Lezersrecensie
"De drempel van een wereld die niet wordt begrensd door onze ervaring...."
Ik word altijd heel vrolijk van Capeks zo fantasievolle, humoristische en tegelijk mooie filosofische vragen stellende proza. Dus las ik "Meteoor" meteen nadat het uitkwam, en met veel vreugde. Het schijnt een trilogie te vormen met het ook al zo fraaie "Een doodgewoon leven" en een ander, helaas nog onvertaald boek. Een trilogie waarin alle delen los van elkaar te lezen zijn, maar wel dezelfde vragen stellen: hoe de werkelijkheid te kennen, hoe de ander te kennen, hoe onszelf te kennen? Of, nog wat scherper gesteld: hoe kunnen we ons verhouden met de onkenbare ongerijmdheid van de werkelijkheid en van onszelf? Intrigerende filosofische vraagstukken, die in "Meteoor" en in "Een doodgewoon leven" even pregnant als aanstekelijk lichtvoetig en fantasievol worden uitgewerkt. Naar verluidt werkt vertaalster Irma Pieper nu aan de vast weer soepele vertaling van het vast ook geweldige deel 3: hopelijk maakt ze tempo!
"Meteoor" draait om iemand die als enige overlevende uit een in brute storm neergestort vliegtuigje wordt gehaald en die zwaar - zeg maar: op korte termijn dodelijk- verbrand en in coma in het ziekenhuis ligt. Men noemt hem X, want het is onbekend wie hij is en waar hij vandaan komt. Drie even naamloze personen pogen de identiteit en voorgeschiedenis van X te reconstrueren: een zuster door duiding van haar dromen waarin X optreedt, een medepatiënt die helderziend is, en een schrijver door middel van zijn niet aflatende fantasie die tevens een niet aflatende speurzin is. Tussendoor doen een chrirurg en een internist eveneens kort hun duit in het zakje, met eigen gissingen en met soms vrij misprijzend commentaar op de huns inziens vaak onwaarschijnlijke reconstructies van de zuster, de helderziende en de schrijver. Die reconstructies zijn inderdaad alle drie nogal onwaarschijnlijk, hoe enorm fantasievol en fraai ze alle drie ook zijn mogen, en ze hebben naast diverse intrigerende raakpunten ook fundamentele verschillen: het is dus (anders dan de flaptekst zegt) zeker niet zo dat de drie verhalen samen een volledig beeld schetsen. Temeer niet omdat in alle drie verhalen zowel X als degene die over X vertelt als een intrigerend raadsel naar voren komt. Want in alle verhalen blijft X de raadselachtige onbekende, die zomaar uit de lucht viel midden in de storm, en die een raadselachtige bestemming had die hij ook nog eens nooit heeft bereikt.
De zuster meent met X te praten in haar dromen, en daar dingen te vernemen over een door X doorgemaakte vergeefse liefde, maar de irrationele heftigheid en intensiteit van dit verhaal vergroot de raadsels aanmerkelijk, en bovendien dringt de vraag zich op of dit door haar gedroomde verhaal niet meer over haarzelf en haar gefnuikte liefdesleven gaat dan over X. De helderziende zegt de meest prachtige dingen over helderziendheid als holistische waarneming van de gehele mens, waarin niet de altijd toevallige lotgevallen en eigenschappen en gevoelens centraal staan maar het levenslot waarin geboorte en dood als cirkel zijn verbonden, en hij zegt de meest schitterende dingen over de bijna geometrische figuren en wetmatigheden van X zijn leven, alsook over zijn eigen passie om die figuren waar te nemen en te doorgronden. Maar hij benadrukt tegelijk op even fraaie wijze hoe duister en ondoorgrondelijk die figuren zijn, en hoe sterk die wetmatigheid van dat levenslot aan zijn helderziende woorden en waarnemingen ontsnapt. Ook zegt hij: "Je zult nooit van je leven iemand kunnen begrijpen door zijn eigenschappen te beschrijven. Er zijn geen eigenschappen, er zijn krachten, krachten die elkaar wederzijds overwinnen, naar voren schuiven of afremmen. De mens ervaart slechts het heden en weet niet dat de kleine beweging die hij op dat moment uitvoert de resultante is van krachten die als bliksemflitsen door heel zijn leven lopen om de spanning tussen geboorte en dood in evenwicht te brengen". Dat is wel een heel ondoorgrondelijk en zeer aan Freud herinnerend visioen: wat de helderziende ziet of vermoedt is geen helderheid, maar het ondoorgrondelijk en voortdurend veranderend spel van onbewuste krachten. Veelzeggend vind ik bovendien laconieke en zinnen als "De helderziende keek langs zijn melancholieke neus ergens de leegte in": heel komisch, zo'n zin, maar de suggestie dat de helderziende vooral leegte ziet is tamelijk navrant. Hoewel die suggestie tegelijk vrij ironisch is, want diverse details in "Meteoor" wekken de suggestie dat de helderziende zich alleen inbeeldt dat hij helderziend is, of op zijn minst niet altijd zo helder ziet....
En de schrijver dan? Nou, die zegt het meest nadrukkelijk dat alles wat hij over X zegt zijn eigen fantasie is, en dat alle - inderdaad enorm fantasievolle en aanstekelijk rijke- verhalen die hij over X vertelt feitelijk over hemzelf gaan. Tegelijk is juist hij als fantast net als een rusteloze speurhond, die het oneindig veld van mogelijkheden besnuffelt, en die daarin voortdurend via grillige bewegingen op zoek is naar reuksporen van een ongrijpbare werkelijkheid. "Ik zal u een stelling van deze metafysische waanzin geven: de mogelijkheid die van alle de enig mogelijke is, is de werkelijkheid. Ziedaar de idee-fixe van fantasten: de werkelijkheid najagen langs de omweg van hersenschimmen. Mocht u denken dat we genoeg hebben aan illusies fabriceren, dan hebt u het mis, onze manie is ernstiger dan dat: wat we nastreven is de werkelijkheid zelf". En dat streven is van behoorlijk veel passie doordesemd, zoals even later blijkt: "Ik probeer u aanschouwelijk uit te leggen dat als we geleid worden door de fantasie, we de drempel van een zekere oneindigheid over gaan; de drempel van een wereld die niet wordt begrensd door onze ervaring, die breder is dan onze beleving en onafzienbaar veel meer bevat dan wij ons bewust zijn. Ik zeg erbij dat we ons niet in deze grenzeloze contreien zouden wagen als we er niet blind en halsoverkop binnen zouden vallen, op jacht naar iets wat zich voor ons verborgen houdt". Precies die passie is in mijn beleving enorm voelbaar in alle zinnen van het verhaal dat de schrijver vertelt over X, en dus indirect over zichzelf: een verhaal vol intrigerende innerlijke spanningen, vol ongrijpbare passies en vol fascinerende pendelbewegingen tussen oneindige lethargie en al even oneindige roes en bedwelming, en dat alles in ongehoord aanstekelijk beschreven exotische oorden waarin alle emoties en alle vormen voortdurend in groteske hybriden metamorfoseren. Kennen we X beter na dit verhaal? Nee, net zo min als dat we de schrijver zelf beter kennen, en net zo min als dat de schrijver zichzelf door zijn verhaal beter kent. Maar wel heeft hij met zijn fantasie en verbeeldingskracht mogelijke werelden en mogelijke ervaringen verkend die onbegrensd zijn, die breder zijn dan wat een normaal mens beleven kan, die meer bevatten dan hij en wij ons bewust kunnen zijn.
"Meteoor" draait zoals ik al zei om kentheoretische en filosofische vraagstukken, en om de confrontatie met de grenzen van onze vermogens: wij kunnen onszelf, de ander en de werkelijkheid niet kennen, en precies dat illustreert Capek op aanstekelijke wijze met dit verhaal. Maar veel belangrijker en bovendien veel inspirerender vind ik dat dit verhaal een ode is aan de fantasie en de verbeeldingskracht. Het boek demonstreert een stelling: we kunnen de werkelijkheid niet kennen, want onze ervaring en ons bewustzijn en onze beleving zijn beperkt. Maar veel inspirerender dan die stelling is het appel om met onze fantasie te proberen de grenzen van ervaring, bewustzijn en beleving te overstijgen: om geen genoegen te nemen met de begrensde wereld die we zogenaamd kennen, maar om ons te storten in het onbegrensde dat we nooit zullen doorgronden. En om de ongerijmdheid en onkenbaarheid van de wereld niet te loochenen of te betreuren, maar als een feest te vieren. Dat appel komt prachtig naar voren in de exotische fantasie van de schrijver en in zijn beschouwingen over aard en waarde van de fantasie. Maar naar mijn gevoel ook in de dromen van de zuster, als je die dromen ziet als poging om meer te ervaren dan in het dagelijks leven mogelijk is, en in het verhaal van de helderziende die wetmatigheden en onkenbare formules poogt te doorleven die een normaal mens niet eens vermoedt. Bovendien, in de beleving van de helderziende zoekt ook X vol passie naar nieuwe manieren om bekende en volstrekt onbekende chemische elementen met elkaar te verbinden, en in de beleving van de schrijver laat X zich helemaal onderdompelen door de onbegrensde sferen van het exotische. Ook het verhaal van X, zoals verteld door m.n. de helderziende en de schrijver, is doorregen van het appel om meer te ervaren dan mogelijk is. Een mooi appel, en door de stijl van Capek bovendien een heel uitnodigend appel: een stijl vol spanningsvolle tragiek en tegelijk vol bevrijdende humor, een stijl vol nihilistische leegte en tegelijk vol amusante ironie, een stijl vol filosofische diepgang en tegelijk vol lichtvoetigheid. Een stijl bovendien die voortdurend verbaast, verrast en verrukt.
Jullie begrijpen al dat ik mij weer uitbundig heb geamuseerd. Nu dus maar vol ongeduld wachten op het nog onvertaalde deel van deze trilogie, en misschien moet ik "Een doodgewoon leven" maar herlezen om de tussentijd te doden!
"Meteoor" draait om iemand die als enige overlevende uit een in brute storm neergestort vliegtuigje wordt gehaald en die zwaar - zeg maar: op korte termijn dodelijk- verbrand en in coma in het ziekenhuis ligt. Men noemt hem X, want het is onbekend wie hij is en waar hij vandaan komt. Drie even naamloze personen pogen de identiteit en voorgeschiedenis van X te reconstrueren: een zuster door duiding van haar dromen waarin X optreedt, een medepatiënt die helderziend is, en een schrijver door middel van zijn niet aflatende fantasie die tevens een niet aflatende speurzin is. Tussendoor doen een chrirurg en een internist eveneens kort hun duit in het zakje, met eigen gissingen en met soms vrij misprijzend commentaar op de huns inziens vaak onwaarschijnlijke reconstructies van de zuster, de helderziende en de schrijver. Die reconstructies zijn inderdaad alle drie nogal onwaarschijnlijk, hoe enorm fantasievol en fraai ze alle drie ook zijn mogen, en ze hebben naast diverse intrigerende raakpunten ook fundamentele verschillen: het is dus (anders dan de flaptekst zegt) zeker niet zo dat de drie verhalen samen een volledig beeld schetsen. Temeer niet omdat in alle drie verhalen zowel X als degene die over X vertelt als een intrigerend raadsel naar voren komt. Want in alle verhalen blijft X de raadselachtige onbekende, die zomaar uit de lucht viel midden in de storm, en die een raadselachtige bestemming had die hij ook nog eens nooit heeft bereikt.
De zuster meent met X te praten in haar dromen, en daar dingen te vernemen over een door X doorgemaakte vergeefse liefde, maar de irrationele heftigheid en intensiteit van dit verhaal vergroot de raadsels aanmerkelijk, en bovendien dringt de vraag zich op of dit door haar gedroomde verhaal niet meer over haarzelf en haar gefnuikte liefdesleven gaat dan over X. De helderziende zegt de meest prachtige dingen over helderziendheid als holistische waarneming van de gehele mens, waarin niet de altijd toevallige lotgevallen en eigenschappen en gevoelens centraal staan maar het levenslot waarin geboorte en dood als cirkel zijn verbonden, en hij zegt de meest schitterende dingen over de bijna geometrische figuren en wetmatigheden van X zijn leven, alsook over zijn eigen passie om die figuren waar te nemen en te doorgronden. Maar hij benadrukt tegelijk op even fraaie wijze hoe duister en ondoorgrondelijk die figuren zijn, en hoe sterk die wetmatigheid van dat levenslot aan zijn helderziende woorden en waarnemingen ontsnapt. Ook zegt hij: "Je zult nooit van je leven iemand kunnen begrijpen door zijn eigenschappen te beschrijven. Er zijn geen eigenschappen, er zijn krachten, krachten die elkaar wederzijds overwinnen, naar voren schuiven of afremmen. De mens ervaart slechts het heden en weet niet dat de kleine beweging die hij op dat moment uitvoert de resultante is van krachten die als bliksemflitsen door heel zijn leven lopen om de spanning tussen geboorte en dood in evenwicht te brengen". Dat is wel een heel ondoorgrondelijk en zeer aan Freud herinnerend visioen: wat de helderziende ziet of vermoedt is geen helderheid, maar het ondoorgrondelijk en voortdurend veranderend spel van onbewuste krachten. Veelzeggend vind ik bovendien laconieke en zinnen als "De helderziende keek langs zijn melancholieke neus ergens de leegte in": heel komisch, zo'n zin, maar de suggestie dat de helderziende vooral leegte ziet is tamelijk navrant. Hoewel die suggestie tegelijk vrij ironisch is, want diverse details in "Meteoor" wekken de suggestie dat de helderziende zich alleen inbeeldt dat hij helderziend is, of op zijn minst niet altijd zo helder ziet....
En de schrijver dan? Nou, die zegt het meest nadrukkelijk dat alles wat hij over X zegt zijn eigen fantasie is, en dat alle - inderdaad enorm fantasievolle en aanstekelijk rijke- verhalen die hij over X vertelt feitelijk over hemzelf gaan. Tegelijk is juist hij als fantast net als een rusteloze speurhond, die het oneindig veld van mogelijkheden besnuffelt, en die daarin voortdurend via grillige bewegingen op zoek is naar reuksporen van een ongrijpbare werkelijkheid. "Ik zal u een stelling van deze metafysische waanzin geven: de mogelijkheid die van alle de enig mogelijke is, is de werkelijkheid. Ziedaar de idee-fixe van fantasten: de werkelijkheid najagen langs de omweg van hersenschimmen. Mocht u denken dat we genoeg hebben aan illusies fabriceren, dan hebt u het mis, onze manie is ernstiger dan dat: wat we nastreven is de werkelijkheid zelf". En dat streven is van behoorlijk veel passie doordesemd, zoals even later blijkt: "Ik probeer u aanschouwelijk uit te leggen dat als we geleid worden door de fantasie, we de drempel van een zekere oneindigheid over gaan; de drempel van een wereld die niet wordt begrensd door onze ervaring, die breder is dan onze beleving en onafzienbaar veel meer bevat dan wij ons bewust zijn. Ik zeg erbij dat we ons niet in deze grenzeloze contreien zouden wagen als we er niet blind en halsoverkop binnen zouden vallen, op jacht naar iets wat zich voor ons verborgen houdt". Precies die passie is in mijn beleving enorm voelbaar in alle zinnen van het verhaal dat de schrijver vertelt over X, en dus indirect over zichzelf: een verhaal vol intrigerende innerlijke spanningen, vol ongrijpbare passies en vol fascinerende pendelbewegingen tussen oneindige lethargie en al even oneindige roes en bedwelming, en dat alles in ongehoord aanstekelijk beschreven exotische oorden waarin alle emoties en alle vormen voortdurend in groteske hybriden metamorfoseren. Kennen we X beter na dit verhaal? Nee, net zo min als dat we de schrijver zelf beter kennen, en net zo min als dat de schrijver zichzelf door zijn verhaal beter kent. Maar wel heeft hij met zijn fantasie en verbeeldingskracht mogelijke werelden en mogelijke ervaringen verkend die onbegrensd zijn, die breder zijn dan wat een normaal mens beleven kan, die meer bevatten dan hij en wij ons bewust kunnen zijn.
"Meteoor" draait zoals ik al zei om kentheoretische en filosofische vraagstukken, en om de confrontatie met de grenzen van onze vermogens: wij kunnen onszelf, de ander en de werkelijkheid niet kennen, en precies dat illustreert Capek op aanstekelijke wijze met dit verhaal. Maar veel belangrijker en bovendien veel inspirerender vind ik dat dit verhaal een ode is aan de fantasie en de verbeeldingskracht. Het boek demonstreert een stelling: we kunnen de werkelijkheid niet kennen, want onze ervaring en ons bewustzijn en onze beleving zijn beperkt. Maar veel inspirerender dan die stelling is het appel om met onze fantasie te proberen de grenzen van ervaring, bewustzijn en beleving te overstijgen: om geen genoegen te nemen met de begrensde wereld die we zogenaamd kennen, maar om ons te storten in het onbegrensde dat we nooit zullen doorgronden. En om de ongerijmdheid en onkenbaarheid van de wereld niet te loochenen of te betreuren, maar als een feest te vieren. Dat appel komt prachtig naar voren in de exotische fantasie van de schrijver en in zijn beschouwingen over aard en waarde van de fantasie. Maar naar mijn gevoel ook in de dromen van de zuster, als je die dromen ziet als poging om meer te ervaren dan in het dagelijks leven mogelijk is, en in het verhaal van de helderziende die wetmatigheden en onkenbare formules poogt te doorleven die een normaal mens niet eens vermoedt. Bovendien, in de beleving van de helderziende zoekt ook X vol passie naar nieuwe manieren om bekende en volstrekt onbekende chemische elementen met elkaar te verbinden, en in de beleving van de schrijver laat X zich helemaal onderdompelen door de onbegrensde sferen van het exotische. Ook het verhaal van X, zoals verteld door m.n. de helderziende en de schrijver, is doorregen van het appel om meer te ervaren dan mogelijk is. Een mooi appel, en door de stijl van Capek bovendien een heel uitnodigend appel: een stijl vol spanningsvolle tragiek en tegelijk vol bevrijdende humor, een stijl vol nihilistische leegte en tegelijk vol amusante ironie, een stijl vol filosofische diepgang en tegelijk vol lichtvoetigheid. Een stijl bovendien die voortdurend verbaast, verrast en verrukt.
Jullie begrijpen al dat ik mij weer uitbundig heb geamuseerd. Nu dus maar vol ongeduld wachten op het nog onvertaalde deel van deze trilogie, en misschien moet ik "Een doodgewoon leven" maar herlezen om de tussentijd te doden!
1
Reageer op deze recensie