Vliegen voor vrouw, volk en vaderland
Voor het eerst schreven thrillerauteur Charles den Tex (o.a. De macht van meneer Miller uit 2005 en CEL uit 2008) en zijn vrouw Anneloes Timmerije (journaliste en romanschrijfster van o.a. Slaapwandelen bij daglicht uit 2013) samen een roman. De Nederlandse Nicci French! Het is een indrukwekkend boek over een liefde in oorlogstijd geworden.
Het verhaal is gebaseerd op de waargebeurde geschiedenis van Guus en Lienke Hagers uit Nederlands-Indië. Guus is gevechtsvlieger bij de Indische luchtmacht en wordt naar Australië gestuurd om een aantal vliegtuigen op te halen. Terwijl hij wacht op de vliegtuigen die er nog niet zijn, wordt Indië aangevallen en bezet door Japan en is het voor Guus en zijn collega-vliegers niet meer mogelijk terug te keren. Lienke blijft achter op Java en belandt in diverse kampen. De geliefden hebben geen contact, weten niet of de ander nog leeft, maar de wil om elkaar terug te zien, houdt hen overeind.
Guus vervult allerlei (geheime) opdrachten en belandt daarbij tussen de strijdende kampen, met generaal Simon Spoor aan de ene kant en minister Hubertus van Mook aan de andere kant. Spoor die na herovering van Indië flink de bezem overal door wil halen en de Nederlanders weer op alle belangrijke posities wil hebben en Van Mook die een voorstander van een progressieve Indonesische politiek is. Guus krijgt zijn opdrachten van Marja Landberg en in die verwarrende periode vol angst en frustraties ontstaat er tussen hen een bijzondere band.
Het boek start met het gedicht “Vol de Nuit” uit 1942 van Emile den Tex , de vader van Charles. Vol de Nuit (letterlijk Nachtvlucht) is ook het parfum van Guerlain uit 1933 dat Marja Landberg altijd draagt en dat genoemd is naar het boek van Antoine Saint Exupery, een verhaal over liefde en romantiek in de eerste jaren van de luchtvaart.
De roman bevat drie delen. Deel 1 en 2 (periode 1942-1945) vormen een geheel, deel 3 (1995) staat los van de andere twee delen. Niet alleen omdat dit deel zich veel later afspeelt, ook omdat het qua stijl anders is. Waar deel 1 en 2 het verhaal van Guus en Lienke vertellen en qua verteltempo het ritme van de oorlog volgen (dan weer eens traag omdat er alleen gewacht wordt op vliegtuigen en orders, dan weer razendsnel omdat de ene missie meteen gevolgd wordt door een andere) heeft het derde deel de vorm van een reportage. De dochter van Marja Landberg (Timmerije zelf?) spreekt met de inmiddels ruim 80-jarige Lienke en reconstrueert het verhaal.
De kracht van dit boek zit in de personages. Guus en Lienke worden echte mensen, je leeft met hen mee en beleeft door hun ogen een oorlog die niet bij iedereen bekend is. Deze mensen hebben zó veel meegemaakt, zó veel ellende gezien, hoe kunnen zij ooit nog samen gelukkig worden wanneer ze elkaar terug zien?
Wanneer Guus na zeven maanden bijna onafgebroken vliegen, verplaatst wordt naar Melbourne, staat er: De herinneringen van Farbairn stromen zijn hoofd in – hij wil ze niet, maar hij heeft geen verweer. Hier is hij zijn vertrouwen kwijtgeraakt. Hier zijn zijn vrienden afgevoerd (……) Tranen rollen over zijn wangen. Hij leunt achterover in zijn stoel en sluit zijn ogen, zijn ademhaling jachtig alsof hij achterna wordt gezeten. Hij is niet klaar, bij lange na niet. Wat hier is gebeurd, is niet weg, en hoe hij ook probeert om alles op zijn plek te houden in zijn hoofd, de orde te bewaren, de laatjes en de deurtjes netjes dicht, gevoelens opgeborgen, uit het zicht, het lukt niet meer (…). Het is alsof de doden nu pas tot hem doordringen, alsof hij nu pas inziet dat al zijn missies en al zijn bommen niemand kunnen terugbrengen. Dat is de muur. Niemand komt terug.
Dit is de oorlog, teruggebracht tot één persoon. Universeel en herkenbaar. Hartverscheurend en prachtig beschreven. We mogen blij zijn dat de auteurs Guus en Lienke Hagers postuum hebben willen eren met dit prachtige verhaal.
Reageer op deze recensie