Verrassende ‘Veenkoloniaal’ van schrijftalent uit 't noorden
Op de achterflap staat een Nico Dijkshoorn-lookalike afgebeeld. Fors, fronsend, en voorzien van ampele gezichtsbeharing. Met de titel kan je alle kanten op. VOC-verleden? Streekroman? Nee, nuchtere, pakkende teksten van een dwarse Groninger. Goeie teksten. Héél goeie zelfs.
Herman Sandman schrijft met de harde zelfspot van het noorden. Hoe hard? De titel moet haast wel een bewuste parafrase van de beruchte Nazifilm zijn. Sandman spaart niemand. Zichzelf niet, zijn voorouders niet en de Groninger in het algemeen niet. De ‘veenkoloniale columns’ doen denken aan de verhalen van Dimitri Verhulst. Sombere levens in duistere tinten. Bonensoep en staren over de velden. "Je bent een veenkoloniaal. Dat heb je niet zelf bedacht. Dat was je al, door je geboorte." Raak beschreven onmacht en gebrek aan ambitie. "We gaan ervan uit dat het niks wordt." Puntigheden in de sfeer van ‘Groningen ligt niet aan het einde van de wereld, maar dat kun je vanaf hier wel goed zien".
Herman schrijft graag en goed over deze Groningse eigenaardigheden. "Het Gronings is een warm bad. Als iemand mij vraagt of ik soms een winkelhoake in d’n bek wil hebben, weet ik dat ik thuis ben." Maar het blijft niet bij Groningse vergezichten. Het gaat ook over de kat die het al 15 jaar volhoudt bij de Sandmans. Af en toe breekt zelfs een literator door het pantser van deze journalistieke duizendpoot. Of een popjournalist. Of een sportverslaggever. Of een activist die open brieven schrijft aan minister Kamp.
Zelfgenoegzame burgemeesters en gemeenteraadsleden moeten zich rot zijn geschrokken toen Sandman in zijn nieuwe rol als regioverslaggever van Nieuwsblad van het Noorden met Peter R. de Vries-achtige vasthoudendheid misstanden in de lokale politiek aan de kaak begon te stellen. De columns over de gemeenteraad van Tynaarlo horen tot de beste deconstructies van politiek gezwets. Over de gevolgen daarvan heeft Sandman zelfs een lezing gehouden, die in het boek is opgenomen. "Op mijn vrije dag had ik woedende voorzitters van belangen- en dorpsverenigingen aan de telefoon, met teksten als ‘We zijn er he-le-maal klaar mee’ en tijdens debatten zaten ondernemers hoofdschuddend op te publieke tribune."
Ook de persoonlijke stukken zijn leesbaar, scherp en onderhoudend. Over rock voor ouwe lullen. Over een verloren zomer, alleen maar toch niet eenzaam doorgebracht. Of over het nederige bestaan van de huis-aan-huisbladjournalist. Of over het gezinsleven, zoals in ‘open brief aan mijn zoons’: "Lieve Hunter en Reyer, schrik niet. Als jullie dit lezen ben ik niet dood; dit is gewoon een open brief van een vader aan zijn zoons want er moet met iets van het hart." (Dat ‘iets’ heeft veel te maken met het dagelijks moeten vergaderen over de tijd waarop er naar bed wordt gegaan, pizza- en worstenbroodjesverslaving en gebrek aan lichaamsbeweging.)
Wie niet na 174 pagina’s is gaan houden van die veelzijdige, eigenwijze, chauvinistische (uitgeverij Passage is natúúrlijk gevestigd in Groningen) Herman, die heeft geen hart. Een goede auteur heeft een eigen stem, zeggen ze altijd. Nou, dan hebben we hier een hele goeie schrijver te pakken. Alle registers gaan open. Lézen die Sandman.
Reageer op deze recensie