraakt. Mortier raakte me dan ook met zijn suggestieve schrijfstijl en de inhoud die je veel tussen de regels door moet lezen en begrijpen.
In dit verhaal volgen we een jongen die opgroeit bij zijn grootouders op het Vlaamse platteland. Zijn familie blijkt niet doorsnee te zijn en enkele geheimen te bewaren. We leren de wereld door de ogen van die jongen kennen, en leren tegelijkertijd ook zijn oom Marcel kennen die gestorven is tijdens de Tweede Wereldoorlog enkele decennia geleden. Stukje bij beetje kan de goed verstaande lezer begrijpen hoe de politieke standpunten er voor stonden in de familie vroeger en hoe zij daar in de beschreven tijdsperiode waarin het boek zich afspeelt, nog steeds op aangekeken worden.
De sfeer van het plattelandsleven ademt door heel het boek, en er is nog een duidelijk verschil tussen de standen. De jongen is verliefd op de juffrouw van zijn klas, die bovendien ook klant is bij zijn grootmoeder die kleren maakt. En daar probeert hij meer dan een glimp van haar op te vangen, maar lukt dat hem niet. Hij doet dan ook goed zijn best bij haar, onder andere als ze het op het einde van het jaar over dieren hebben. Daarvoor heeft hij een briefomslag mee met een adelaar op. Jammer genoeg is dat een brief die zijn oom Marcel heeft opgestuurd tijdens de Tweede Wereldoorlog, en heeft de adelaar een swastika in zijn bek. De juffrouw legt het hem uit, maar dit gaat nog boven zijn petje en hij begrijpt nog niet wat daar allemaal achter zit.
Mortier maakt soms gebruik in zijn taal van personificaties en aforismen, wat veel sfeer in het boek brengt. Zoals in het begin van zijn verhaal:
‘Boven de haag liep een kromme ruggengraat van pannen tussen twee schouwen.’
‘De meeste kamers huisvestten een voorgeborchte van duisternis, koel in de zomer, ’s winters kil.’
Prachtig beschreven en een goed voorbeeld van de stijl van Mortier is ook dit stukje in het begin van het boek:
‘Eind augustus kroop de koude op uit de vloer. ’s Avonds rook het buiten al naar vorst. Voor de regens kwamen, trokken wolken soms zo laag over de pannen dat de nok ze leek te splijten.’
Het leuke van het boek is dat het verschillende lagen bevat die de lezer beter begrijpt dan het jonge hoofdpersonage. En het slot van het verhaal is tegelijkertijd verklarend en een veelbelovend open begin voor iets anders dat nog moet komen. Kortom, een dunne roman met toch zo veel inhoud, die dubbel en dik aan te raden is!
In dit verhaal volgen we een jongen die opgroeit bij zijn grootouders op het Vlaamse platteland. Zijn familie blijkt niet doorsnee te zijn en enkele geheimen te bewaren. We leren de wereld door de ogen van die jongen kennen, en leren tegelijkertijd ook zijn oom Marcel kennen die gestorven is tijdens de Tweede Wereldoorlog enkele decennia geleden. Stukje bij beetje kan de goed verstaande lezer begrijpen hoe de politieke standpunten er voor stonden in de familie vroeger en hoe zij daar in de beschreven tijdsperiode waarin het boek zich afspeelt, nog steeds op aangekeken worden.
De sfeer van het plattelandsleven ademt door heel het boek, en er is nog een duidelijk verschil tussen de standen. De jongen is verliefd op de juffrouw van zijn klas, die bovendien ook klant is bij zijn grootmoeder die kleren maakt. En daar probeert hij meer dan een glimp van haar op te vangen, maar lukt dat hem niet. Hij doet dan ook goed zijn best bij haar, onder andere als ze het op het einde van het jaar over dieren hebben. Daarvoor heeft hij een briefomslag mee met een adelaar op. Jammer genoeg is dat een brief die zijn oom Marcel heeft opgestuurd tijdens de Tweede Wereldoorlog, en heeft de adelaar een swastika in zijn bek. De juffrouw legt het hem uit, maar dit gaat nog boven zijn petje en hij begrijpt nog niet wat daar allemaal achter zit.
Mortier maakt soms gebruik in zijn taal van personificaties en aforismen, wat veel sfeer in het boek brengt. Zoals in het begin van zijn verhaal:
‘Boven de haag liep een kromme ruggengraat van pannen tussen twee schouwen.’
‘De meeste kamers huisvestten een voorgeborchte van duisternis, koel in de zomer, ’s winters kil.’
Prachtig beschreven en een goed voorbeeld van de stijl van Mortier is ook dit stukje in het begin van het boek:
‘Eind augustus kroop de koude op uit de vloer. ’s Avonds rook het buiten al naar vorst. Voor de regens kwamen, trokken wolken soms zo laag over de pannen dat de nok ze leek te splijten.’
Het leuke van het boek is dat het verschillende lagen bevat die de lezer beter begrijpt dan het jonge hoofdpersonage. En het slot van het verhaal is tegelijkertijd verklarend en een veelbelovend open begin voor iets anders dat nog moet komen. Kortom, een dunne roman met toch zo veel inhoud, die dubbel en dik aan te raden is!
1
Reageer op deze recensie