Levenslang
Ik las De ontvoering van Alfred Heineken van Peter R. De Vries, Verraad, de biografie van Willem Holleeder, door Jan Meeus, en nog een handvol andere boeken waarin ‘de Neus’ werd opgevoerd als meedogenloze beroepscrimineel. Maar geen van die verhalen sneed zo diep in mijn huid als Judas, de ‘familiekroniek’ van Astrid Holleeder die afgelopen zaterdag verscheen.
Het boek dat in het grootste geheim werd voorbereid en waarvan er dit weekend zo’n tachtigduizend (!) werden verkocht, bewijst nog maar eens dat Heinekenontvoerder Willem Holleeder nog maar weinig aan aantrekkingskracht heeft verloren. Van het boek van De Vries gingen er sinds de verschijning in 1987 een half miljoen exemplaren over de toonbank. Dit true crime-verkooprecord zou met Judas zo maar eens verpletterd kunnen worden, wetende dat er deze week al een kwart miljoen exemplaren in druk zullen zijn. En misschien nog wel belangrijker: het verhaal van Astrid Holleeder zal vrouwelijke lezers (nog) veel meer aanspreken dan het ‘stoere jongensboek’ van Peter R.
Judas is hét boek dat je dit jaar gelezen moet hebben.
True crime is misschien ook niet de juiste kapstok van het boek, want Judas vertelt niet over de criminele carrière van Willem Holleeder, hoewel je daar natuurlijk niet aan ontkomt. Het is een indringend ooggetuigeverslag van de gijzeling van het hele gezin Holleeder door broer Wim sinds zijn betrokkenheid bij de ontvoering van Heineken en zijn chauffeur in november 1983, tot aan de getuigenissen van zijn zussen Astrid en Sonja bij het OM. De familie Holleeder is tot diep in het bot beschadigd en één ding is zeker: dát komt nooit meer goed.
Het verhaal van Astrid begint in de periode van haar prille jeugd waarin haar tirannieke vader het gezin genadeloos terroriseert en voor het leven misvormt. Het is een bijzonder slechte basis voor een gelukkig en zorgeloos leven. Understatement. Astrid vertelt over hoe ze als tiener met veel geweld door de recherche van haar bed werd gelicht als mogelijk medeplichtige aan de Heinekenontvoering en de impact van die angstige momenten op haar latere leven. Ze vertelt over de continue invloed die haar broer heeft op haar leven, de vele bedreigingen, de geslaagde moordaanslag op zijn collega Heinekenontvoerder (en zwager) Cor van Hout, tot aan de moeilijke beslissing – ruim tien jaar na de moord op Van Hout – om tegen hem te getuigen. Een beslissing die ze neemt – samen met Sonja (de weduwe van Cor van Hout), en later ook Willems ex-vriendin Sandra – om haar zus en hun kinderen en inmiddels kleinkinderen zo goed mogelijk te kunnen beschermen tegen het gevaar van hun zwager en oom. Een beslissing die haar hele leven drastisch verandert, want ongeacht of Holleeder ooit nog een voet buiten de gevangenis zet, zal het gevaar waarschijnlijk tot ver na zijn dood, of wellicht pas bij haar eigen dood, verdwijnen. De gedachte om tot dat moment altijd over je schouder te moeten kijken, je altijd angst zal hebben als er een scooter voorbijraast of een auto die net even langer stil blijft staan voor je huis. Sonja Holleeder kan niet meer over straat zonder na te denken over de route die ze neemt, zonder kogelvrijvest, zonder één moment te denken dat haar einde nadert.
Ik ben onder de indruk van de kracht van deze vrouw die alles opgaf om aan de dertig jaar durende gijzeling van haar leven door Willem Holleeder te kunnen ontsnappen. Of zoals ze in het nawoord van Judas aan haar broer schrijft: ‘Het breekt mijn hart dat ik jou moet laten opsluiten, maar geloof me dat ik samen met jou daarbinnen zit. Ik geef jou levenslang, maar daardoor heb ik zelf ook levenslang. Een leven lang angst, tot aan het moment dat mijn tijd is gekomen. (…) Dat Sonja, Sandra en ik onze getuigenis tegen jou met de dood moeten bekopen, weet jij en weten wij.’
*Slik*
Reageer op deze recensie