Leven als een miljonair in Amerika
Voor Amerikanen is de familie Vanderbilt een gekend gegeven. De familie klom eind 19e eeuw op tot de hoogste sociale kringen van New York. Therese Anne Fowler wijdt haar roman aan de vrouw die de Vanderbilts op de kaart hielp te zetten. De titel, Een illustere vrouw, vat het hoofdpersonage perfect samen. Alva Belmont (1853-1933) werd immers gedreven door de drang om aanzien te krijgen en kwam op voor zichzelf in een tijd dat dat voor vrouwen allesbehalve evident was.
Alva en haar zussen leiden aanvankelijk een zorgeloze jeugd die er vooral op gericht is om een zinvol huwelijk te sluiten. Alles wijst erop dat ze een rijke man met veel macht aan de haak zullen slaan. Die vooruitzichten gaan in rook op wanneer hun moeder op jonge leeftijd sterft en hun vader zijn kapitaal verliest. Met amper voldoende geld om zich te voeden, stort Alva zich op de huwelijksmarkt. Ze heeft maar één doel: haar familie van de ondergang redden.
William Vanderbilt heeft een enorm familiekapitaal, Alva heeft de capaciteiten om sociaal op te klimmen. De verbintenis tussen die twee is dus een ideale combinatie. Het nadeel van deze beredeneerde keuze blijkt al tijdens hun eerste huwelijksdagen, maar Alva laat zich niet uit het lood slaan. Ze maakt het haar missie om de familie Vanderbilt eindeloze roem en rijkdom te brengen. In ruil voor status en geld schuift ze systematisch het geluk van zichzelf en haar familieleden opzij. Dat ze uiteindelijk toch voor haar eigen idealen kiest is ongezien in die tijd. Hoewel de beau monde haar de rug toekeert, krabbelt ze opnieuw overeind en verdiept ze zich steeds meer in de strijd voor het vrouwenstemrecht.
Fowler brengt Alva aanvankelijk als een menselijk personage en verbloemt haar negatieve kanten niet. Dat maakt haar geloofwaardig en intrigerend. Het is dan ook bijzonder jammer dat Fowler ervoor kiest om vooral het opklimmen op de sociale ladder te beklemtonen. Alva’s intelligentie, humor en tactische kracht komen bijna volledig in de schaduw te staan van de eindeloze beschrijvingen van feestjes, jurken en accessoires en society roddeltjes. Hoewel ook de hypocrisie en schone schijn van de rijken wordt blootgelegd, verzandt het verhaal te vaak in een conservatieve, brave toon. Fowler verantwoordt die keuze door in haar nawoord te stellen dat ze zich gehouden heeft aan ‘negentiende-eeuwse personages en een bijhorende vertelstijl’. Die stijl is onderhoudend, maar mist een interessante invalshoek die de aandacht van de lezer tot het einde weet vast te houden.
Ondanks Alva’s eigenzinnige keuzes wordt ze gaandeweg een stereotype weergave van een strategisch ingestelde vrouw die harteloos te werk gaat en dan vol zelfmedelijden zucht dat ze alles heeft wat haar hartje begeert en toch niet gelukkig is. Zelfs wanneer het uiteindelijk over haar politieke ambities gaat, gaat de aandacht van de auteur systematisch naar het oppervlakkige:
‘Voor de vergadering van die dinsdag droeg Alva een ingetogen groene japon met bijpassend jasje en een van haar eenvoudigste hoeden. Haar sieraden waren ook al bewust eenvoudig gehouden.
Dat Alva’s betrokkenheid in de suffragettebeweging uiteindelijk slechts een paar pagina’s in beslag neemt, is tekenend voor de keuzes die de auteur heeft gemaakt.
Een illustere vrouw toont een vrouw die zich niet alleen lange tijd schikt in de rol die haar opgelegd wordt, maar dwingt dat keurslijf ook aan haar dochter op. Fowler schrijft hierover:
‘Ik weet dat we nu anders over bepaalde feministische zaken denken, maar ik ga ervan uit dat mijn keuze voor zich spreekt en dat we er geen moderne gevoeligheden op moeten loslaten.’
Wie louter een ontspannend boek over de high society wil lezen, zal deze keuze ondersteunen. Wie een genuanceerd verhaal met diepgang verwacht, komt bedrogen uit.
Reageer op deze recensie