Veel meer dan alleen maar autobiografisch
John Toxopeus beschrijft zijn jeugd van kind tot jongvolwassene aan de hand van een aantal korte verhalen in de eerste persoon enkelvoud. Als kind zit hij in een kliniek voor patiëntjes met open tbc, maar als hij geneest mag hij naar huis. Geen gezellig huis: zijn ouders ruziën vaak en gaan scheiden, zijn broer en zus vragen zich af waarom hij niet in de kliniek is gebleven, en ook met de minnaar van zijn moeder kan hij niet overweg. Af en toe kan hij terecht bij andere familieleden, maar ook dat duurt maar totdat hij zijn mulo-diploma heeft gehaald. Wel bezorgt diezelfde familie hem zijn eerste baan en gaandeweg neemt hij steeds meer zelf de beslissingen over zijn leven. Hij sluit zich aan bij een politieke jongerenorganisatie en als hij daar secretaris wordt, maakt hij van dichtbij mee wat mensen kunnen doen om hogerop in de politiek te komen.
Zoals de titel misschien al doet vermoeden, is dit niet het meest vrolijke boek. Er zijn wel wat lichtpuntjes in Toxopeus' niet-zo-vrolijke jeugd, zoals een dagje vissen met zijn vader voor zijn verjaardag, maar het algemene beeld is inderdaad wel 'om te janken'. De auteur beschrijft zijn leven echter op zo'n manier, dat je niet gaat janken. Hij vertelt over zijn jeugd door middel van 29 korte verhalen, die niet echt als een autobiografie lezen: daarvoor is het te verhaalachtig opgeschreven, inclusief dialogen, gedachten van de ik-persoon en beschrijvingen van gebeurtenissen.
De schrijfstijl verandert met de leeftijd van de auteur mee. Aan het begin is hij nog jong en zijn de zinnen en woordkeuzes nog kinderlijk. Naarmate hij ouder wordt, wordt ook het taalgebruik iets volwassener. De zinnen worden echter nooit overdreven lang en blijven goed leesbaar.
Het leven van de hoofdpersoon neemt onverwachte wendingen, maar zelf lijkt hij er niet zoveel invloed op te hebben. Veel dingen overkomen hem (zoals tbc) of worden voor hem besloten (vooral omdat hij nog heel lang thuis blijft wonen, bij zijn moeder).
Een van de dingen die niet voor hem besloten lijkt te zijn, is het zich aansluiten bij een politieke jongerenorganisatie. Terwijl thuis zijn gezin steeds verder uit elkaar valt, blijft de hoofdpersoon in zijn vrije tijd hiermee bezig en uiteindelijk krijgt hij hier ook een baan als secretaris. Dan merkt hij pas goed wat mensen kunnen doen om hogerop te komen in de politiek, of wat mensen denken te mogen doen als ze de macht hebben. Zelf houdt hij zich hier zo veel mogelijk buiten, wat interessante situaties oplevert.
Een aantal van deze verhalen is eerder in literaire tijdschriften gepubliceerd, maar het leest niet als een collectie korte verhalen. Elk kort verhaal lijkt op een hoofdstuk uit een langer verhaal, namelijk het levensverhaal van de auteur. Af en toe wordt er natuurlijk wel een periode overgeslagen, maar er vallen geen storende grote gaten in het levensverhaal. Het boek geeft inderdaad wel een mooi sfeerbeeld van de jaren 50 en 60, met het schrijven van brieven en zonder mobieltjes, en het politieke gedeelte is onverwachts interessant na de verhalen over het leven van een opgroeiende jongen in Amsterdam.
Het einde komt wel erg abrupt. De hoofdpersoon is net op bezoek geweest bij een collega thuis en de volgende dag op kantoor gaat het gesprek verder over dezelfde onderwerpen. Precies onder aan de pagina eindigt het verhaal - de volgende bladzijde is leeg. Aan de ene kant is dit een logisch einde, aangezien dit autobiografische verhalen zijn en het leven ook elk moment kan eindigen, maar aan de andere kant wil je het vervolg weten. De laatste zin is namelijk: "Ik moest hard lachen, iets waar ik later spijt van had.".
Reageer op deze recensie