Fascinerende lotgevallen van grensoverschrijdend psychiater
Psychiater Otto Kadoke wordt verliefd op de verzorgster van zijn vader. Maar laat je niet op het verkeerde been zetten: Moedervlekken is geen doorsnee psychiaters-zijn-zelf-ook-een-beetje-gek-boek. Dit is niet eens een doorsnee Grunbergroman. Dit is een knap geschreven verhaal over onmacht in de psychiatrie.
Een man die Otto niet heeft laten opnemen - want maakte geen suïcidale indruk – verhangt zich. Omdat hij een verstandige indruk maakt en verbaal sterk is heeft hij Otto om de tuin geleid, vindt een collega. "Wij verwarren opleiding, intelligentie en sociale status met geestelijke gezondheid." Een ander vindt dat juist laagopgeleiden en allochtonen het meeste risico lopen verkeerd beoordeeld te worden. "Patiënten met een taalprobleem, met een geschiedenis die wij niet kunnen verifiëren, die wij niet echt kunnen begrijpen, [] daar maken we de meeste fouten." Arnon Grunberg laat Otto het motief van de roman uitspreken: "We zijn hulpverleners, menselijke hulpverleners, dus gemankeerde hulpverleners. We nemen risico’s omdat we niet anders kunnen. [] We schatten een situatie in zo goed en zo kwaad als het gaat."
Bij Kadoke (zou de gelijknamige Belgische keten van geschenkwinkels Grunberg op die naam gebracht hebben?) neemt na zijn echtscheiding de verwarring toe. Hij is blank maar voelt zich zwart, een buitenstaander. "Ik ben vermomd als een witte man." Nachtdienst is zijn surrogaat voor liefde, maar heeft dat werk wel zin? De sensitieve Michette, een automutilerende crisisklant, laat hij opnemen maar ze wordt weer weggestuurd door de inrichtingsarts. "Michette kijkt recht in zijn ogen en in haar intelligente, kille blik ziet hij een waarheid die nog killer is dan die blik: dat ze dwars door alle hulpverlening heen kijkt, dat ze weet dat de hulpverleners haar niet kunnen helpen." Dan is de maat voor Otto vol. Hij geeft haar – geheel tegen de regels - zijn telefoonnummer. Als ze belt dat het niet meer gaat kiest Otto voor een grensoverschrijdende aanpak. Onder het motto dat hij met alternatieve therapie wél wat kan bereiken neemt hij haar in huis bij zijn tot Yiddische memme getransformeerde vader. En dan begint het pas echt.
De psychiatrie is Grunberg niet onbekend: hij verbleef al ’s in een inrichting om erover te schrijven in een krant. Het is te merken dat dat hem geraakt heeft. "De mensen vallen uit elkaar terwijl je naar hen kijkt. Zij die nog niet uit elkaar zijn gevallen zijn eigenlijk uitzonderingen", laat hij Kadoke ergens zeggen. Psychiaters kunnen vertellen dat dit aardig overeenkomt met de werkelijkheid. Onstabiele mensen kan je de realiteit voorhouden, pillen voorschrijven, tegen zichzelf en anderen beschermen, dat is het wel zo’n beetje. Velen dolen in het ggz-systeem rond zonder veel vooruitgang te boeken. "[We moeten zoeken naar] een humane oplossing voor de verwarring", schrijft Grunberg.
Het is moeilijk níet van dit boek te houden. Zijn de tobbende carrièremakers in bijvoorbeeld Huid en Haar nog vrij karikaturaal, Kadoke en zijn vrouwelijke tegenspelers Michette en Desha hebben behoorlijke diepgang. Grunberg lijkt zich – misschien onder invloed van zijn rubriek in Vrij Nederland – meer te willen richten op de geest dan op het lichaam. Spoten in eerder werk de lichaamssappen regelmatig in het rond, Moedervlekken kan je zelfs zien als een boek van onthouding: Otto zweert de casual sex af. Niet de jacht op ejaculaties maar confrontaties met suïcidale mensen, conflicten met geflipte vaders en bespiegelingen over gezondheidszorg houden het verhaal in beweging.
De manier waarop Grunberg in deze roman de vraag verwerkt of er hoop is voor de psychiatrie heeft Mulisch-achtige proporties. Hoogstens het einde - níet spectaculair, níet gemakkelijk-dramatisch - zou commentaar kunnen opleveren van de critici. Gewone lezers zullen verblijd zijn door de hoop die eruit spreekt.
Reageer op deze recensie