Dwangneuroses, chaos en humor
“Wanneer knielen we? (…)” vroeg Iron Man. “Ik weet toevallig dat katholieken gek zijn op knielen. Dat zegt mijn moeder altijd.”
“Nee. Je hoeft niet overal te knielen.” Waar was hij aan begonnen? (…) “Je knielt alleen voor de eucharistie.”
(…) “Kan ik jullie helpen?”
Pastoor Rick. Shit.
“Ben jij dat Adam Ross? Wat leuk om je te zien, Adam!”
Aangevoerd door Thor lieten de superhelden zich onmiddellijk als één man op hun knieën op de granieten vloer zakken, waar ze de rommeligste kruisjes aller tijden sloegen. (…)
“Batman zei dat katholieken knielen als ze de eucharistie zien,” zei Iron Man.
Stop allemaal jonge mensen met een dwangneurose en een psycholoog in een kamer, en je krijgt een zooitje ongeregeld. Daar lijkt het boek De onverwachte held van kamer 13B op neer te komen, maar het is zoveel meer dan dat.
Adam Spencer Ross is een jongen van vijftien jaar met een dwangneurose. Daarvoor is hij onder behandeling bij een psycholoog, Chuck, ook wel Dok. Tijdens een groepssessie komt de wonderschone Robin kamer 13B binnenstappen, en Adam is meteen over zijn rode oren verliefd op Robin. De jongens en meiden uit de praatgroep mogen allemaal een stripfiguur kiezen om de strijd met hun dwangneurose aan te gaan. Connie wordt Wonder Woman, Peter wordt Wolverine, Robin blijft Robin en Adam kiest voor Batman. Hij wil namelijk onverschrokken én Robins superheld zijn. Zo gezegd, zo gedaan. Maar Adam wil niet alleen Robin helpen, maar ook zijn altijd stuiterende stiefbroertje en z’n moeder. Maar dat is nogal lastig, wanneer de chaos in je hoofd als maar groter wordt.
Teresa Toten heeft van Adam een bijzonder personage gemaakt, allereerst heeft hij een dwangneurose. Zo moet hij om de haverklap gaan ‘tellen’ of ‘tikken’ en van even getallen moet hij niets weten. Door het boek heen telt hij en telt hij: één, drie, vijf, zeven, negen, elf, … Maar dat tellen is niet zijn enige probleem, zo heeft hij ook last van drempels. Bij sommige deuren moet er eerst een ritueel worden uitgevoerd voor hij erdoor kan. En als er iets fout gaat, moet hij weer helemaal opnieuw beginnen. Je raadt natuurlijk al dat dat niet zo gepiept is. Daarnaast laat Toten Adam worstelen met allerlei dingen, hij is zichzelf eigenlijk kwijt. Hij probeert Robin te helpen, maar ook z’n broertje en z’n moeder. Want er arriveren regelmatig dreigbrieven aan het adres van zijn moeder. En dan heeft hij natuurlijk nog gescheiden ouders; voor Adam zit het allemaal niet mee.
Toten combineert ernstige onderwerpen met humor. Ze heeft haar personages gebaseerd op mensen met een obsessief-compulsieve stoornis die ze op een congres in Chicago heeft mogen ontmoeten. Haar personages hebben allemaal hun eigen problemen en gaan hier verschillend mee om, de een is ontzettend stil, en de ander praat honderduit over van alles en nog wat. De praatgroep die Toten schetst, is dus een mix van allerlei mensen, met hun eigen problemen, en dat zorgt ervoor dat het boek en bijzonder tintje krijgt. En de humor komt daarnaast ook zeker aanbod, vooral op momenten dat je het niet verwacht.
De onverwachte held van kamer 13B gaat over de obstakels die een jongen met een dwangstoornis moet overbruggen. Over een jongen met een groot hart, die zichzelf een beetje kwijt is. Over een jongen die voor iedereen een held wil zijn, maar zijn eigen held niet kan vinden. Dit boek laat je zien dat alles goed kan komen, zo lang je maar stappen durft te zetten.
Reageer op deze recensie