Een zelfverplettering in heldere klaarheid
Een uitgeverij die zich waagt aan de publicatie van een toneelstuk moet tot een bijzondere categorie behoren. De reden hiertoe is dat toneel binnen het literaire spectrum tot het middelmatige behoort. Meestal is het een compositie van vage klanken en hol maniërisme. Het was Lodewijk van Deyssel die ooit schreef dat er een wet moest komen die het middelmatig schrijven zou moeten verbieden. Desalniettemin verscheen het toneelstuk Mensenkinderen van J.J. Voskuil in het gerenommeerde en ingedijkte letterkundig tijdschrift Tirade 424, en brengt de uitgever van dit tijdschrift het toneelstuk uit in boekvorm, als postuum eerbetoon.
Het grote nadeel van geschreven toneelstukken laat zich ook in Mensenkinderen zien, waarin de opgevoerde scène door haar rechtlijnigheid je niet eens prikkelt tot enige verbeelding. In een nonchalant ingerichte kamer zit rondom een lange tafel een aantal mensen en volgt er een dialoog, op de voet gevolgd door een onderlinge duffe observatie, hetgeen niet meer betekent dan dat de figuranten elkaar zitten aan te gapen in een idiote verrukking. Rondom deze tafel wordt niet bepaald de hoogste wijsheid verkondigd en lijken de dialogen erg hakkelig. Hierdoor springt het beeld van een onnatuurlijk toneelspel al vrij gemakkelijk op het geestesoog. De ten tonele gevoerde personages zijn ook typisch Amsterdams: de huiskamer is een duidelijke setting van Nederlandse (on)gezelligheid, met bordjes kaas, kopjes koffie en slaapmutsjes in de vorm van jenever. Het beeldt een primitieve kneuterigheid uit die al vanaf de eerste pagina het boek afdruipt. Karel en Klaartje, die al 23 jaar samen zijn, hebben heftige discussies, waarbij vooral Klaartje zichzelf te buiten gaat aan verwensingen en frustraties. Ondanks hun gedeelde liefde voor een borreltje of een cognacje voor het slapen gaan, lijken de twee weinig gemeen te hebben. Klaartje is een zelfverklaarde feministe die voornamelijk gefrustreerd en gevangen lijkt te zijn in het huwelijksleven. Karel, een brave en bijna kleurloze ambtenaar, delft regelmatig het onderspit in de vinnige en vaak hysterische en onterechte tirades van zijn vrouw. Als boezemvriend Kees langskomt met zijn promiscue vrouw Hesther, is het Klaartje die wordt afgeschilderd als de trieste burgertrut.
In het toneelstuk is Klaartje een onuitstaanbare vrouw en wil Karel er vandoor gaan met de vrouw van zijn beste vriend Kees. De dame in kwestie is wel behoorlijk ongeremd aan het flirten met Karel, hetgeen doet twijfelen aan de viriliteit van haar man Kees. Tijdens hun voortdurende strijd bevechten ze elkaar met maatschappelijke argumenten, principes en meningen. Als dan ook het bevriende echtpaar als voornoemd op bezoek komt, escaleren hun vijandelijkheden uiteindelijk tot een hilarische ruzie. Het is de toneelschrijver onvoldoende gelukt om enkel de stemmingen weer te geven. Hij heeft een grote nederlaag van het karakter uitgebeeld, een zelfverplettering in heldere klaarheid waardoor hij het er miserabel vanaf heeft gebracht. De personages hebben de aandoening van het karakterloze en zijn daarbij banaal en violent geparfumeerd. De realistische weergave van het leven laat op zich goed lenen voor een toneelstuk hetgeen op zich een zeer slechte basis is.
Er ontbreekt koelte en scherpte in zijn waarneming, de zuivere waarachtigheid van wat de personages vertellen. Als lezer word je niet geboeid door de figuranten hoezeer je ook wordt meegesleept door het treurige lot. Hier geeft de auteur een grote nederlaag weer van het karakter, een zelfverplettering in helle klaarheid door de karakterlozen zelf gezien. Er schuilt iets onvoldragens in de melodramatische, excessieve afschuwelijkheid der voorstelling waardoor het geheel op de plank bijna een toonbeeld lijkt te zijn van een dramaturgische draf. Het enige intrigante is dat het de toneelschrijver gelukt is om het contrast tussen ruzie en genegenheid perfect uit te beelden. De komedie is bij vlagen goed gelukt met een paar geslaagde grappen erin, maar even vaak zijn die oubollig en van humor gespeend. Het eindproduct is een kabbelend keuvelstuk geworden waarin Klaartje alles wat haar man zegt zo negatief mogelijk blijft interpreteren terwijl de man op zich er zwijgzaam bij zit.
Reageer op deze recensie